Vragen van het lid Jacobi (PvdA) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de financiële verplichtingen voor het grensoverschrijdend Park De Zoom-Kalmhoutse heide (ingezonden 13 augustus 2014).

Antwoord van Minister Kamp (Economische Zaken) (ontvangen 23 september 2014)

Vraag 1 en 2

Bent u op de hoogte van de ministeriële beschikking van het Comité van Ministers M(2011)4 over de instelling van een Bijzondere Commissie voor het grensoverschrijdend park De Zoom-Kalmthoutse Heide?

Bent u voorts op de hoogte van het feit dat deze beschikking, in mei 2011, met 5 jaar is verlengd?

Antwoord 1 en 2

Ja.

Vraag 3, 4 en 5

Bent u van mening dat door het verlengen van deze beschikking ook de financiële steun aan de commissie werd gewaarborgd?

Bent u voorts van mening dat, ondanks de decentralisatie van het natuurbeleid, Nederland niet werd ontslagen van de financiële bijdrage aan deze bilaterale samenwerking?

Bent u tevens van mening dat het feit dat nu Nederland, sinds de datum van de eerste beschikking, zorg heeft gedragen voor 50% van het budget, aangenomen kan worden dat bij de verlenging van de beschikking dit gecontinueerd zou worden?

Antwoord 3, 4 en 5

De genoemde beschikking vormt een formele grondslag voor de instelling van een commissie die zorg draagt voor afstemming van beheer en beleidsplannen, samenwerking tussen betrokkenen en stimuleren van ontwikkelingen ten gunste van het park. De beschikking geeft geen grondslag voor financiële steun aan de commissie zelf. Wel biedt de beschikking de mogelijkheid dat de commissie een meerjarenprogramma en een bestedingenplan opstelt en dit voorlegt aan subsidiërende overheden. Dit was binnen de Nederlandse overheid eerst het Ministerie van Economische Zaken/Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (al dan niet via ILG-middelen) en sinds 2011 de provincie Noord-Brabant. Binnen de Vlaamse overheid werden de middelen door het Agentschap Natuur en Bos beschikbaar gesteld.

Als gevolg van financiële taakstellingen op en decentralisatie van het natuurbeleid heeft het Rijk moeten prioriteren en heeft daartoe besloten de structurele financiering van de overlegorganen en commissies van de Nationale Parken, inclusief het Grenspark, te beëindigen. Wel wordt doorgegaan met de financiering van educatie en voorlichtingsactiviteiten door het Instituut voor Natuureducatie en duurzaamheid (IVN). Inmiddels heb ik besloten dat het Grenspark in aanmerking komt voor de educatieactiviteiten van de IVN. Het IVN is in gesprek met het Grenspark om te bezien hoe dit vanaf 2015 kan worden ingevuld.

De provincie Noord-Brabant is voor het Grenspark de aangewezen overheid om de afweging te maken op welke aspecten ten aanzien van natuurbeheer, toegankelijkheid, eventuele herstelmaatregelen en regionale en/of grensoverschrijdende samenwerking wordt ingezet.

Via het Subsidiestelsel Natuur en Landschap is het beheer van de natuur van het park, als onderdeel van het Natuurnetwerk Nederland, overigens gewaarborgd. De provincie Noord-Brabant heeft in de periode 2011 tot en met 2014 voorzien in een afbouwregeling om daarmee het Grenspark in de gelegenheid te stellen met nieuwe verdienmodellen financieel onafhankelijk te worden van overheidssubsidies. Het Grenspark heeft hier inmiddels invulling aan gegeven door uitvoeringsopdrachten te verwerven. Deze projectfinanciering is qua omvang vergelijkbaar met de oude rijksbijdrage en biedt, aangevuld met de reguliere Vlaamse bijdrage, voldoende borging voor het voortbestaan van de Grensparkorganisatie in de komende jaren.

Vraag 6 en 7

Bent u voorts van mening dat het niet nakomen van informele financiële afspraken, behorend bij een ministeriële beschikking, de relatie met Vlaanderen niet schaadt?

Bent u bereid in overleg met de Vlaamse overheid te komen tot financiële afspraken tot de einddatum van de beschikking?

Antwoord 6 en 7

Zoals gesteld in het antwoord op de vragen 3, 4 en 5 ben ik van mening dat de provincie Noord-Brabant en het Rijk, binnen de beschikbare middelen en in vergelijking met de andere nationale parken, het Grenspark voldoende ondersteunen en dat daarmee de relatie met Vlaanderen niet wordt geschaad. Indien de Vlaamse overheid behoefte heeft aan nader overleg, dan ben ik daartoe samen met de provincie Noord-Brabant bereid.

Naar boven