Vragen van het lid Dik-Faber (ChristenUnie) aan de Staatssecretarissen van Economische Zaken en van Financiën over de BTW-plicht voor agrarisch natuur- en landschapsbeheer (ingezonden 14 juli 2015).

Antwoord van Staatssecretaris Dijksma (Economische Zaken) mede namens de Staatssecretaris van Financiën (ontvangen 9 september 2015).

Vraag 1

Kent u het bericht «Natuurbeheerders willen helderheid over BTW-vrijstelling»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Heeft u kennisgenomen van de brief van LTO over dit onderwerp en het advies van prof. R.N.G. van der Paardt dat naar het Minister van Economische Zaken is gestuurd?

Antwoord 2

Ja.

Vraag 3 t/m 7

Onderschrijft u dit advies en deelt u de mening dat het heffen van BTW op agrarisch natuur- en landschapsbeheer niet gewenst is?

Waarop zijn de vergoedingen voor agrarisch natuur- en landschapsbeheer gebaseerd? Zijn de vergoedingen nog kostendekkend op het moment dat er een «korting» van 21% zal gelden?

Wat zijn de consequenties voor het nieuwe stelsel van agrarisch natuur- en landschapsbeheer op het moment dat deze BTW-plicht zou gaan gelden?

Bent u bereid om op korte termijn, in ieder geval ruim voor 1 september 2015 als provincies besluiten nemen over de gebiedsaanvragen ANLb van collectieven, aan provincies en collectieven te laten weten dat er geen sprake zal zijn van BTW-heffing op betalingen voor overeenkomsten ANLb die onder het nieuwe stelsel worden afgesloten?

Bent u bereid, indien BTW-heffing onvermijdelijk is, compensatie te verlenen voor de te innen BTW opdat ondernemers geen financiële schade van de stelselherziening ondervinden?

Antwoord 3 t/m 7

De vergoedingen in het kader van het agrarisch natuur- en landschapsbeheer zijn gebaseerd op inkomstenderving en verrichte arbeid. Wanneer BTW afgedragen zou moeten worden over de ontvangen vergoedingen voor agrarisch natuur- en landschapsbeheer, zouden die vergoedingen niet meer kostendekkend zijn.

De Belastingdienst c.q. de belastinginspecteur is tot een standpunt gekomen over de vraag of er op grond van de belastingregelgeving een BTW-plicht geldt voor vergoedingen in het kader van het agrarisch natuur- en landschapsbeheer en de activiteiten van het collectief dat de subsidie aanvraagt, ontvangt en doorbetaalt. Het standpunt luidt dat er geen BTW-plicht is voor de subsidie die van de provincie wordt ontvangen in het kader van de uitvoering van de beheerpakketten door de betrokken agrariërs die samen het collectief vormen. Daarbij is in aanmerking genomen dat het collectief eigenaar noch verpachter is van de percelen die worden beheerd. Ook is geoordeeld dat het collectief geen ondernemer is voor de BTW en geen diensten tegen vergoeding verricht aan de agrariërs. Tevens zijn agrariërs geen BTW verschuldigd over de vergoeding die zij via het collectief ontvangen voor het uitvoeren van hun activiteiten in het kader van het agrarisch natuur- en landschapsbeheer.

Dit standpunt is op 2 juli 2015 gepubliceerd in een nieuwsbericht op de website van de Belastingdienst2. Naast openbaarmaking op de website van de Belastingdienst, is het standpunt van de Belastingdienst c.q. de belastinginspecteur zo snel mogelijk langs diverse kanalen kenbaar gemaakt aan de betrokken organisaties, waaronder de agrarische collectieven.

Naar boven