Vragen van het lid Bashir (SP) aan de Staatssecretaris van Financiën over de werkwijze van de Belastingdienst na een WSNP-uitspraak (Ingezonden 26 september 2014).

Antwoord van Staatssecretaris Wiebes (Financiën) (ontvangen 21 oktober 2014)

Vraag 1, 3 en 4

Klopt het dat de Belastingdienst na een WSPN-uitspraak door de rechter de voor die tijd ontstane schuld verrekent met de toeslagen?1

Komen mensen in problemen door de werkwijze van de Belastingdienst in relatie tot de WSNP?

Kunt u de werkwijze van de Belastingdienst toelichten richting mensen met een WSNP-uitspraak? Wat is de wettelijke grondslag van deze werkwijze?

Antwoord 1, 3 en 4

In het beleid2 van de Belastingdienst is expliciet vastgelegd dat er gedurende de wettelijke schuldsanering geen verrekening plaatsvindt van de ter verificatie aangemelde toeslagschuld met uit te betalen toeslagvoorschotten3. Hier zijn de werkprocessen ook op ingericht: periodiek wordt nagegaan of openstaande terugvorderingen moeten worden voorzien van een bijzonder kenmerk omdat de schuldsanering is uitgesproken. Dit kenmerk zorgt ervoor dat die terugvorderingen niet verrekend worden met voorschotten.

In de praktijk komt het vaak voor dat toeslagvoorschotten voor het hele jaar in een keer worden verrekend met de openstaande toeslagschuld in november voorafgaand aan het jaar waarop het voorschot betrekking heeft. Deze verrekening zal niet plaatsvinden als de schuldsanering op dat moment al is uitgesproken: de terugvordering zal dan zijn voorzien van het bijzondere kenmerk. Wordt lopende het jaar de schuldsanering uitgesproken, dan wordt de verrekening teruggedraaid voor zover het bedrag betrekking heeft op de periode van de schuldsanering. Het terugdraaien van de verrekening is een handmatig en tijdrovend proces.

Kortom, het beleid is duidelijk en de interne werkprocessen zijn ook volgens het beleid ingericht. Ik herken het geschetste beeld dan ook niet. Dit neemt niet weg dat er in individuele gevallen soms iets misgaat. Bijvoorbeeld omdat het bijzondere kenmerk ten onrechte niet is aangebracht. In die gevallen moet de bewindvoerder kunnen rekenen op de medewerking van de Belastingdienst om de verrekening te herstellen.

Vraag 2

Wat is de uitleg van de Belastingdienst van artikel 301 lid 3 van de WSNP?

Antwoord 2

U vraagt naar de uitleg van artikel 301, derde lid, van de Faillissementswet. In deze bepaling is vastgelegd dat gelegde beslagen vervallen met ingang van de dag waarop de toepassing van de schuldsaneringsregeling is uitgesproken. Mijn inziens spreekt die bepaling voor zich.

Overigens is een verrekening strikt genomen geen beslag in de zin van de wet. Wel is de lijn van artikel 301, derde lid, van de Faillissementswet in het beleid van de Belastingdienst doorgetrokken naar verrekeningen. Zoals hierboven al is beschreven, vindt geen verrekening meer plaats na de datum van toepassingverklaring van de schuldsanering.


X Noot
1

WSNP = Wet schuldsanering natuurlijke personen

X Noot
2

Artikel 79.3 van de Leidraad Invordering 2008.

X Noot
3

Er bestaat slechts een uitzondering op deze hoofdregel in geval een uitbetaling een eenmalig karakter heeft, een nabetaling van een toeslag of een voorschot inkomstenbelasting, dan kan die uitbetaling wel worden verrekend voor zover de uitbetaling betrekking heeft op de periode van voor de datum van de toepassingverklaring van de schuldsanering.

Naar boven