Vragen van het lid Nijboer (PvdA) aan de Minister van Financiën over het beperkte inzicht van afschriften van betaalrekeningen (ingezonden 7 mei 2015).

Antwoord van Minister Dijsselbloem (Financiën) (ontvangen 1 juli 2015)

Vraag 1

Kent u de artikelen «Zuinig op afschriften» en «Banken: meer betalen voor hetzelfde»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Deelt u de mening dat mensen gedurende enkele jaren gratis toegang moeten hebben tot informatie over hun eigen afschriften en betaalgedrag?

Antwoord 2

Op grond van de richtlijn betaaldiensten2 zijn banken verplicht om aan hun klanten informatie te verstrekken over de betaaltransacties die hebben plaatsgevonden. Naar ik heb begrepen van de Betaalvereniging bieden banken hun klanten de mogelijkheid om kosteloos bankafschriften vanuit internetbankieren te downloaden, in digitale vorm op te slaan en uit te printen. Daarnaast ontvangen klanten op verzoek ook op papier kosteloos maandelijks bankafschriften van hun bank, tenzij zij voor een specifiek (internet)betaalrekeningpakket hebben gekozen, waarbij deze mogelijkheid niet – of enkel tegen meerkosten – wordt aangeboden.

Vraag 3

Wat is uw oordeel over de keuze van banken dat nadat zij om efficiencyredenen stopten met het toesturen van papieren bankafschriften nu soms al na 15 maanden het inzien van afschriften afschermen?

Antwoord 3

Dat banken uit efficiency-overwegingen ervoor kiezen niet iedere klant standaard een bankafschrift op papier toe te zenden, past in mijn optiek in deze tijd waarin het overgrote deel van de klanten digitaal bankiert en in staat is zelf afschriften te downloaden en op te slaan. Wel blijft het op grond van artikel 71h van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft voor klanten die daar prijs op stellen mogelijk om hun bank te verzoeken eens per maand een papieren afschrift toe te sturen.

Uit de websites van de grootbanken is af te leiden dat bij twee van deze banken al de mogelijkheid bestaat om rekeningafschriften terug te zoeken tot zo’n 10 jaar geleden. De derde grootbank heeft aangegeven de termijn waarbinnen rekeningafschriften digitaal kunnen worden ingezien, te willen gaan uitbreiden van 15 maanden naar 5 jaar. Daarmee wordt mijns inziens aan het gesignaleerde punt tegemoet gekomen.

Vraag 4

Heeft dit al tot problemen of extra kosten geleid bij mensen die bijvoorbeeld inkomensgegevens en betaalafschriften uit het verleden nodig hadden voor bijvoorbeeld toeslagen of de fiscus?

Antwoord 4

Het is mij bekend dat belastingplichtigen en toeslaggerechtigden er in een incidenteel geval tegenaan zijn gelopen dat zij extra kosten moeten maken om bewijs te kunnen leveren bij fiscale geschillen.

Vraag 5 en 6

Bent u bereid met banken afspraken te maken dat het voor iedere klant tenminste enkele jaren gratis toegankelijk moet zijn om de eigen rekeningen in te zien?

Waarom is de toegankelijkheid van de eigen afschriften zo verschillend tussen banken; zo kunnen afschriften bij ABN tot 10 jaar terug worden ingezien, terwijl bij Rabobank het overzicht slechts 15 maanden is?

Antwoord 5 en 6

Er is geen wet- en regelgeving die banken voorschrijft hoe lang consumenten hun bankafschriften kosteloos moeten kunnen inzien. Betaalrekeninggegevens worden, zo heb ik van de Nederlandse Vereniging van Banken begrepen, door de banken in de regel behoorlijk lang bewaard. De drie grootbanken voorzien erin (ING en ABN AMRO) of gaan erin voorzien (Rabobank) dat klanten 5 tot 10 jaar in de digitale betaalhistorie kosteloos hun rekeningafschriften kunnen zoeken en downloaden. Voor het merendeel van de consumenten is een laagdrempelige toegang tot historische rekeninginformatie daarmee geborgd. Ik zie om deze reden geen dringende noodzaak om hierover op dit moment nader in gesprek te gaan.

Vraag 7

Hoe wordt ervoor gezorgd dat als mensen overstappen naar een andere bank de betaalgegevens bij de vorige bank toegankelijk blijven? Is dat voldoende geregeld? Zo niet, bent u bereid ook hierover afspraken met banken te maken?

Antwoord 7

Als een klant besluit over te stappen van een betaalrekening aangehouden bij de ene bank naar die van een andere bank en daarbij al dan niet gebruik maakt van de Overstapservice3, dan blijven de betaaltransactiedata (zoals kopieën van oude bankafschrijvingen) bij de oude bank beschikbaar en opvraagbaar. Zolang de klant de betaalrekening bij de oude bank nog heeft, kan hij ook zelf historische betaalinformatie opzoeken. Zodra een klant de oude rekening daadwerkelijk heeft beëindigd en de rekeninginformatie niet langer zelf kan opzoeken en downloaden, maar hiervoor afhankelijk is van zijn voormalige bank, dan kan dit voor de laatste kosten met zich meebrengen. Deze worden door de bank in de regel doorberekend aan de voormalige klanten. De Betaalvereniging heeft zich inmiddels bereid verklaard om in de evaluatie van de Overstapservice, waarvan de bevindingen in het Voorjaarsoverleg (mei 2016) van het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer zullen worden besproken, te onderzoeken of dit in de praktijk daadwerkelijk tot significante problemen leidt.


X Noot
1

Respectievelijk De Telegraaf van 3 april 2015 en Consumentenbond april 2015

X Noot
2

Richtlijn 2007/64/EG van het Europees parlement en de Raad van de Europese Unie van 13 november 2007 betreffende betalingsdiensten in de interne markt tot wijziging va de Richtlijnen 97/7/EG, 2002/65/EG, 2006/48/EG, en tot intrekking van Richtlijn 97/5/EG.

X Noot
3

Via de Overstapservice kunnen consumenten en ondernemers snel en eenvoudig wisselen van betaalrekening bij de ene naar de andere bank. Bijschrijvingen en incasso’s van de oude rekening worden gedurende 13 maanden automatisch doorgeleid naar de nieuwe rekening. Bedrijven en instanties aan wie een machtiging is gegeven, worden via de Overstapservice geïnformeerd over de nieuwe rekening.

Naar boven