Vragen van het lid Keijzer (CDA) en Otwin vanDijk (PvdA) aan de Staatssecretaris van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de zware belasting van de mantelzorger (ingezonden
27 juli 2015).
Antwoord van Staatssecretaris VanRijn (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen
21 augustus 2015). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2014–2015, nr. 3006
Vraag 1
Bent u bekend met de uitzending van De Wachtkamer van 22 juli 2015?1
Vraag 2
Deelt u de mening dat het uitgangspunt van beleid, namelijk Eén gezin, één plan, niet
vanzelfsprekend gehaald wordt wanneer vier wetten van toepassing zijn op één gezin?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Het nieuwe zorgstelsel is zoveel mogelijk ingericht vanuit de gedachte «Eén gezin,
Eén plan» en ondersteunt de uitvoering hiervan in de praktijk. Door de decentralisatie
van de zorg naar de gemeenten kan meer dan voorheen de zorg dichter bij mensen en
op een integrale manier worden vormgegeven. De nieuwe wettelijke kaders bieden professionals
meer ruimte om tot goede onderlinge afstemming te komen, ook wanneer er meerdere wetten
van toepassing zijn. Bij de totstandkoming van de wetgeving is de wetgeving ook op
elkaar afgestemd.
Al lerende weg krijgt dit in de praktijk verder vorm en wordt er gewerkt aan de daadwerkelijke
vernieuwingsslag die de zorg en ondersteuning aan mensen beter moet maken. Signalen
zoals die van mevr. Stekelenburg en andere mantelzorgers zijn in dit proces uiterst
waardevol, zowel lokaal als landelijk. Op dat niveau spreek ik periodiek, samen met
de VNG en ZN, met de cliëntorganisaties en koepels van aanbieders over het totaalbeeld
aan signalen dat zij binnenkrijgen. Tot nu toe blijkt dat door goede samenwerkingsafspraken
de meeste problemen kunnen worden opgelost. Wanneer er belemmeringen in wet- en regelgeving
worden ervaren, ben ik bereid daarnaar te kijken en deze waar nodig weg te nemen.
Daarom is mijn ministerie ook in gesprek met mevr. Stekelenburg.
Vraag 3, 4 en 5
Wat vindt u van de driedubbele belasting van de mantelzorger in kwestie, namelijk
de te verlenen zorg, de werkzaamheden buitenshuis en het omgaan met de veel te grote
hoeveelheid bureaucratie?
Zit in de werkprocessen bij zorgkantoren, zorgverzekeraars en gemeenten de mogelijkheid
opgenomen dat niet om informatie gevraagd hoeft te worden omdat deze al voorhanden
is of van onvoldoende belang is gezien de belasting die deze oplevert voor de mantelzorger?
Zo nee, bent u bereid hierover het gesprek aan te gaan?
Bent u bereid gebruik te maken van artikel 10.1.2 Wet langdurige zorg (Wlz) waarmee
in de Wlz een experimenteerartikel is opgenomen op basis waarvan de werking van verschillende
wettelijke bepalingen kan worden aangepast opdat gezinnen niet langer te maken hebben
met de regimes van verschillende wetten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wanneer gaat
de desbetreffende algemene maatregel van bestuur in werking treden?
Annette heeft haar succesvolle eigen bedrijf opgegeven om fulltime te gaan mantelzorgen
voor haar man en kinderen, die lijden aan een progressieve spierziekte. Maar er blijft
nauwelijks tijd over om te zorgen, Annette is namelijk veel te druk met het invullen
van papierwerk om haar PGB rond te krijgen. De strijd met de bureaucratie gaat Annette
dapper aan, maar hoe lang houdt ze dit nog vol? Kan ze de zorg voor haar man en kinderen
blijven dragen of moet ze voortaan andere zorgverleners vragen om de broek van haar
zoon op te hijsen? http://www.npo.nl/de-wachtkamer/22-07-2015/VPWON_1240503
Antwoord 3, 4 en 5
Aandacht voor de belastbaarheid en goede ondersteuning van mantelzorgers is van groot
belang. Gemeenten, wijkverpleegkundigen, maar ook de huisarts zoals in de uitzending
is te zien, vervullen hierin een belangrijke rol. In de voortgangsbrief over de informele
zorg die ik u op 24 juni jl. heb gestuurd, informeer ik u over de stappen die ik samen
met de partijen van de Toekomstagenda Informele Zorg heb gezet of die nog gepland
staan.
De wetten bieden ruimte om de werkprocessen goed op elkaar af te stemmen. Informatie
kan ook gedeeld worden als cliënten daarvoor toestemming geven.
Op dit moment wordt door de gemeenten Woerden en Delft en Per Saldo een pilot voor
een integraal pgb uitgewerkt.
In deze pilot zal onder meer terugkomen of en hoe de belasting van cliënt en mantelzorger
met betrekking tot het regelen van zorg en ondersteuning uit verschillende domeinen
kan worden verlicht. Daarbij wordt bijvoorbeeld gedacht aan het creëren van één toegang(sloket)
en het opstellen van één ondersteuningsplan levensbreed. Ik zal de gemeenten vragen
hun ervaringen al werkende weg breed met anderen te delen. Voor zover dat nodig is,
kan artikel 10.1.2. van de Wet langdurige zorg (Wlz) experimenteerruimte bieden om
een verzekerde/cliënt een integraal, op zijn situatie afgestemd pakket aan langdurige
zorg, geneeskundige zorg, maatschappelijke ondersteuning of jeugdhulp te bieden.
X Noot
1NPO3, De Wachtkamer – 22 juli 2015