Vragen van het lid Karabulut (SP) aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht «vraagtekens bij sluiting sociale werkplaats» (ingezonden 11 juni 2015).

Antwoord van Staatssecretaris Klijnsma (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 3 juli 2015).

Vraag 1

Wat is uw reactie op het bericht dat sociale werkvoorziening Hameland in de Achterhoek verdwijnt?1 2

Antwoord 1

Ik heb kennis genomen van het bericht van de Ondernemingsraad van het sw-bedrijf Hameland over de voornemens van gemeenten om tot ontmanteling over te gaan. De gemeenteraden moeten overigens nog besluiten.

Vraag 2

Wat zijn de gevolgen van de sluiting voor de medewerkers van Hameland die in vaste dienst zijn?

Antwoord 2

Ik kan nogmaals bevestigen dat medewerkers met een sw-indicatie, die voor onbepaalde tijd in dienst zijn van een sw-bedrijf hun wettelijke rechten behouden. Indien de voornemens van de gemeenten door de gemeenteraden worden goedgekeurd dan treden de medewerkers van Hameland per 1 januari 2016 in dienst bij de gemeenten. De gemeenten dienen zich als goed werkgever op te stellen als het werk bij het sw-bedrijf eventueel verloren gaat.

Vraag 3

Hoeveel medewerkers van Hameland hebben een tijdelijk contract? Van hoeveel van deze mensen wordt het contract niet verlengd? Wat is uw reactie op het feit dat deze mensen als gevolg van de Participatiewet hun baan verliezen?

Antwoord 3

Ik beschik niet over de gegevens van elk afzonderlijk sw-bedrijf. De gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening en hebben daarbij beleidsvrijheid om zelf te beslissen over het al dan niet verlengen van tijdelijke contracten. De gemeenten moeten over het al dan niet verlengen van tijdelijke contracten overigens nog beslissen.

Vraag 4

Vindt u het een wenselijke ontwikkeling dat in reactie op de Participatiewet gemeenten er voor kiezen om sociale werkplaatsen te ontmantelen? Was dit te voorzien bij de totstandkoming van de Participatiewet? Zo ja, welke overwegingen had het kabinet om dit te laten gebeuren? Zo nee, bent u bereid om met maatregelen te komen om sociale werkplaatsen en samenwerkingsverbanden te behouden?

Antwoord 4

Het staat de gemeenten vrij om te beslissen hoe de organisatie van de uitvoering van de Participatiewet wordt vormgegeven. Daarbij vind ik het belangrijk dat de kennis, ervaring en netwerken van de sw-bedrijven niet verloren gaan. Sw-bedrijven kunnen een belangrijke rol vervullen bij het aan het werk helpen van mensen met een arbeidsbeperking, zowel bij de uitvoering van de Wsw, als bij het toeleiden naar regulier werk voor de bredere doelgroep van de Participatiewet en de invulling van beschut werk. Ook onder de Participatiewet kunnen sw-bedrijven dus een waardevolle rol vervullen.

Bij de totstandkoming van de Participatiewet was duidelijk dat de positie van de sw-bedrijven zou veranderen. We zien diverse modellen ontstaan. Uit een uitvraag van Cedris blijkt dat een groot aantal sw-bedrijven één of meer taken krijgt bij de uitvoering van de Participatiewet. De sw-bedrijven vormen zich vaak met (een deel van) de sociale dienst om tot sociale werkbedrijven, die voor de brede doelgroep van de Participatiewet worden ingezet.

Vraag 5 en 6

Wat is uw reactie op het feit dat de dreigende sluiting van Hameland leidt tot suïcidale neigingen bij sommige medewerkers?

Kunt u aangeven of vergelijkbare situaties (onzekerheid bij medewerkers van sociale werkplaatsen die leidt tot suïcidale neigingen) op meer plekken voorkomen?

Antwoord 5 en 6

Dergelijke signalen zijn buitengewoon ernstig. Uit de informatie die mij heeft bereikt blijkt dat de organisatie hierop heeft gereageerd door professionele hulp in te schakelen. Ik heb begrip voor het feit dat veranderingen in de wijze van organisatie gevoelens van onzekerheid met zich mee kunnen brengen. Daarom heb ik er bewust voor gekozen om in de Participatiewet vast te leggen dat de wettellijke rechten en plichten van medewerkers in de sociale werkplaatsen gehandhaafd blijven.

Vraag 7

Bent u bereid om te onderzoeken wat de gevolgen van de invoering van de Participatiewet zijn voor de Nederlandse sociale werkvoorziening en de mensen die hier werken?

Antwoord 7

Uiteraard ben ik bereid om te onderzoeken wat de gevolgen van de invoering van de Participatiewet zijn. Ik verwijs daarvoor naar het monitor- en evaluatieplan Participatiewet dat ik op 2 december 2013 aan uw Kamer deed toekomen.

Vraag 8

Deelt u de mening dat alle medewerkers van de sociale werkplaatsen recht hebben op een cao? Zo ja, wat gaat u hier aan doen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 8

Werknemers- en werkgeversorganisaties maken afspraken over collectieve arbeidsovereenkomsten. Ik heb daarin geen rol.

Naar boven