Vragen van het lid Wolbert (PvdA) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport over de snelste Hiv-aanpak ooit (ingezonden 20 augustus 2015).
Antwoord van Staatssecretaris Van Rijn (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen
8 september 2015)
Vraag 1
Kent u het bericht «De snelste aanpak van Hiv ooit»?1
Antwoord 1
Ja, dit bericht is mij bekend.
Vraag 2
Deelt u de mening dat de machine die snel actieve delen van het hiv-virus opspoort
een mooie stap voorwaarts is?
Antwoord 2
Ja, een snellere opspring van het hiv-virus zou een mooie stap voorwaarts kunnen zijn.
Op dit moment voert Amsterdam een pilot project uit: het «H-team» (Hiv Transmissie
Eliminatie AMsterdam). Het H-team is een samenwerkingsproject van verschillende organisaties,
waaronder GGD, huisarts, hiv-behandelaren, die gezamenlijk het aantal hiv-transmissies
in Amsterdam proberen terug te dringen en de prognose van hiv-geïnfecteerden proberen
te verbeteren.
In deze pilot wordt een apparaat getest voor snelle opsporing van het hiv-virus. Het
lastige hierbij is dat een potentiële drager moeilijk herkenbare symptomen heeft.
Naast symptomen moet er sprake zijn van risicovolle seks in de afgelopen periode,
tot maximaal 3 maanden. Bij een bevestigde diagnose wordt direct gestart met behandeling.
Dit is enerzijds in het belang van de individuele patiënt en anderzijds beoogt dit
de overdracht van het virus te beperken. Juist in het beginstadium is het hiv-virus
het meest besmettelijk. Hier kunnen individuen die positief getest zijn al direct
rekening mee houden om doorbesmetting te voorkomen.
In deze pilot wordt onderzocht hoeveel acute infecties op deze manier daadwerkelijk
gevonden worden. Daarna kunnen pas de effecten voor de Nederlandse populatie bekeken
worden.
Vraag 3
Kunnen andere GGD-en binnenkort ook met deze aanpak werken?
Zo ja, hoe lang gaat dat duren, en hoe wordt dat gefaciliteerd? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Zoals hierboven aangegeven gaat het om een pilot. Binnen de pilot wordt bekeken of
naast Amsterdam ook Rotterdam mee gaat doen. De resultaten van de pilot moeten worden
afgewacht, voordat er een beslissing genomen kan worden over een eventuele uitbreiding
naar andere GGD-en en huisartsen.
Vraag 4 en 5
Wat moeten mensen met vermoedens van acute hiv-infectie doen als zij niet in Amsterdam
wonen? Krijgen zij via hun huisarts ook toegang tot de nieuwe aanpak, of moeten zij
het reguliere traject via de huisarts volgen?
Hoe verhoudt de nieuwe aanpak zich tot het reguliere huisartstraject?
Wat gaat u doen om forse ongelijkheid tussen hiv-risicogroepen uit verschillende regio’s
te voorkomen?
Antwoord 4 en 5
Vooralsnog gaat het hier om een pilot project. De huidige richtlijnen van huisartsen
en GGD-en zijn op elkaar aangepast en blijven onverkort van kracht. Afhankelijk van
de uitkomsten van de pilot is het aan de behandelaren om al dan niet de richtlijnen
bij te stellen.
Vraag 6
Wat zijn de kosten van de nieuwe aanpak? Gaat deze machine het signaal over de gebrekkige
capaciteit aan soa-tests bij GGD-en oplossen, of juist versterken? Wat betekent de
machine voor het hiv-beleid van GGD-en en hun samenwerking met huisartsen?
Antwoord 6
In deze pilot fase verwachten wij geen veranderingen in het hiv-beleid van GGD-en
en de samenwerking met huisartsen. Afhankelijk van de resultaten zullen de betrokken
beroepsgroepen van huisartsen, hiv-behandelaren en GGD-en mogelijk hun richtlijnen
aanpassen. De pilot zal ook duidelijkheid moeten geven over de kosten. De opsporing
van acute hiv-infecties via deze pilot heeft geen invloed op het testen, behandelen
en de voorlichting over de overige soa en hiv-testen in niet acute situaties.
X Noot
1NRC, 18 augustus 2015