Vragen van het lid De Roon (PVV) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Defensie over de bescherming van Nederlandse koopvaardijschepen in de Middellandse Zee tegen piraterij (ingezonden 13 mei 2015).

Antwoord van Minister Koenders (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 12 juni 2015)

Vraag 1 en 2

Klopt het bericht dat een koopvaardijschip is aangevallen in de internationale wateren voor de kust van Libië?1

Zo ja, kunt u aangeven tot welke groepering(en) de gewapende rebellen behoren die verantwoordelijk zijn voor deze en andere recente aanvallen op koopvaardijschepen voor de kust van Libië? Kunt u bevestigen dat het koopvaardijschip ook vanuit de lucht is aangevallen? Op welke wijze is dat gebeurd?

Antwoord 1 en 2

Diverse media hebben melding gemaakt van een aanval op 12 mei jl. van de Libische autoriteiten in Tobroek op een commercieel vrachtschip varend onder Turkse vlag. Het kabinet beschikt niet over eigen informatie over de toedracht van deze aanval. De Libische regering van premier al-Thanini heeft niet weersproken verantwoordelijk te zijn voor de aanval, die binnen de Libische territoriale wateren zou hebben plaatsgevonden. Bij de aanval is het schip naar verluidt beschoten door de luchtmacht van de Libische regering.

Vraag 3

Welke maatregelen gaat u nemen om de Nederlandse koopvaardijschepen te beschermen tegen deze extreme vormen van geweld?

Antwoord 3

Er gelden internationale verdragen, regels en afspraken om de commerciële scheepvaart veilig te houden. In dit kader hebben reders ook een eigen verantwoordelijkheid voor het nemen van adequate maatregelen ter bevordering van de veiligheid van de schepen en opvarenden. Reders hebben, onder meer op grond van de International Ship and Port Facility Security Code (behorend bij het SOLAS-verdrag voor de bescherming van mensenlevens op zee), een verantwoordelijkheid om informatie over de actuele veiligheidssituatie voor de route van hun schepen aan de desbetreffende kapiteins door te geven. Daarnaast kan de Nederlandse overheid, indien zij daarover beschikt, relevante informatie over de veiligheidssituatie in specifieke gebieden aan de Nederlandse scheepvaart doorgeven. Dat is in de afgelopen maanden ook meermaals gebeurd.

Vraag 4

Wat is het actuele dreigingsbeeld voor Nederlandse koopvaardijschepen in de Middellandse Zee, en hoe heeft het dreigingsbeeld zich het afgelopen jaar gezien de chaos in Libië ontwikkeld?

Antwoord 4

Er is geen apart dreigingsbeeld voor Nederlandse koopvaardijschepen in de Middellandse Zee opgesteld. Daar is op grond van de beschikbare informatie geen aanleiding toe.

Vraag 5

Gaat u het beleidsstandpunt «inzet gewapende particuliere beveiligers aan boord van Nederlandse koopvaardijschepen» zoals beloofd deze maand eindelijk naar de Kamer sturen, of stelt u het beleidsstandpunt uit totdat het grootste deel van de Nederlandse koopvaardijvloot is «omgevlagd»?2

Antwoord 5

In de Kamerbrief van 19 mei, verzonden door de Minister van Veiligheid en Justitie, mede namens de ministers van Infrastructuur en Milieu, Defensie en Buitenlandse Zaken, is de Kamer geïnformeerd over het streven van de Minister om het beleidsstandpunt voor het zomerreces aan de Kamer te zenden.

Vraag 6

Kunt u deze vragen ieder afzonderlijk beantwoorden en de antwoorden uiterlijk vóór 1 juni 2015 naar de Kamer sturen?

Antwoord 6

Helaas was beantwoording van de vragen voor 1 juni 2015 niet mogelijk.

Naar boven