Vragen van de leden Voordewind (ChristenUnie), Van der Staaij (SGP) en Omtzigt (CDA)
aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de positie van christenen in Syrië (ingezonden
28 mei 2015).
Antwoord van Minister Koenders (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 16 juni 2015)
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht dat er opnieuw een Syrisch-christelijke geestelijke
is ontvoerd in de regio van Homs, Syrië?1
Vraag 2
Deelt u de overtuiging dat de christelijke minderheden in Syrië, met name onder het
bewind van IS(IS), steeds verder onder druk komen staan en dat hierbij sprake is van
een religieuze, etnische en culturele zuivering? Kunt u aangeven hoeveel christenen
er voor de opkomst van IS(IS) in Irak en Syrië verbleven en hoeveel er nu nog over
zijn?
Antwoord 2
Het kabinet maakt zich ernstige zorgen over de positie van christelijke minderheidsgroepen
in Syrië en Irak. Het aantal christenen in Irak bedroeg in 2003 naar schatting ruim
één miljoen. Sinds de val van Saddam Hoessein zijn veel christenen het land ontvlucht
vanwege de verslechterde veiligheidssituatie. In 2013, voor de opmars van ISIS in
Irak, bedroeg het aantal christenen in Irak naar schatting hoogstens 500.000. Sinds
de start van het Syrische conflict in 2011 en de opmars van ISIS in Irak en Syrië
zijn miljoenen Syriërs en Irakezen op de vlucht geslagen, onder wie ook christenen.
Precieze cijfers van het huidige aantal christenen in Syrië en Irak zijn niet beschikbaar.
De trend dat het aantal christenen in het Midden-Oosten sterk daalt is zorgwekkend.
Christenen, en tevens andere minderheden, hebben een extra kwetsbare positie binnen
de samenleving, omdat zij relatief klein in aantal zijn en derhalve een minder stevig
beschermingsvangnet hebben. Nederland maakt gebruik van alle beschikbare kanalen om
aandacht te vestigen op de schendingen van vrijheid van godsdienst en levensovertuiging.
Vraag 3
Op welke wijze staat Nederland in contact met de coalitie onder leiding van de Verenigde
Staten die ook in Syrië actief is in de strijd tegen IS(IS)? Ziet u mogelijkheden
om binnen deze contacten specifiek aandacht te vragen voor het lot van de christelijke
minderheid? Op welke wijze wordt hier in de strijd tegen IS(IS) al aandacht aan geschonken
en over welke mogelijkheden beschikt u om hieraan een bijdrage te leveren? Deelt u
de mening dat dit binnen de coalitie, zowel in Syrië en in Irak, extra aandacht verdiend?
Antwoord 3
Nederland staat als deelnemer van de anti-ISIS-coalitie voortdurend in contact met
de coalitiegenoten, onder andere via de militaire planningsbijeenkomsten, de kerngroep
(small group) en de reguliere werkgroepen van de coalitie. De Nederlandse gronden voor deelname
aan de coalitie zijn sinds de ontplooiing van de missie ongewijzigd. De bescherming
van de burgerbevolking – inclusief christelijke minderheden – tegen de ernstige mensenrechtenschendingen
die door ISIS worden begaan, maakt daarvan deel uit.
Vraag 4
Heeft u kennisgenomen van de woorden van de Melkitisch aartsbisschop van Aleppo, Jean-Clemen
Jeansart, die waarschuwde dat zijn volk in groot gevaar is en op het punt staat te
verdwijnen en waarschuwde dat zowel in Syrie als Irak christelijke gemeenschappen,
samen met andere kwetsbare minderheden, weerloos zijn tegen aanvallen van ISIS, omdat
zij een hoofddoel vormen van de campagne van het kalifaat voor religieuze zuivering?
Vraag 5
Komt de internationale gemeenschap in actie voordat alle christenen en minderheden
verdreven zijn, daarna of in zijn geheel niet?
Antwoord 5
Nederland is voorstander van een pluriform Syrië en een pluriform Irak, waar minderheden
ook in de toekomst een gelijkwaardige plaats in de samenleving hebben. Derhalve blijf
ik mij inspannen voor een inclusief politiek proces in zowel Irak als Syrië, waarin
ruimte is voor alle bevolkingsgroepen, inclusief de minderheden.
De mate waarin deze pluriformiteit in de toekomst daadwerkelijk gerealiseerd kan worden
is onder meer afhankelijk van: de strijd tegen ISIS; de mate van politieke inclusiviteit
en hervormingen in Irak; het bereiken van een breed gedragen politieke oplossing voor
Syrië en implementatie daarvan; effectieve bestrijding van terrorisme en extremisme
in de regio en het aanpakken van straffeloosheid. In bilateraal, EU- en VN-verband,
alsmede binnen de anti-ISIS-coalitie, wordt voortdurend aan deze thema’s gewerkt.
De internationale gemeenschap werkt daarmee actief aan de bescherming van de burgerbevolking,
inclusief de minderheden.