Vragen van de leden Bontes en Van Klaveren (beiden Groep Bontes/Van Klaveren) aan de Minister van Defensie over de deplorabele toestand van de landmacht (ingezonden 19 mei 2015).

Antwoord van Minister Hennis-Plasschaert (Defensie) (ontvangen 17 juni 2015).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Landmacht zit aan de grond»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2 en 3

Hoe duidt u de terechte noodkreet van de Commandant der Landstrijdkrachten, luitenant-generaal De Kruif, over de toestand van de landmacht?

In hoeverre deelt u zijn analyse dat er een soortgelijke situatie bestaat als in de jaren dertig als het gaat om oud en amper inzetbaar materieel, een gebrek aan munitie en onvoldoende geschoold kaderpersoneel?

Antwoord 2 en 3

De uitspraken van luitenant-generaal De Kruif over de toestand van de landmacht stroken met het gestelde in mijn brief van 22 mei jl. over de «Knelpunten materiële gereedheid» van de krijgsmacht (Kamerstuk 33 763, nr. 74). Daarin meld ik dat het voortzettingsvermogen en de geoefendheid van de krijgsmacht onder druk staan onder meer door personele en materiële beperkingen.

Vraag 4 en 5

Bent u eindelijk bereid uw lange termijnvisie op tafel te leggen voor Defensie? Zo neen, waarom niet?

Ziet u inmiddels de absolute noodzaak in van een forse verhoging van het defensiebudget met minimaal 5 miljard euro, om daarmee tevens te voldoen aan de gestelde NAVO-norm? Graag een toelichting.

Antwoord 4 en 5

Het kabinet heeft u eerder geïnformeerd dat het parlement uiterlijk in juni een brief ontvangt naar aanleiding van de motie-Van der Staaij c.s.

Naar boven