Vragen van de leden Van Klaveren en Bontes (beiden Groep Bontes/Van Klaveren) aan de Minister van Defensie over het bericht dat 60% van het Defensiepersoneel geen vertrouwen in de Minister heeft (ingezonden 16 september 2014).

Antwoord van Minister Hennis – Plasschaert (Defensie) (ontvangen 23 oktober 2014)

Vraag 1

Bent u bekend met de peiling van de militaire vakbonden, waaruit blijkt dat 60% van het defensiepersoneel geen vertrouwen in u heeft?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2 en 5

Begrijpt u deze rode kaart aan uw adres, gezien de voortgaande sloop van de krijgsmacht en de verslechterde arbeidsvoorwaarden?

Acht u zichzelf nog geloofwaardig als Minister van Defensie, gezien het totale gebrek aan vertrouwen binnen de organisatie?

Antwoord 2 en 5

Ik begrijp dat door jaren van bezuinigingen, reorganisaties, baanonzekerheid en het handhaven van de nullijn het vertrouwen van het Defensiepersoneel onder druk is komen te staan. Ik wil het personeel op elk van deze punten weer perspectief bieden en werk daaraan. Daarvoor zijn inmiddels belangrijke stappen gezet, zoals de totstandkoming van de nota «In het belang van Nederland», de voltooiing van de meeste reorganisaties, de trendbreuk in de defensiebegroting en de aanstaande start van de onderhandelingen voor een nieuwe cao. Defensie meet zelf voortdurend het vertrouwen van het personeel in de organisatie en in de laatste metingen is een voorzichtige verbetering daarvan te bespeuren. Dat neemt niet weg dat het herstel van vertrouwen ook de komende jaren een belangrijk aandachtspunt zal blijven.

Vraag 3

Bent u bereid te garanderen dat er vóór de behandeling van de defensie-begroting een nieuwe cao is?

Antwoord 3

De onderhandelingen voor een nieuwe cao gaan binnenkort van start. Ik kan geen garanties geven voor het tijdstip van voltooiing, maar mijn streven is zo snel mogelijk tot goede cao-afspraken te komen. Ik verwacht niet dat dit voor de behandeling van de defensiebegroting in november a.s. al het geval zal zijn.

Vraag 4

Op welke wijze gaat u er nu eindelijk voor zorgen dat een forse loonsverhoging wordt gegeven en de negatieve effecten van de WUL (Wet uniformering loonbegrip) en van het AOW-gat worden gecompenseerd?

Antwoord 4

De inhoud van de cao-afspraken is onderwerp van de onderhandelingen en daarover kan ik in dit stadium geen mededelingen doen. Wel heb ik al eerder aangegeven dat ik in de komende onderhandelingen tot een oplossing voor het AOW-gat wil komen. Vorig jaar zijn de effecten van de WUL voor militair personeel binnen de door het kabinet vastgestelde bandbreedte gebracht die ook voor andere groepen in de samenleving geldt. Met de nota In het belang van Nederland is daarvoor een bedrag van € 50 miljoen structureel vrijgemaakt.

Naar boven