Vragen van de leden DeGraaf en Wilders (beiden PVV) aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van Veiligheid en Justitie en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht «Oproep tot «jihadbendes» in Europa» (ingezonden 10 juli 2015).

Antwoord van Minister Van derSteur (Veiligheid en Justitie), mede namens de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 26 augustus 2015)

Vraag 1

Kent u het bericht «Oproep tot «jihadbendes» in Europa»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2 en 4

Hoe beoordeelt u de oproepen aan moslims om zich te bewapenen, banden van politiewagens lek te steken, de politie te bekogelen met stenen, te infiltreren in criminele bendes, juweliers te overvallen, pinautomaten op te blazen, creditcards te stelen, zelfmoordbomvesten te maken, kinderen te recruteren en militaire jihadbendes te vormen, om daarmee een machtsfactor van betekenis in het Westen te vormen?

Neemt u, gezien de door u erkende invloed die internet heeft op de radicalisering van moslims, de in het artikel genoemde geschriften wèl serieus, in tegenstelling tot de woordvoerder van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV)? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2 en 4

Het kabinet neemt de dreiging die van het gewelddadig jihadisme uitgaat uiterst serieus. Het Actieprogramma Integrale Aanpak Jihadisme beschrijft de brede aanpak hiervan, waarbij zowel de harde kern van extremisten wordt bestreden, als de verspreiding van het gewelddadige gedachtengoed wordt tegengegaan, door een strafrechtelijke en/of bestuurlijke aanpak. Bij de bestrijding van de gewelddadige jihadistische beweging in Nederland is het zaak om nieuwe aanwas van deze beweging te voorkomen door het tegengaan van radicalisering en het wegnemen van de voedingsbodem.

De woordvoerder van de NCTV heeft gereageerd op de in het artikel genoemde geschriften en deze als «jihadistische propaganda» gekwalificeerd. Er is momenteel geen aanleiding om de reactie van de NCTV-woordvoerder te herzien.

Vraag 3 en 5

Deelt u de mening dat we in Nederland met de grote invloed van de islam een megaprobleem hebben, of ziet u de islam nog steeds als verrijking?

Groeit door dit soort publicaties bij u eindelijk het inzicht dat Nederland gedeïslamiseerd dient te worden? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 3 en 5

De islam kent in Nederland dezelfde nationale en internationale mensenrechtelijke bescherming als andere godsdiensten of levensovertuigingen. Op grond van artikel 6 van de Grondwet heeft een ieder het recht om zijn godsdienst of levensovertuiging vrij te belijden, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet. Het recht op de vrijheid van godsdienst of levensovertuiging is ook vastgelegd in artikel 9 van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden en artikel 18 van het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten.

Naar boven