Vragen van het lid Wolbert (PvdA) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en
Sport over cupping-praktijken (ingezonden 21 mei 2015).
Antwoord van Minister Schippers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 25 juni
2015)
Vraag 1
Kent u het bericht «Kamer wil cupping aanpakken»?1
Vraag 2
Wat zijn de omvang en gezondheidsrisico’s van cupping? Bent u bereid op korte termijn
een quick scan te doen?
Antwoord 2
Ik heb kennis genomen van de berichten. Ik maak mij zorgen over de gezondheidsrisico’s
van »wet cupping».
Cupping valt, als voorbehouden heelkundige behandeling, onder de Wet op de beroepen
in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG). Alleen daartoe aangewezen en bekwame
zorgverleners, zoals artsen, zijn formeel bevoegd deze handeling uit te voeren. De
IGZ houdt hier toezicht op.
Indien deze voorbehouden handeling wordt uitgevoerd door iemand die niet BIG-geregistreerd
is, kan hier door de IGZ een bestuurlijke boete worden opgelegd.
Indien deze voorbehouden handeling wordt uitgevoerd door iemand die wel BIG-geregistreerd
is, bijvoorbeeld een arts, kan deze handeling tuchtrechtelijk worden getoetst.
Ook kan er in beide gevallen sprake zijn van een strafbaar feit, zoals mishandeling
of het buiten noodzaak toebrengen van schade, waarop het Openbaar Ministerie kan handhaven.
Als de IGZ bij haar toezicht een strafbaar feit constateert, kan zij daarvan aangifte
doen.
Verder heeft de gemeente in het kader van de Wet publieke gezondheid als taak de technische
hygiënezorg te bevorderen. De uitvoerende instantie is doorgaans de GGD. De GGD kan
in het geval van besmetting passende maatregelen nemen en een melding doen bij de
IGZ. De IGZ heeft dergelijke meldingen nog niet ontvangen.
Vraag 3
Wat vindt u ervan dat veel cupping-therapeuten in lichamen snijden, terwijl zij hier
niet voor zijn opgeleid? Welke incidenten met cupping zijn u bekend, en hoe zijn deze
afgehandeld?
Antwoord 3
Zie het antwoord op vraag 2. Er zijn bij de IGZ geen meldingen bekend over problemen
met cupping.
Vraag 4
Bent u bereid te onderzoeken in hoeverre cupping-therapeuten zich aan de wet houden?
Zo ja, wanneer verwacht u de Kamer te informeren, en welk vervolg geeft u aan de uitkomsten?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Zie het antwoord op vraag 2.
Vraag 5
Hoe duidt u de claim van therapeuten dat «cupping helpt tegen kanker»?
Welke wettelijke kaders zijn er om consumenten te beschermen tegen onrechtmatige gezondheidsclaims
en hoe worden deze gehandhaafd?
Antwoord 5
De claim dat cupping helpt tegen kanker is ongefundeerd en daarmee misleidend en in
strijd met de Nederlandse Reclame Code. Ik heb de Stichting Reclame Code op dergelijke claims gewezen.
Vraag 6
Vindt u ook dat er in het kader van de volksgezondheid en veiligheid onmiddellijk
toezicht moet komen op cupping-therapeuten? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Zie het antwoord op vraag 2.
Vraag 7
Deelt u de mening dat cuppingpraktijken ondergebracht moeten worden in de Warenwet,
zoals dat ook met tatoeëren en piercen het geval is, gecontroleerd door de GGD?
Antwoord 7
Nee, zie het antwoord op vraag 2.
Bij tatoeëren en piercen wordt de huid doorboord en kunnen er bloedoverdraagbare ziekten
(hepatitis, aids) worden overgebracht. Er bestond destijds geen wettelijk kader hiervoor.
Anders dan cupping zijn tatoeëren en piercen geen voorbehouden handelingen volgens
de Wet BIG. Daarom is ervoor gekozen om het gebruik van tatoeage- en piercingmateriaal
onder de Warenwet te brengen en hiervoor een vergunningplicht te introduceren.
X Noot
1Kamer wil cupping aanpakken, NRC, 2 mei 2015