Vragen van het lid Schouw (D66) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over het bericht dat onderzoek gedaan wordt naar een tweet van een jihadist (ingezonden 30 september 2014).

Antwoord van Minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 31 oktober 2014). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2014–2015, nr. 304.

Vraag 1

Klopt het bericht dat de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) een tweet onderzoekt waarin melding gemaakt wordt gemaakt van drie Nederlandse jihadisten die in Syrië zijn omgekomen?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2, 3 en 5

Gaat hier om een (strafrechtelijk) onderzoek naar de gedane uitlatingen, een onderzoek om de feiten zoals gesteld in de tweet te verifiëren of een ander onderzoek? Als het gaat om een (strafrechtelijk) onderzoek naar de gedane uitlatingen, kunt u dan uiteenzetten waarom een feitelijke omschrijving van een gebeurtenis voldoende reden is voor een onderzoek?

Op basis van welke rechtsgrondslag heeft de NCTV dit onderzoek geïnitieerd?

Heeft u overwogen een Notice-and-Take-Down procedure te gebruiken? Zo ja, wat is de afweging geweest dit middel al dan niet in te zetten?

Antwoord 2, 3 en 5

De NCTV is een onderdeel van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, en heeft onder meer tot taak het bevorderen van de identificatie en de analyse van dreigingen en risico's op het gebied van terrorisme en nationale veiligheid. In dit verband worden uitingen zoals de desbetreffende tweet door de NCTV bezien. Het betreft geen strafrechtelijk onderzoek of onderzoek zoals de inlichtingen- en veiligheidsdiensten dat uitvoeren, maar slechts de duiding van de inhoud van de tweet. Derhalve is niet overwogen om een Notice-and-Take-Down procedure in te zetten.

Vraag 4

Heeft de NCTV andere diensten of organisaties ingeschakeld voor het uitvoeren van dit onderzoek? Zo ja, hoe verhouden zij zich tot de NCTV en welk wettelijk kader is op hun doen van toepassing?

Antwoord 4

Ja, de analyses van de NCTV komen tot stand mede op basis van inbreng van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, politie en andere bij de nationale veiligheid betrokken overheidspartijen. Het wettelijk kader voor het delen van informatie kan per dienst of organisatie verschillen. Informatie wordt slechts gedeeld binnen het voor de desbetreffende dienst- of organisatie van toepassing zijnde wettelijke kader.

Naar boven