Vragen van de leden Van Gerven en Leijten (beiden SP) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht dat zorgbehoevende kinderen van het kastje naar de muur gestuurd worden (ingezonden 21 juli 2015).

Antwoord van Staatssecretaris Van Rijn (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 2 september 2015). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2014–2015, nr. 2990.

Vraag 1

Wat vindt u ervan dat het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) geen indicatie wil afgeven aan 9 kinderen die aangewezen zijn op Wlz-zorg en dagbehandeling nodig hebben?1 2

Antwoord 1

Uit navraag bij het CIZ blijkt dat niet negen, zoals in de vraag verwoord, maar acht aanvragen voor Wlz-zorg zijn ingediend voor zorg voor kinderen in de leeftijdscategorie drie- tot vijfjarigen.

Vijf aanvragen om toegang tot de Wlz, zijn door het CIZ afgewezen, omdat niet is voldaan aan de toegangscriteria van de Wlz, zoals vastgelegd in artikel 3.2.1 van de Wlz. Toegang tot de Wlz is er wanneer een cliënt vanwege een somatische of psychogeriatrische aandoening of beperking of een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap, een blijvende behoefte heeft aan permanent toezicht of 24 uur per dag zorg in de nabijheid. Uitsluitend het CIZ is bevoegd om de toegang tot de Wlz te beoordelen, waardoor een objectieve, deskundige en uniforme indicatiestelling is gewaarborgd.

Voor één van deze afgewezen aanvragen geldt dat namens de cliënt bezwaar is gemaakt. De beslissing op bezwaar wordt in de week van 31 augustus 2015 naar verwachting bekend gemaakt aan de cliënt.

Voor één aanvraag geldt dat deze is overgedragen aan de gemeente. De in december 2014 bij het CIZ ingediende aanvraag is op grond van de Jeugdwet overgedragen aan de gemeente, omdat het CIZ de aanvraag eind december 2014 nog niet had behandeld. In de Jeugdwet staat dat het CIZ op grond van artikel 10.4a, tweede lid, van de Jeugdwet gehouden was de aanvraag binnen twee weken na 1 januari 2015 aan de gemeente over te dragen.

Twee aanvragen zijn nog in behandeling bij het CIZ.

Vraag 2

Kunt u uitzoeken waarom het CIZ weigert indicaties te beoordelen en af te geven voor dagbehandeling, terwijl volgens de zorginstelling deze kinderen aangewezen zijn op Wlz-zorg? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 2

Het CIZ heeft de aanvragen, gericht op een indicatie voor Wlz-zorg, beoordeeld. Slechts wanneer is voldaan aan de criteria, is er toegang tot de Wlz. Ik heb in mijn antwoord op vraag 1 aangegeven dat voor vijf aanvragen geldt dat het CIZ heeft geconstateerd dat niet is voldaan aan de vereisten die gelden voor toegang tot de Wlz.

Het is mogelijk dat een zorgaanbieder in eerste instantie een ander beeld heeft van de zorg die onder de Wlz geleverd kan worden.

Vraag 3

Wat vindt u ervan dat het CIZ indicaties niet inhoudelijk beoordeeld heeft en deze klakkeloos heeft doorgeschoven naar gemeenten? Hoe verhoudt dit zich tot de privacy wetgeving? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 3

Van «klakkeloos doorschuiven» door het CIZ naar de gemeente is geen sprake geweest. Ik heb bij het CIZ navraag gedaan naar de gang van zaken rond de ingediende aanvragen. Het CIZ heeft de aanvragen in behandeling genomen en heeft vervolgens besluiten genomen op de aanvragen. In één casus geldt dat de in december 2014 bij het CIZ ingediende aanvraag is overgedragen aan de gemeente op grond van de Jeugdwet, omdat de aanvraag niet meer door het CIZ is behandeld in december 2014, zoals vermeld in het antwoord op vraag 1. Dit is niet strijdig met wetgeving over privacy. Daarnaast is het CIZ in juli jongstleden in overleg getreden met de zorgaanbieder en de gemeente. Het CIZ heeft bovendien aan de zorgaanbieder een kortere communicatielijn voorgesteld ter verbetering van het contact.

Vraag 4

Wat vindt u ervan dat 4 kinderen onbetaald op de dagbehandeling zitten en 5 kinderen noodgedwongen op een wachtlijst staan omdat het CIZ weigert te indiceren, terwijl de instelling wel capaciteit heeft om kinderen te behandelen? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 4

Voor vier kinderen start de zorg in september aanstaande, voor vijf kinderen geldt dat zij al in zorg zijn, aldus Lentekind.

Vraag 5

Als er sprake is van een blijvende behoefte aan permanent toezicht of 24 uur per dag zorg in de nabijheid en ook als er sprake is van een somatische of psychogeriatrische aandoening of beperking of een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap, dan is het toch de regel dat deze kinderen onder de Wet langdurige zorg (Wlz) vallen en dat dit voorliggend is op de jeugdhulp van de gemeente? Deelt u de mening dat de betrokken kinderen onder de Wlz vallen en niet onder gemeente? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 5

In mijn antwoord op vraag 1 heb ik aangegeven wat de vereisten zijn om toegang te hebben tot de Wlz. Als is vastgesteld dat aan de vereisten is voldaan, is er sprake van toegang tot de Wlz. De Wlz is in deze situatie voorliggend op de Jeugdwet.

