Vragen van de leden Kerstens en Otwin vanDijk (beiden PvdA) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Salariseis bestuurder verboden in aanbesteding» (ingezonden 2 september 2014).

Antwoord van Minister Plassterk (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede namens de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ontvangen 31 oktober 2014). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2014–2015, nr. 67.

Vraag 1

Kent u het bericht «Salariseis bestuurder verboden in aanbesteding»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Is het waar dat het gemeenten niet is toegestaan salariseisen op te nemen bij aanbesteding in het kader van de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning)?

Antwoord 2

Sinds 1 april 2013 geldt de Aanbestedingswet 2012 voor alle aanbestedingen door (semi) publieke instellingen in Nederland. Deze wet is dan ook van belang bij aanbestedingen in het kader van de Wmo. Met deze wet zijn Europese richtlijnen voor aanbesteding geïmplementeerd. Op grond van de Aanbestedingswet moeten eisen, voorwaarden en criteria die in het kader van een aanbesteding worden gesteld in een redelijke verhouding staan tot het voorwerp van de opdracht. Dit wordt wel het proportionaliteitsbeginsel genoemd. Het stellen van salariseisen als zodanig lijkt hier niet aan te voldoen. De rechter heeft zich over deze vraag nog niet uitgelaten.

Overigens is het wel van belang te onderstrepen, dat op de aanbieders van voorzieningen in het kader van de Wmo die onder de WNT vallen het bezoldigingsmaximum van de WNT, respectievelijk de lagere bezoldigingsmaxima van de Regeling bezoldigingsmaxima topfunctionarissen zorg- en welzijnssector onverkort van toepassing zijn.

Vraag 3

Wat is het verband tussen het in het artikel genoemde aangenomen amendement2 en het toegestaan zijn van salariseisen bij een aanbesteding?

Antwoord 3

In het voorstel voor de Wmo 2015, zoals ingediend bij de Tweede Kamer, was voor gemeenten de verplichting opgenomen om bij verordening eisen te stellen aan de bestuursstructuur en bedrijfsvoering van aanbieders. Met deze bepaling werd beoogd een evenwichtig bestuursproces en transparante bedrijfsvoering te waarborgen. Indien en voorzover hieronder mede het stellen van salariseisen zou zijn begrepen, dan zou dat met inachtneming van het in antwoord 2 aangehaalde proportionaliteitsbeginsel moeten zijn gedaan. De aanvaarding van het amendement van het lid Van ’t Wout heeft ertoe geleid dat deze bepaling uit de Wmo 2015 is geschrapt. De indieners benadrukten dat gemeenten bij hun inkoop moeten letten op goede kwaliteit van de zorg voor een goede prijs.

Vraag 4

Hoe verhoudt een verbod zich tot uw eigen uitgangspunt en de motie van de leden Segers, Fokke en Van Toorenburg3 dat «decentrale overheden mogelijkheden moeten hebben, respectievelijk moeten behouden, eigen voorwaarden te stellen op het terrein van de normering van topinkomens, uiteraard met inachtneming van de WNT (Wet normering topinkomens) en andere relevante regelgeving»?4

Antwoord 4

In mijn antwoord op de Kamervragen van 7 juli jl. (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2013–2014, nr. 2914) heb ik aangegeven dat het goed is dat ook gemeenten en provincies oog hebben voor evenwichtige, verantwoorde en maatschappelijk aanvaardbare beloningsverhoudingen. Ik heb VNG en IPO geschreven dat ik initiatieven van de gemeenten en provincies voor de normering van topinkomens in aanvulling op de WNT in beginsel verwelkom. De Awb biedt hiertoe voldoende mogelijkheden als het gaat om instellingen die subsidie ontvangen van decentrale overheden.

In antwoord 2 is uiteengezet dat bij aanbestedingen op grond van de Aanbestedingswet 2012 het proportionaliteitsbeginsel in acht dient te worden genomen.

Vraag 5

Is het gemeenten toegestaan in een aanbesteding een overheadnorm op te nemen? Zo ja, wordt dit instrument om zorggeld naar zorg te laten gaan in de praktijk al veel gebruikt? Zo nee, waarom niet en bent u bereid dit alsnog spoedig mogelijk te maken?

Antwoord 5

Voor een overheadnorm kan voor wat betreft de Aanbestedingswet 2012 en de Wmo 2015 worden verwezen naar de antwoorden onder 2 en 3 in verband met het opnemen van een salariseis. Een dergelijke norm zal aan het proportionaliteitsbeginsel moeten voldoen.

Waar door de aanvaarding van het amendement van het lid Van ’t Wout weliswaar de bepaling is geschrapt om bij verordening eisen te stellen aan de bestuursstructuur en bedrijfsvoering van aanbieders, kan bij een aanbesteding wel indirect invloed worden uitgeoefend op de bedrijfsvoering door bijvoorbeeld eisen te stellen aan de prijs van een product of dienst.

Vraag 6

Wat zijn de meest recente uitkomsten van gesprekken met gemeenten en provincies van het overleg dat u (n.a.v. de motie van de leden Segers, Fokke en Van Toorenburg) voert? Kunt u hierover inmiddels meer melden dan u in de brief van 10 juli jl. heeft gedaan?5

Antwoord 6

Ik verwijs hiervoor naar mijn antwoord op de Kamervragen van 7 juli jl. (2014Z13081), dat de Tweede Kamer op 5 september 2014 heeft ontvangen: de mogelijkheden voor de normering van topinkomens door decentrale overheden in het kader van subsidieverlening zijn inmiddels verkend samen met de VNG en het IPO, en met de ministeries van V&J en VWS. Ik heb de VNG en het IPO een brief gestuurd met de conclusies van de verkenning en heb voorgesteld een periodiek overleg met hen in te stellen om praktijkervaringen met normering van topinkomens door gemeenten en provincies te inventariseren, de effecten te monitoren en gezamenlijk beleid en instrumenten te ontwikkelen indien nodig. Ik zal de Tweede Kamer nader informeren over de vorm en uitkomsten van dit periodiek overleg.


X Noot
2

Kamerstuk 33 841, nr. 83

X Noot
3

Kamerstuk 33 715, nr. 12

X Noot
4

Kamerstuk 30 111, nr. 72

X Noot
5

Kamerstuk 30 111, nr. 72

Naar boven