Vragen van het lid DeRoon (PVV) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de oproep van Turkse president Erdoğan tot de verovering van Jeruzalem (ingezonden 3 juni 2015).

Antwoord van Minister Koenders (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 29 juni 2015)

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Erdoğan roept op tot verovering Jeruzalem»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Hoe beoordeelt u Erdoğan’s openlijke oproep tot het hijsen van de islamitische vlag boven de Israëlische hoofdstad Jeruzalem?

Antwoord 2

Nederland vindt dat deze en andere uitspraken niet passen.

Vraag 3, 4, 5 en 6

Deelt u de mening dat Erdoğan’s islamitisch-imperialistische ambities een bedreiging vormen voor democratische rechtsstaten? Zo neen, waarom niet?

Deelt u de mening dat islamitische verovering van Jeruzalem een ramp zou zijn voor de Westerse beschaving? Zo neen, waarom niet?

Deelt u de mening dat deze absurde uitspraken de vrede verder weg brengen dan ooit doordat Erdoğan olie op het vuur van Palestijnse terroristen gooit? Zo neen, waarom niet?

Hoe verandert de Nederlandse opstelling jegens Turkije, nu wederom blijkt dat Erdoğan opjut tegen Israël en de Joodse bevolking?

Antwoord 3, 4, 5 en 6

President Erdoğan heeft deze en ook andere niet passende uitspraken gedaan in de verkiezingsstrijd op weg naar de parlementaire verkiezingen van 7 juni. Deze uitspraken dragen niet bij aan normalisering van de betrekkingen tussen Turkije en President Erdoğan heeft deze en ook andere niet passende uitspraken gedaan in de verkiezingsstrijd op weg naar de parlementaire verkiezingen van 7 juni. Deze uitspraken dragen niet bij aan een normalisering van de betrekkingen tussen Turkije en Israël, die goed zou zijn voor beide landen en voor de hele regio.

Deze en andere uitspraken passen niet bij een land dat zich gecommitteerd heeft aan Europese waarden en standaarden. Het geeft ook de grote uitdagingen weer die resteren op het gebied van de rechtsstatelijkheid in Turkije, zoals onder meer op de door u aangehaalde terreinen van vrijheid van meningsuiting en persvrijheid die meer en meer in het gedrang zijn gekomen onder de huidige regering. Het kabinet blijft daarom kiezen voor hetzelfde beleid ten opzichte van Turkije, met een geloofwaardig EU-toetredingsproces dat vasthoudt aan strenge toetredingsvoorwaarden. Deze benadering biedt de beste gelegenheid Turkije kritisch aan te spreken en hervormingen te bevorderen op het terrein van de rechstatelijkheid, specifiek op de terreinen van persvrijheid en vrijheid van meningsuiting.

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Bisschop (SGP), ingezonden 3 juni 2015 (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2014–2015, nr. 2733)

Naar boven