Vragen van de leden Van Laar en Eijsink (beiden PvdA) aan de Ministers van Buitenlandse
Zaken, Defensie en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de samenwerking
met milities die kindsoldaten inzetten (ingezonden 30 juli 2015).
Antwoord van de Ministers Koenders (Buitenlandse Zaken), Ploumen (Buitenlandse Handel
en Ontwikkelingssamenwerking) en Hennis-Plasschaert (Defensie) (ontvangen 10 september
2015).
Vraag 1
Kent u het bericht «Iraqi Militias Train Young Teens to Face the Threat of IS»?1 Bereikten u al eerder berichten dat kinderen worden ingezet in de strijd tegen IS?
Zo ja, wanneer en om welke berichten ging dat?
Antwoord 1
Ja, het bericht is bekend. Er zijn in juni 2015 berichten geweest van Human Rights Watch(HRW) over het inzetten van kinderen in de strijd tegen ISIS door de YPG en de YPJ
in Syrië. HRW noemt eveneens inzet van kinderen in de bredere strijd in Syrië door
het Syrische regime, ISIS, Jabhat Al Nusra en groepen onder de paraplu van het Vrije
Syrische Leger. Eveneens in juni 2015 verscheen een VN-Rapport over kinderen in wereldwijde
gewapend conflicten. Daarin worden rekrutering en inzet van kinderen door verschillende
partijen in zowel Syrië als Irak genoemd, al dan niet in de strijd tegen ISIS. Voor
wat betreft Syrië noemt het rapport dezelfde groepen als HRW. Het rapport bevestigt
rekrutering in Irak door ISIS, en noemt waarneming van inzet door Popular Mobilization Forces, Yezidi-milities, Turkmeense milities en soenitische milities.
Vraag 2
Heeft Nederland regels of voorwaarden over de samenwerking met buitenlandse troepen
en milities? Zo ja, zijn hierin bepalingen opgenomen over de inzet van kindsoldaten?
Antwoord 2
Nederland werkt niet samen met partijen die kindsoldaten inzetten. Dit beleid berust
mede op de verplichting in het humanitair oorlogsrecht om dat recht te doen naleven.
Het humanitair oorlogsrecht verbiedt de inzet van kindsoldaten jonger dan vijftien
jaar bij vijandelijkheden. De gematigde gewapende groepen in Syrië waaraan Nederland
steun verleent zijn getoetst aan een aantal criteria, waaronder toewijding aan de
naleving van het humanitair oorlogsrecht.
Vraag 3
Welke gevolgen heeft het daadwerkelijk inzetten van kindsoldaten in de strijd tegen
IS voor de samenwerking tussen Nederlandse troepen en Iraakse milities?
Antwoord 3
De Nederlandse trainingsbijdrage richt zich op de training van Iraakse Special Operations Forces(SOF) en Koerdische Peshmerga. Zodoende is er geen sprake van directe samenwerking
tussen Nederlandse troepen en Iraakse milities.
Vraag 4
Welke inspanning kunt u leveren om de inzet van kindsoldaten in de strijd tegen IS
zo snel mogelijk te beëindigen?
Antwoord 4
Nederland, de Europese Unie, de Verenigde Naties en de leden van de internationale
coalitie tegen ISIS blijven over mensenrechtenschendingen in gesprek met de Iraakse
en Koerdische autoriteiten. In de trainingen die de coalitie geeft aan Iraakse strijdkrachten,
waaronder Peshmerga, wordt aandacht besteed aan het humanitair oorlogsrecht en mensenrechten.
Het is de verantwoordelijkheid van de Iraakse overheid om mensenrechtenschendingen
te voorkomen en te berechten.
Vraag 5
Bent u bereid om met andere landen, UNICEF en andere kinderrechtenorganisaties te onderzoeken hoe u kunt bewerkstelligen dat alle Iraakse kinderen naar
school gaan?
Antwoord 5
Nederland zet zich op dit moment al via UNICEF in voor toegang tot onderwijs in Irak,
met een ongeoormerkte bijdrage in 2014/2015 van 43 miljoen euro. Deze organisatie
heeft er samen met haar partners voor gezorgd dat in 2014 3,1 miljoen kinderen in
Irak en Syrië toegang hadden tot formeel en informeel basisonderwijs.
Het verbeteren van onderwijs in crisis- en noodsituaties is een onderwerp dat internationaal
een groeiende belangstelling geniet. De United Nations Special Envoy for Global Education, Gordon Brown, heeft recent het initiatief genomen voor een internationale coalitie
die zich zal richten op nieuwe en innovatieve bijdragen aan onderwijs in crisis- en
noodsituaties. Hierbij heeft hij ook bijzondere belangstelling voor het onderwijs
aan onder meer Iraakse en Syrische vluchtelingen in nabuurlanden. Gordon Brown heeft
ook Nederland uitgenodigd zich bij deze coalitie aan te sluiten en zal en marge van
de AVVN in New York eind september hiertoe een bijeenkomst beleggen.
Verder heeft de Nederlandse regering een actieve rol gespeeld bij het opstellen van
de «Richtlijnen voor de bescherming van scholen en universiteiten tegen militair gebruik
tijdens gewapend conflict» die in juni 2015 tijdens de Oslo Conferentie voor Veilige
Scholen door 37 landen werden ondersteund. Nederland is bereid zich samen met andere
landen, waaronder NAVO-bondgenoten, in te zetten voor de praktische implementatie
van deze richtlijnen.