Vragen van de leden Ronnes en Omtzigt (beiden CDA) aan de Minister van Financiën over het bericht «Verdere selectie van zakenbanken voor de voorgenomen beursintroductie van ABN AMRO» (ingezonden 6 augustus 2015).

Antwoord van Minister Dijsselbloem (Financiën) (ontvangen 27 augustus 2015)

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht «Verdere selectie van zakenbanken voor de voorgenomen beursintroductie van ABN AMRO», dat op de website van NL Financial Investments (NLFI)1 geplaatst is?

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Kunt u beschrijven welke rol u heeft bij de selectie van de banken die ABN AMRO naar de beurs brengen? Kende u de contractvoorwaarden en heeft u daarmee ingestemd?

Antwoord 2

Na de afronding van de bespreking in de Tweede Kamer van de voorgenomen beursgang van ABN AMRO heb ik goedgekeurd dat NLFI de selectie van de zakenbanken voor de voorgenomen beursgang van ABN AMRO zou uitvoeren (met inbegrip van de onderhandeling over contractvoorwaarden). NLFI heeft het Ministerie van Financiën geïnformeerd bij belangrijke stappen in het selectieproces.

Vraag 3

Kunt u de contractvoorwaarden (zoveel mogelijk) openbaar maken?

Antwoord 3

Bij doorgang van de voorgenomen beursgang van ABN AMRO zullen de belangrijkste elementen van de contractvoorwaarden (onder meer zoals beschreven in de antwoorden onder vragen 4 en 5), zoals die zijn opgenomen in de zogenoemde underwriting agreement, worden vermeld in de prospectus en daarmee openbaar worden. De contractvoorwaarden zal ik vertrouwelijk ter inzage beschikbaar stellen.2

Vraag 4

Zijn er naast de transactiekosten in het persbericht nog andere kosten die de bank of de staat betaalt aan de banken?

Antwoord 4

De prijsafspraken behelzen:

  • een basisfee van nul euro;

  • een vergoeding voor redelijke en gedocumenteerde kosten, zoals reiskosten en andere uitgaven, in de fase voorafgaand aan de beursgang waarbij de interesse van beleggers wordt gepeild (de zogenoemde pre-deal investor education) met vast maximum van € 50.000 per zakenbank;

  • geen compensatie voor juridische kosten die worden gemaakt door de zakenbanken;

  • een na afloop van de voorgenomen beursgang door NLFI volledig discretionair vast te stellen fee tot een maximum van 4,5 miljoen euro (exclusief btw) voor alle zakenbanken gezamenlijk; over alle zakenbanken te verdelen naar het discretionair oordeel van NLFI;

  • als de zakenbanken winst zouden maken met stabiliseringstransacties (waarvoor de greenshoe is bedoeld) komt de winst ten goede aan NLFI (c.q. de staat) na aftrek van redelijke en gedocumenteerde kosten (bijvoorbeeld provisiekosten) tot een maximum van 0,2% van de waarde van de verhandelde certificaten voor de stabilisatie; eventuele verliezen komen voor rekening van de zakenbanken.

Vraag 5

Zijn er andere tegenprestaties?

Antwoord 5

In het contract met de banken zijn verschillende afspraken vastgelegd, bijvoorbeeld over aansprakelijkheid en vrijwaringen. Er zijn geen andere tegenprestaties afgesproken dan genoemd in het antwoord onder 4.

Vraag 6

Kunt u precies aangeven of de banken nog andere mogelijkheden krijgen in het contract waarmee zij geld verdienen of kunnen verdienen aan de deal, zoals bijvoorbeeld een green shoe? Zo ja, kunt u de details daarvan verschaffen?

Antwoord 6

Er zijn geen mogelijkheden in het contract waarmee de zakenbanken geld kunnen verdienen aan de deal. Zie voor eventuele winsten behaald bij stabilisatie eveneens het antwoord op vraag 4.

Vraag 7

Zijn er afspraken gemaakt over de toedeling van aandelen? Mogen banken impliciet of expliciet een tegenprestatie vragen voor deze toewijzing?3 Zo nee, hoe is dat dan gegarandeerd?

Antwoord 7

NLFI/de staat stelt de toedeling vast, in samenspraak met ABN AMRO. De toedeling van aandelen zal plaatsvinden met inachtneming van een aantal vooraf vastgelegde uitgangspunten en criteria. Daarbij is in beginsel de geboden prijs leidend, maar ook andere criteria, zoals de kwaliteit van de investeerder en het tonen van interesse in een vroeg stadium, kunnen worden meegewogen.

De zakenbanken mogen zich uiteraard niet bedienen van onrechtmatige praktijken. Als extra waarborg is in de overeenkomst vastgelegd dat de banken zich bij (het voorstel voor) de toedeling van aandelen niet mogen bedienen van oneigenlijke praktijken. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om een toewijzing die zou worden gedaan voor het bevorderen van ongerelateerde fees of een toewijzing die voorwaardelijk zou zijn aan toekomstige orders of te verlenen diensten.

Vraag 8

Op welke wijze wordt bevorderd dat een deel van de aandelen onderhands geplaatst wordt, bijvoorbeeld bij institutionele partijen in Nederland?

Antwoord 8

De zakenbanken zullen in overleg met NLFI institutionele beleggers benaderen, waaronder institutionele beleggers in Nederland. Het plaatsen van de certificaten bij Nederlandse institutionele partijen zal echter geen doel op zich zijn.


X Noot
2

Ter vertrouwelijke inzage gelegd, alleen voor de leden, bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

X Noot
3

Felix Salmon: Where banks really make money on IPOs http://blogs.reuters.com/felix-salmon/2013/03/11/where-banks-really-make-money-on-ipos/

Naar boven