Vragen van het lid DeRoon (PVV) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het bewijs dat Turkije een nauwe band onderhield met Islamitische Staat (ingezonden 5 augustus 2015).

Antwoord van Minister Koenders (Buitenlandse Zaken) en Minister Hennis-Plasschaert (Defensie) (ontvangen 21 augustus 2015)

Vraag 1

Herinnert u zich de militaire operatie van Amerikaanse speciale eenheden waarbij een kopstuk van Islamitische Staat om het leven kwam en enorme hoeveelheden gegevensdragers in beslag werden genomen?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2, 3 en 6

Kunt u de berichten bevestigen dat de in beslag genomen gegevensdragers onomstotelijk bewijzen dat de Turkse autoriteiten en Islamitische Staat een nauwe band met elkaar onderhielden, zoals wordt beweerd door een westerse overheidsfunctionaris?2 Zo nee, wilt u hierover nadere inlichtingen inwinnen?

Erkent u, gezien het feit dat steeds meer signalen wijzen op verschillende vormen van samenwerking tussen NAVO-«bondgenoot» Turkije en Islamitische Staat, dat het van cruciaal belang is dat hierover de onderste steen boven komt? Zo nee, waarom niet?

Wordt binnen de NAVO geaccepteerd dat lidstaten zaken doen met terreurorganisaties of activiteiten van terreurorganisaties of aanwezigheid van terroristen op hun grondgebied gedogen? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom wordt Turkije dan niet per direct uit de NAVO gezet?

Antwoord 2, 3 en 6

Uiteraard volgt het kabinet de ontwikkeling en de berichtgeving over de strijd tegen ISIS nauwgezet. Nederland kan niet bevestigen dat Turkije steun levert aan jihadistische organisaties zoals ISIS. De Turkse autoriteiten hebben in het openbaar en in bilaterale contacten met Nederland gesteld dat ze zich grote zorgen maken over de Turkse binnenlandse veiligheid ten gevolge van de activiteiten van jihadistische groeperingen. Tegelijkertijd is de intensiteit van de aanpak van ISIS vergroot sinds de zelfmoordaanslag in Suruç. Zoals bekend is Turkije al langere tijd actief in de anti-ISIS coalitie. Turkije heeft ISIS ook al lange tijd geleden op de nationale terrorismelijst geplaatst, en het is samen met Nederland voorzitter van de Foreign Terrorist Fighters werkgroep in de anti-ISIS-coalitie.

Vraag 4

Wilt u de Kamer informeren over het eindresultaat van het onderzoek naar de in beslag genomen gegevensdragers? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

Het is niet waarschijnlijk dat informatie hierover openbaar gemaakt wordt of kan worden.

Vraag 5

Deelt u de bewering dat Turkije op militair niveau samenwerkt met terreurorganisaties als Jabhat-al-Nusra en Ahrar al-Sham, die net als Islamitische Staat diverse gruwelijkheden op hun conto hebben staan? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5

Onder verwijzing naar de eerdere beantwoording van Kamervragen over de smokkel van wapens en munitie naar onder andere Jabhat al-Nusra via Turkije, en de brief die ik uw Kamer op 28 april jl. over hetzelfde onderwerp stuurde (Kamerstuk 27 925 nr. 535), kan nogmaals worden bevestigd dat het kabinet bekend is met de diverse berichten over vermeende steun via Turkije aan jihadistische organisaties. Echter, het kabinet kan niet bevestigen dat Turkije steun biedt aan jihadistische organisaties.

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Ten Broeke (VVD), ingezonden 3 augustus 2015 (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2014–2015, nr. 3104)

Naar boven