Vragen van het lid Smaling (SP) aan de Minister van Economische Zaken over mogelijke gasboringen bij Woudsend (ingezonden 5 juni 2015).

Antwoord van Minister Kamp (Economische Zaken) (ontvangen 14 juli 2015)

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel «Gasput bij Woudsend toch in beeld bij Vermilion»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Bent u ervan op de hoogte dat de provincie Friesland zich heeft uitgesproken tegen nieuwe gasboringen en daarom ook niet mee zal werken aan nieuwe aanvragen?2 Zo ja, hoe kijkt u tegen deze uitspraak aan en wat is uw reactie hierop?

Antwoord 2

Ja, ik ben bekend met het standpunt van de provincie Friesland ten aanzien van nieuwe gasboringen. De stellingname van de provincie laat de wettelijke bepalingen, taken en bevoegdheden van zowel het Rijk als de provincie onverlet. Ik wil hier graag nader over in gesprek met de provincie.

Vraag 3

Acht u de gasboringen bij Woudsend noodzakelijk? Zo ja, waarom?

Antwoord 3

De beoogde gasboringen van Vermilion Oil and Gas Netherlands B.V. (hierna: Vermilion) bij Woudsend geven invulling aan het kleine veldenbeleid van het kabinet. Uiteraard kunnen de betreffende activiteiten alleen dan plaatsvinden als deze voldoen aan alle eisen die vanuit wet- en regelgeving daaraan gesteld worden. Dit betreft onder andere aspecten van veiligheid, natuur, milieu en ruimtelijke inpassing. Ook het op adequate wijze betrekken van de gemeente en omwonenden is daarbij van belang; zie hiervoor ook het antwoord op vraag 5.

Vraag 4

Wethouder Akkerman van de gemeente Súdwest-Fryslân geeft aan dat ondanks het onderzoeken van de gasput deze niet in beeld is voor winning; is deze aanname correct? Wat is volgens u het doel van het onderzoek naar de gasput?

Antwoord 4

De door Vermilion beoogde gasboring bij Woudsend is uiteindelijk gericht op gaswinning. De besluitvormingsprocedure daarvoor is echter nog niet gestart, zodat inderdaad gesteld kan worden dat deze eventueel toekomstige gaswinning momenteel niet in beeld is.

Vraag 5

Hoe zou u omgaan met de case-Woudsend wanneer de grotere invloed van lagere overheden op gaswinning is vastgelegd in de Mijnbouwwet?

Antwoord 5

Ik heb in de kabinetsreactie van 2 april 2015 op het rapport «Aardbevingsrisico’s in Groningen» van de Onderzoeksraad voor Veiligheid al aangegeven dat ik, vooruitlopend op het van kracht worden van de betreffende wijziging van de Mijnbouwwet, al zoveel mogelijk in lijn met de aanbevelingen zal handelen. De handelwijze vanuit mijn ministerie ten aanzien van de casus Woudsend is dus nu niet anders dan wanneer de betreffende wijziging van de Mijnbouwwet in werking zal zijn getreden.


X Noot
1

«Gasput bij Woudsend toch in beeld bij Vermilion» uit de Leeuwarder Courant van 28 mei 2015

X Noot
2

«Provincie: Geen nieuwe gasboringen» uit de Leeuwarder Courant van 12 februari 2015

Naar boven