Vragen van het lid Rebel (PvdA) aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over kritiek van de VN op Nederlands toezicht detentie (ingezonden 5 augustus 2015).

Antwoord van Staatssecretaris Dijkhoff (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 28 augustus 2015)

Vraag 1

Kent u het bericht «Kritiek VN op Nederlands toezicht detentie»1 en het bericht «Netherlands detention monitoring body needs more political support»2?

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2, 3, 4 en 5

Welke kritiek heeft de Hoge Commissaris voor Mensenrechten van de VN (OHCHR) op het Nationaal Preventie Mechanisme (NPM)? In hoeverre komt de kritiek van de OHCHR overeen met de kritiek die de Nationale ombudsman eerder had op het NPM en in hoeverre wijkt die kritiek daarvan af?

Deelt u de mening dat «political support and a solid legal base are required to enable the Dutch National Preventive Mechanism»? Zo ja, waarom en hoe gaat u aan hieraan tegemoet komen? Zo nee, waarom niet?

Wat is de inhoud van het rapport dat de UN Subcommittee on Prevention of Torture (SPT) aan de regering heeft overhandigd? Kunt u dit rapport voorzien van uw reactie en aan de Kamer doen toekomen?

Deelt u de mening dat de kwaliteit en onafhankelijkheid van het toezicht op detentie boven alle twijfel verheven moet zijn? Zo ja, hoe beziet u dit in het kader van de kritiek die de zowel Nationale 0mbudsman als nu ook de VN hebben? Zo ja, bent u voornemens zich deze kritiek aan te trekken en met welke gevolgtrekkingen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2, 3, 4 en 5

In september 2010 heeft Nederland het Facultatief Protocol bij het Verdrag tegen Foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing geratificeerd. Hiermee heeft Nederland ingestemd met internationaal toezicht door het Subcomité van het Comité tegen Foltering (hierna: het Subcomité) en zich daarnaast verplicht om een Nationaal Preventief Mechanisme (NPM) aan te wijzen. Het NPM houdt toezicht op plaatsen van vrijheidsbeneming in Nederland en rapporteert daarover aan het Subcomité. Taak is voorts om de autoriteiten te adviseren over (bestaande en toekomstige) wetgeving. Van 28 juli tot en met 31 juli jongstleden heeft het Subcomité een adviserend bezoek gebracht aan het Nederlandse NPM. Het Subcomité zal haar bevindingen naar aanleiding van het bezoek neerleggen in een rapport dat in november a.s. formeel aan mij zal worden aangeboden. Ik wil niet vooruitlopen op de conclusies en aanbevelingen uit dit rapport. Na overhandiging zal ik het rapport, vergezeld van een beleidsreactie, aan uw Kamer te doen toekomen. In deze beleidsreactie zal ik tevens ingaan op bovenstaande vragen.

Naar boven