Vragen van het lid Berndsen-Jansen (D66) aan de Minister van Veiligheid en Justitie
over kennis en procedures van de politie over bedreigingen en huiselijk geweld (ingezonden
17 augustus 2015)
Antwoord van Minister Van derSteur (Veiligheid en Justitie) mede namens de Staatssecretaris
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ontvangen 14 september 2015)
Vraag 1
Kent u de berichten dat fouten zijn gemaakt in het onderzoek naar bedreigingen van
Linda van der Giesen?
Vraag 2
Hoeveel andere vergelijkbare gevallen zijn bekend waarin mogelijk sprake is van een
inschattingsfout omtrent de risico’s voor de slachtoffers?
Antwoord 2
Het gevraagde aantal vergelijkbare gevallen is niet bekend.
Vraag 3
Hoeveel mensen zijn de afgelopen drie jaar slachtoffer geworden van een misdrijf nadat
zij al eerder aangifte over bedreiging of huiselijk geweld hadden gedaan bij de politie?
Kunt u dit per jaar aangeven?
Antwoord 3
In 2012 bedroeg het aantal slachtoffers dat door huiselijk geweld om het leven is
gekomen 45, in 2013 betrof het 55 slachtoffers en in 2014 is dit aantal gezakt naar
37. Het is niet bekend in hoeveel van deze zaken eerder aangifte was gedaan van bedreiging
of huiselijk geweld.
Vraag 4
Komen zulke gevallen van inschattingsfouten na aangifte voor door organisatorische
problemen na de reorganisatie bij de politie of door te veel prioriteiten en onvoldoende
capaciteit of kennis? Hoe verklaart u dan zulke fouten?
Antwoord 4
Het aantal zaken van huiselijk geweld is fors. In 2014 registreerde de politie ruim
95.000 incidenten. Iedere afzonderlijke zaak vraagt om een adequate reactie van de
politie. Bij iedere zaak gaat het om een interpretatie van de feiten en een inschatting
van de situatie. Behandeling van dit soort zaken is en blijft mensenwerk. Het is overigens
dezelfde menselijke maat die ervoor zorgt dat het in veel zaken goed gaat. Doordat
op basis van professionaliteit en ervaring de juiste inschatting wordt gemaakt.
Vraag 5
Heeft de politie voldoende mogelijkheden om op te treden tegen mogelijke gevallen
van bedreiging en/of huiselijk geweld? Zo nee, is er sprake van ondercapaciteit, onvoldoende
prioriteit, onkunde of andere problemen?
Antwoord 5
De politie heeft voldoende mogelijkheden om op te treden. Naast een directe aanhouding
en/of een straat- of huisverbod kan worden gedacht aan het inzetten van de wijkagent,
het starten van een opsporingsonderzoek, het bespreken in het Veiligheidshuis en/of
het inschakelen van de hulpverlening (voor zowel de pleger als het slachtoffer). In
dat kader werkt de politie nauw samen met de Veilig Thuis-organisaties. Zaken worden
door de politie doorgezet naar de organisatie Veilig Thuis, worden besproken in het
Veiligheidshuis en inmiddels wordt ook binnen het ZSM concept een omgeving gecreëerd
waarbij bepaalde zaken van huiselijk geweld (waaronder stalkingszaken) op basis van
contextinformatie worden behandeld.
Vraag 6
Is er een duidelijk protocol voor bedreigingen? Zo ja, wordt dit adequaat toegepast
in de praktijk? Zo nee, hoe zal voortaan beter worden geprotocolleerd als dit soort
meldingen dan wel aangiften gedaan worden? Hoe worden deze aangiftes beoordeeld en
hoe wordt nader onderzoek verricht?
Antwoord 6
De politie maakt gebruik van werkinstructies voor Huiselijk Geweld. Deze reiken de
politiemedewerkers voldoende handvatten aan voor de uitoefening van hun taak. Ook
het Politiekennisnet bevat veel informatie over huiselijk geweld die medewerkers kunnen
raadplegen. Ik acht een specifiek protocol dan ook niet nodig. Van elke aangifte wordt
een inschatting gemaakt van de ernst en de benodigde opvolging. Dit gebeurt door case-screeners
binnen de politie-eenheden. Daarbij wordt gekeken naar de opsporingsmogelijkheden
en wordt de urgentie gewogen. Afhankelijk van de aard en ernst van de zaak wordt bepaald
welk onderdeel van de politie het opsporingsonderzoek uitvoert. In gevallen waarbij
het strafrecht niet aan de orde is dient in ieder geval interventie via de voor dat
specifieke geval meest geëigende organisatie plaats te vinden.
Vraag 7
Zijn agenten voldoende bijgeschoold voor bedreigingen, stalking en huiselijk geweld?
Zo nee, op welke termijn zal dit wel het geval zijn?
Antwoord 7
De afgelopen tijd zijn veel verbeteringen doorgevoerd op het gebied van scholing.
Er is veel aandacht voor professionalisering van agenten. Op dit moment zijn agenten
dan ook voldoende geschoold. Ook op andere manieren investeert de politie doorlopend
in het op orde brengen en houden van de werkprocessen, waaronder de kwaliteit van
het intake- en aangifteproces, om zo de effectiviteit van het politiewerk te verbeteren.
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Rebel en
Marcouch, ingezonden 14 augustus 2015 (vraagnummer 2015Z14678)