Vragen van het lid Helder (PVV) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over het bericht «Een grote groep, voornamelijk Turkse jongeren, die een jongen afgetuigd hebben» (ingezonden 10 oktober 2014).

Antwoord van Minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 3 november 2014)

Vraag 1

Kent u het bericht: «Jongen mishandeld door grote groep»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Klopt het dat deze groep uit jongeren tussen de 13 en 17 jaar oud bestond waarvan de meeste voornamelijk de Turkse nationaliteit hebben?

Antwoord 2

Voor de beantwoording van deze vraag verwijs ik naar mijn antwoorden op de schriftelijke vragen 2, 3 en 4 van de leden Van Klaveren en Bontes (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2014–2015, nr. 421, ingezonden 10 oktober 2014).

Vraag 3

Deelt u de mening dat de criminaliteit onder jongeren, die steeds meer verhardt, keihard de kop ingedrukt moet worden? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

Jeugdige daders worden aangepakt met behulp van het jeugdstrafrecht en het adolescentenstrafrecht. Bij de geïntensiveerde aanpak van jeugdcriminaliteit wordt de repressieve aanpak gecombineerd met interventies op het terrein van bijvoorbeeld zorg, preventie en openbare orde. Deze integrale meersporenaanpak richt zich op de persoon en diens sociale omgeving (gezin, familie, vrienden). Daarnaast wordt de zogenoemde patseraanpak als strafrechtelijke interventie ingezet. Hiermee wordt crimineel verworven vermogen afgepakt.

Vraag 4

Bent u bereid om in dat kader een Inrichting Stelselmatige Daders (ISD) voor jeugdigen te bewerkstelligen zodat jongeren vanaf 12 jaar die veel recidiveren deze ISD-maatregel al opgelegd kunnen krijgen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

Nee, ik ben daartoe niet bereid. Het jeugdstrafrecht biedt voldoende mogelijkheden om jeugdcriminaliteit aan te pakken. Daarbij wordt steeds een afweging gemaakt waarin ook de mate van recidive – die geldt als een strafverzwarende omstandigheid – een rol speelt.

Vraag 5

Deelt u de mening dat iedere jongere die deelnam aan deze groep aansprakelijk dient te zijn voor de gevolgen van deze zinloze en brute mishandeling? Zo ja, wanneer gaat u dan eindelijk groepsaansprakelijkheid regelen? Zo nee, welke maatregelen gaat u dan wel nemen om dit soort laffe figuren keihard aan te pakken?

Antwoord 5

Ik ben van mening dat een verdachte waarvan bewezen kan worden dat hij deel heeft genomen aan de mishandeling hiervoor verantwoordelijk dient te worden gehouden.

Deelneming aan groepsgeweld is toereikend strafbaar gesteld in artikel 141 Wetboek van Strafrecht. Voor wat betreft het uitgangspunt van individuele aansprakelijkheid in het Nederlandse strafrecht en het bewijs van in groepsverband gepleegde strafbare feiten, verwijs ik naar mijn antwoord op eerdere schriftelijke vragen van het lid Helder van uw Kamer.

Toelichting:

Deze vragen zijn aanvullend op vragen ter zake van de leden Van Klaveren en Bontes (beiden Groep Bontes/Van Klaveren), ingezonden 10 oktober 2014 (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2014–2015, nr. 421)

Naar boven