Ik heb in mijn antwoord op vraag 2 aangegeven dat uitsluitend het CIZ bevoegd is om te beoordelen of aan de wettelijke vereisten voor toegang tot de Wlz is voldaan. Het CIZ voert de Wlz uit als het gaat om de indicatiestelling. In vijf gevallen heeft het CIZ geconstateerd dat niet is voldaan aan de toegangscriteria van de Wlz.

Vraag 6

Is u bekend of dit doorschuifbeleid tussen het CIZ en gemeenten vaker voorkomt? Hebben u dergelijke signalen bereikt? Zo ja, hoe groot is dit probleem in Nederland? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 6

Mij hebben geen signalen bereikt dat in de vraag geschetste problematiek op dit moment stelselmatig voorkomt. Kinderen en jongeren vallen niet automatisch en uitsluitend onder de Jeugdwet: er zijn raakvlakken met de Zvw, Wlz, Wmo en de Wet Passend Onderwijs.

Om er voor te zorgen dat de afbakening tussen de Jeugdwet en de Wlz als het gaat om kinderen en jongeren beter bekend wordt bij gemeenten, zijn door VWS, samen met de VNG diverse bijeenkomsten georganiseerd. Zo zijn deze raakvlakken afgelopen voorjaar behandeld tijdens de praktijkdagen Jeugd en Wmo (maart 2015). In vervolg hierop zijn in samenwerking met de VNG in april en juli verdiepende bijeenkomsten georganiseerd om gemeenten te informeren en te ondersteunen bij hun vragen over het raakvlak van Wlz en Jeugdwet. Ook het CIZ heeft aan deze bijeenkomsten een bijdrage geleverd.

Ook op de implementatietafel Wlz wordt aandacht besteed aan de afbakening tussen de verschillende wetten, zodat verdere bekendheid wordt gegeven aan de reikwijdte van de verschillende wettelijke domeinen.

Vraag 7

Welke maatregelen gaat u (laten) nemen om te zorgen dat deze kinderen zo spoedig mogelijk door het CIZ worden beoordeeld, zodat deze kinderen snel de zorg krijgen die zij nodig hebben? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 7

In vraag 1 heb ik geantwoord dat vijf aanvragen reeds beoordeeld zijn. Dat twee aanvragen nog in behandeling zijn. En één aanvraag conform Jeugdwet is overgedragen aan de gemeente. Ik heb in mijn antwoord op vraag 4 aangegeven dat vijf kinderen in zorg zijn bij Lentekind, en dat voor vier kinderen de zorg start in september aanstaande bij Lentekind.

Vraag 8

Gaat u maatregelen treffen om het doorschuifbeleid tussen zorgloketten te voorkomen en te zorgen dat het duidelijk is waar mensen heen kunnen voor zorg en ondersteuning? Zo ja, welke? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 8

Ik wil zo veel mogelijk voorkómen dat voor cliënten onduidelijkheid bestaat over de vraag waar zij terecht kunnen met hun zorgbehoefte. De acties die ik hiertoe heb ondernomen, heb ik verwoord in de beantwoording van vraag 6.

Daarnaast wil ik er op wijzen dat indien cliënten problemen hebben bij het vinden van de juiste instantie, zij zich kunnen melden bij «het juiste loket» van Per Saldo en IederIn. Daar wordt contact opgenomen met gemeenten en CIZ om tot een juiste zorgtoewijzing te komen.

Vraag 9

Wat is uw oordeel over de volgende stelling: «De regelgeving is inmiddels zo complex geworden dat niemand er nog iets van snapt. Het is een grote chaos waar kinderen, ouders en zorginstellingen de dupe van zijn geworden. Ik denk dat er teruggegaan moet worden naar het basisidee was van de transitie van de AWBZ. Dit was: de gemeente is verantwoordelijk voor ondersteuning en lichtere begeleidingsvormen van cliënten. De Wlz is verantwoordelijk voor de intensieve begeleidings- en behandelvormen van cliënten.»? Als u dit onderschrijft hoe kan dan tot een vereenvoudiging of verduidelijking worden gekomen als het gaat om Wlz- of Wmo-zorg?3

Antwoord 9

Ik onderschrijf deze stelling niet. De Jeugdwet biedt prima waarborgen voor zorg aan jeugdigen, ook met een intensieve zorgvraag. Ik heb in mijn antwoord op vraag 8 aangegeven dat ik wil voorkómen dat onduidelijkheid bestaat voor cliënten over de vraag waar zij terecht kunnen met hun zorgbehoefte. In mijn antwoord op vraag 6 heb ik aangegeven welke activiteiten zijn ondernomen om deze onduidelijkheid zoveel mogelijk weg te nemen.

Vraag 10

Bent u bereid deze vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden?

Antwoord 10

Voor de beantwoording van de vragen ben ik in overleg getreden met het CIZ en Lentekind. De beantwoording van de vragen heeft mede hierdoor langer dan gebruikelijk op zich laten wachten.


X Noot
1

Bron onderhands meegestuurd aan bewindspersoon

X Noot
2

Wlz: wet langdurige zorg

X Noot
3

Wmo: Wet maatschappelijke ondersteuning; Awbz: Algemene wet bijzondere ziektekosten

Naar boven