Vragen van het lid Kuiken (PvdA) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu
over het advies van de Commissie voor de milieueffectrapportage over het «Luchthavenbesluit
Lelystad Airport» (ingezonden 8 oktober 2014).
Antwoord van Staatssecretaris Mansveld (Infrastructuur en Milieu) (ontvangen 22 oktober
2014)
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het advies van de Commissie voor de milieueffectrapportage
(Commissie m.e.r.) over het «Luchthavenbesluit Lelystad Airport»?1
Vraag 2
Deelt u de mening dat het Milieueffectrapport voor Lelystad Airport onvolledig is?
Antwoord 2
Ik deel deze mening van de Commissie niet op alle punten. In mijn brief in antwoord
op uw brief van 9 september 2014, ga ik hier nader op in.
Vraag 3
Waarom wordt het onderzoek naar het samengaan van luchtvaart en natuur pas later afgerond?
Antwoord 3
De toets op de uitvoerbaarheid van het luchthavenbesluit op basis van de «uitvoerbaarheidstoets
Natuurbeschermingswet» is na afronding van het MER opgesteld, omdat tot eind juni,
de datum van inwerkingtreding van de Regeling Programmatische Aanpak Stikstof»(hierna:
PAS) nog binnen afzienbare termijn voorzien was. Toen duidelijk werd dat inwerkingtreding
voor eind 2014 niet meer haalbaar was, om de besluitvorming niet te vertragen, besloten
om alsnog een toets op de uitvoerbaarheid te laten uitvoeren.
Er geldt geen verplichting dat deze informatie in het MER opgenomen moet zijn. Voordat
het bevoegd gezag een (luchthaven) besluit neemt moet het zich er immers van vergewissen
dat het besluit uitvoerbaar is. Het bevoegd gezag moet wel redelijkerwijs kunnen aannemen
dat de Natuurbeschermingswet 1998 niet een uitvoering van het besluit in de weg staat.
Vraag 4
Deelt u de mening dat de uitkomsten van dit onderzoek belangrijk zijn voor het luchthavenbesluit?
Antwoord 4
Met de Commissie ben ik van mening dat de resultaten van de uitvoerbaarheidstoets
belangrijk zijn voor de definitieve besluitvorming over de uitbreiding van de luchthaven.
Reden voor mij deze informatie ter beschikking te hebben alvorens een definitief besluit
te nemen.
Vraag 5
Deelt u de mening dat het aantal geluidgehinderden in nieuwe woonwijken, bijvoorbeeld
tussen Almere en Zeewolde, onvoldoende in kaart is gebracht? Bent u, gezien de recente
vernietiging van het bestemmingsplan Badhoevedorp-Lijnden Oost door de Raad van State,
bereid om aanvullend onderzoek te doen naar het garanderen van een goed leefklimaat
in de omgeving van de luchthaven?
Antwoord 5
Het MER geeft voor de voorkeursroute(B+) een goed beeld van het aantal geluidgehinderden
rond de 48 dB(A) Lden-contour in nieuwe woonwijken. Dit wordt ook niet door de Commissie bestreden. Op
verzoek van de Commissie wordt om het vergelijkingsmateriaal tussen de verschillende
routevarianten compleet te maken, ook het beeld van het aantal geluidgehinderden en
slaapverstoring bij de overige routevarianten aangevuld.
Op basis van de onderzoeken die in het kader van het MER zijn uitgevoerd, en met voorgaande
aanvullingen, geeft de zaak waaraan u refereert mij geen aanleiding tot aanvullend
onderzoek.
Vraag 6
Op welke wijze krijgt de Commissie m.e.r. de gelegenheid om de onderzoeken die nog
moeten worden verricht te beoordelen?
Antwoord 6
De aanvullingen zijn verwerkt in het MER en voor een aanvullend advies voorgelegd
aan de Commissie.
Vraag 7
Kunt u tevens aangeven hoe u omgaat met de overige reacties op het luchthavenbesluit?
Antwoord 7
Naar aanleiding van de zienswijzenprocedure in de periode 20 juni tot/met 31 juli
2014 zijn 956 zienswijzen ontvangen van overheden, belangenorganisatie, bedrijven
en bewoners. Deze zienswijzen en mijn reactie hierop worden uitgewerkt in een zogenaamd
«Verantwoordingsrapport». Dit rapport zal als bijlage bij het ontwerpluchthavenbesluit
voor advies voorgelegd worden aan de Raad van State. Nadat de Raad van State zijn
advies over het luchthavenbesluit heeft uitgebracht en na inwerkingtreding van het
luchthavenbesluit wordt het Verantwoordingsrapport openbaar gemaakt en aan alle indieners
van een zienswijze toegezonden en is het voor de Kamer beschikbaar.