Vragen van de leden Wilders en Helder (beiden PVV) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over de terreuraanpak en het dreigingsniveau in Nederland (ingezonden 25 september 2014).

Antwoord van Minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 20 oktober 2014).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de schokkende oproep tot het plegen van aanslagen in Nederland door een Nederlandse jihadist in Syrië die zei te spreken namens Nederlandse en Vlaamse jihadisten?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Waarom heeft u het dreigingsniveau niet onmiddellijk verhoogd van substantieel naar kritiek, nu een van de criteria daarvoor is dat Nederland vaak wordt genoemd in zeer serieus te nemen verklaringen van terroristische netwerken en specifieke doelen daarbij serieus worden bedreigd?2

Antwoord 2

De bedreigingen die door individuen zijn geuit vormen op dit moment geen reden het dreigingsniveau te verhogen. De terroristische dreiging tegen Nederland bevindt zich nog steeds binnen de bandbreedte van Substantieel, wat inhoudt dat de kans op een aanslag reëel is.

Vraag 3

Hoeveel concreter wilt u het hebben? Bent u nog wakker? Zo neen, wilt u plaats maken voor iemand die terreurbestrijding wel serieus neemt en de bescherming van de Nederlandse bevolking als absolute topprioriteit heeft?

Antwoord 3

Hoewel ik niet kan garanderen dat er in Nederland geen aanslag zal plaatsvinden, kunt u erop aan dat de opsporings- en veiligheidsdiensten er alles aan doen om aanslagen te voorkomen. Ook zet het kabinet met het Actieprogramma «Integrale Aanpak Jihadisme» vol in op het bestrijden en verzwakken van de jihadistische beweging in Nederland, en het wegnemen van de voedingsbodem voor radicalisering.

Vraag 4

Wilt u deze vragen nog deze week beantwoorden?

Antwoord 4

De Tweede Kamer is binnen een week na de hierboven aangehaalde oproep tijdens een technische briefing geïnformeerd over het huidige dreigingsniveau, en wel op maandag 29 september 2014.


X Noot
1

De Telegraaf, 24 september 2014

Naar boven