Aanhangsel van de Handelingen
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2014-2015 | 3138 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2014-2015 | 3138 |
Erkent u dat er voor de stelling in het ambtsbericht van 2014 inzake Guinée dat er tegenwoordig minder sprake zou zijn van genitale verminking van meisjes geen nadere onderbouwing wordt gegeven op basis van harde cijfers? Erkent u bovendien dat de signalen uit anonieme bronnen waarop men zich verlaat bovendien beperkt blijven tot hoger opgeleiden in de grote steden?1 Kunt u uw antwoord toelichten?
Het algemeen ambtsbericht Guinée van 2014 is opgesteld onder de verantwoordelijkheid van de Minister van Buitenlandse Zaken en is tot stand gekomen op basis van uitgebreid, zorgvuldig en afgewogen bronnenonderzoek, onder andere ter plaatse. De bevindingen zijn gebaseerd op meerdere schriftelijke bronnen, inclusief cijfermateriaal en gesprekspartners waarbij de verkregen informatie zoveel mogelijk aan elkaar wordt getoetst. De identiteit en achtergrond van de gesprekspartners wordt in de regel niet openbaar gemaakt om hun veiligheid en daardoor hun betrouwbaarheid niet in gevaar te brengen.
Erkent u dat uit het ambtsbericht blijkt dat voorlichtingscampagnes over genitale verminking bij meisjes vooralsnog niet het gewenste effect hebben gehad?2 Kunt u daarbij aangeven waarom u zich in rechtszaken over dit onderwerp desondanks op deze voorlichtingscampagnes beroept als argument om jonge meisjes terug te kunnen sturen naar Guinée?3
Erkent u dat, ook indien de ouders geen voorstander zijn van genitale verminking, deze alsnog kan voorkomen omdat bijvoorbeeld een ander familielid dit regelt4 of omdat een vroedvrouw ondanks andere instructie toch een volledige «besnijdenis» uitvoert?
Erkent u bovendien dat «geen genitale verminking» volgens het ambtsbericht ook kan inhouden dat aan de vroedvrouw wordt gevraagd slechts een klein sneetje te maken?5 Wat is uw oordeel daarover?
Uit het algemeen ambtsbericht betreffende Guinée van de Minister van Buitenlandse Zaken van 2014 blijkt dat het gewenste effect van de voorlichtingscampagnes, namelijk de uitbanning van genitale verminking, nog niet is bereikt. Wel blijkt uit het ambtsbericht dat er in Guinée een toenemende bewustwording is van de gevaren en risico’s van vrouwenbesnijdenis.
In het ambtsbericht wordt beschreven dat het onder omstandigheden mogelijk is voor een meisje om zich te onttrekken aan besnijdenis en dat dit onder andere afhankelijk is van de attitude van haar familie en de woonplaats. Zo blijkt dat het in de regel de moeder van een meisje is die bepaalt of haar dochter wordt besneden en dat het in een stad gemakkelijker is om zich te onttrekken aan de druk van een gemeenschap, dan in een dorp.
Overigens wordt in het ambtsbericht niet gesteld dat een kleine snee geen genitale verminking zou zijn; de tekst kwalificeert dit juist als de lichtste vorm van besnijdenis.
Wat is de reden dat u van minderjarige vrouwelijke asielzoekers uit Guinée verlangt6 dat zij aannemelijk maken dat een specifiek persoon concrete plannen heeft hen genitaal te laten verminken, nu uit de officiële cijfers blijkt dat nog altijd 96,9% van de vrouwen genitaal is verminkt?7
Op welke wijze houdt u er in uw beleid rekening mee dat het ambtsbericht eveneens meldt dat «ook waar het mes in het openbaar is afgezworen», gemeenschappen hier in het geheim vaak toch mee doorgaan?8
Bent u bereid, in het licht van de genoemde feiten, het asielbeleid ten aanzien van minderjarige meisjes uit Guinée nog eens tegen het licht te houden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn?
De Vreemdelingencirculaire 2000 voorziet in specifiek beleid ten aanzien van meisjes en vrouwen, die het risico lopen genitaal verminkt te worden bij terugkeer naar het land van herkomst. Dit is algemeen, niet landgebonden, beleid. Hierin is bepaald dat een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd wordt verleend als de betrokkene een reëel risico loopt op genitale verminking in het land van herkomst. Voor de toepassing van het beleid wordt geen onderscheid gemaakt tussen de verschillende typen van besnijdenis (1–4). Bij de beoordeling worden zowel de verklaringen van de betrokkene meegewogen als de algemene informatie over genitale verminking, zoals deze bijvoorbeeld blijkt uit het algemeen ambtsbericht. Of in een specifiek geval bescherming in Nederland aangewezen is, hangt derhalve af van het samenstel van factoren in de zaak. Dit beleid biedt voldoende ruimte om bescherming te bieden daar waar dat nodig is, ook voor vrouwen en meisjes afkomstig uit Guinée. Ik zie dan ook geen aanleiding om dit aan te passen.
De uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 12 juni jongstleden, waarnaar wordt verwezen in noot 2 bij uw vragen, geeft daar evenmin aanleiding toe. De Afdeling heeft daarin geoordeeld dat in de betreffende individuele zaak en onder verwijzing naar het ambtsbericht, het beleid juist is toegepast.
Bent u bereid te vragen om een thematisch ambtsbericht over genitale verminking in landen met een verhoogd risico daarop, waarbij nadrukkelijker wordt gezocht naar verifieerbare bronnen? Zo ja, op welke termijn? Zo nee, waarom niet?
Ten aanzien van landen waarvan bekend is dat genitale verminking voorkomt, geldt dat in de ambtsberichten van de Minister van Buitenlandse Zaken hier standaard aandacht aan wordt besteed, zoals ook in het aangehaalde ambtsbericht betreffende Guinée. Een thematisch ambtsbericht ontbeert een toegevoegde waarde.
o.a. pagina 46 van het ambtsbericht: «De impact op de totale bevolking is vooralsnog niet bijzonder groot».
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20142015-3138.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.