Vragen van lid Ypma (PvdA) aan de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht dat het toelatingsbeleid in Amsterdam scholen weer zwart maakt (ingezonden 19 maart 2015).

Antwoord van Staatssecretaris Dekker (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 23 juni 2015).

Vraag 1

Bent u bekend met het nieuwsbericht dat het toelatingsbeleid in Amsterdam scholen weer zwart maakt?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Deelt u de mening dat het toelatingsbeleid voor basisscholen niet mag leiden tot meer segregatie in het onderwijs?

Antwoord 2

De afspraken die het merendeel van de Amsterdamse schoolbesturen hebben gemaakt over de toelating van leerlingen tot de basisschool hebben tot doel om meer transparantie te bieden in het toelatingsproces. Het uitgangspunt daarbij is dat zoveel mogelijk kinderen in de wijk/buurt waar ze wonen naar school kunnen. Dit zou er toe kunnen leiden dat er meer gemengde scholen ontstaan, omdat door dit beleid de zogenaamde «witte vlucht» wordt beperkt. Wanneer door het beleid de segregatie toch zal toenemen, is het aan de gemeente en de schoolbesturen dit te bespreken en eventueel het beleid bij te stellen.

Vraag 3

Kunt u uiteenzetten wat de effecten van dit toelatingsbeleid zijn? Bent u bereid in te grijpen indien de effecten een nadelige uitwerking hebben op de leerlingen? Zo ja, welke instrumenten bent u bereid in te zetten om deze effecten te stoppen? Zo nee, kunt u toelichten waarom u representatieve en gebalanceerde basisscholen niet belangrijk vindt?

Antwoord 3

Het nieuwe toelatingsbeleid gaat met ingang van het schooljaar 2015–2016 in. Uit de eerste plaatsingsronde over een periode van een half jaar, waarbij 3.528 kleuters zijn aangemeld, blijkt volgens gegevens van de gemeente Amsterdam dat 89 procent is geplaatst op de eerste voorkeursschool en 96 procent van de leerlingen is geplaatst op een van de eerste drie opgegeven voorkeursscholen. Uit de eerste gegevens kan nog niet worden beoordeeld of door de nieuwe toelatingsprocedure de samenstelling van de school zal veranderen. Mocht door dit beleid de samenstelling van de populatie veranderen dan is het aan de schoolbesturen en de gemeente Amsterdam te beoordelen of een verandering van het beleid noodzakelijk is.

Vraag 4

Bent u van mening dat initiatieven van scholen en ouders, zoals op de school van de kinderen van Arnold Jonk2, om scholen gemengder te maken juist ondersteund moeten worden door gemeenten? Bent u bereid in gesprek te treden met gemeenten die juist een tegenwerkend beleid hanteren?

Antwoord 4

De schoolbesturen hebben met de gemeente Amsterdam afgesproken dat de plaatsingsprocedure na een volledig schooljaar zal worden geëvalueerd. Daarbij worden ook de initiatieven van scholen en ouders om scholen meer gemengd te maken meegenomen. De gemeente Amsterdam en de schoolbesturen zijn daarvoor verantwoordelijk.

Naar boven