Vragen van het lid Yücel (PvdA) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de reportage «Rust rond de wieg» (ingezonden 20 mei 2015).

Antwoord van Minister Asscher (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 9 juni 2015).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de reportage «Rust rond de wieg»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Klopt het dat Nederland op het gebied van ouderschapsverlof ongeveer hetzelfde scoort als landen zoals Guatemala en Rwanda en daarmee behoort tot de landen met de minst uitgebreide verlofregeling voor ouders na geboorte van een kind? Zo ja, hoe staat u hiertegenover?

Antwoord 2

Uit vergelijkende onderzoeken van de ILO2 blijkt dat Guatemala en Rwanda geen regeling voor ouderschapsverlof kennen. In Nederland hebben beide ouders recht op ouderschapsverlof van 26 maal de wekelijkse arbeidsduur.

In Guatemala genieten vrouwen 12 weken zwangerschaps-/bevallingsverlof en mannen 12 dagen vaderverlof rond de geboorte van een kind. In beide gevallen is het verlof volledig betaald. In Rwanda hebben vrouwen 12 weken verlof, waarvan 6 weken volledig betaald en 6 weken voor 20% betaald. Mannen hebben 4 dagen betaald verlof. In Nederland hebben vrouwen 16 weken betaald verlof. Dit verlof wordt verlengd bij langdurige ziekenhuisopname van het kind. De partner heeft 2 dagen volledig betaald verlof en 3 dagen onbetaald verlof.

Het geheel aan regelingen overziend kan ik de stelling dat Nederland op het gebied van ouderschapsverlof ongeveer hetzelfde scoort als Rwanda en Guatemala en daarmee behoort tot de landen met de minst uitgebreide verlofregeling voor ouders na geboorte van een kind niet onderschrijven.

Vraag 3

Klopt het dat u een vergelijkend onderzoek laat doen met betrekking tot het ouderschapsverlof in omringende landen zoals Denemarken, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland? Zo ja, bent u bereid om de resultaten van het onderzoek vóór het zomerreces te delen met de Kamer? Zo nee, bent u bereid om dit onderzoek te laten doen en de resultaten zo snel mogelijk te delen met de Kamer?

Antwoord 3

Op 29 mei jl. heb ik de SER gevraagd om advies uit te brengen over het thema Werken en leven in de toekomst. In het kader van dit advies wordt aan de SER ook gevraagd of regelingen en praktijken zoals die bestaan in de landen om ons heen (zoals Denemarken, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland) aanknopingspunten bieden om de combinatie van arbeid en zorg beter te faciliteren. Deze vraag beperkt zich niet tot ouderschapsverlof, maar kan ook regelingen en praktijken die gericht zijn op andere vormen van zorg omvatten. Ik verwacht het advies van de SER aan het einde van het jaar te ontvangen. Het advies zal met een reactie van het kabinet aan de Tweede Kamer worden aangeboden.

Vraag 4

Deelt u de mening dat – ook gelet op de cijfers van de Kinderopvang 20143 waaruit gebleken is dat de opvang van 0 tot 1 jaar aanzienlijk gedaald is ten opzichte van andere leeftijdscategorieën – uitbreiding van het ouderschapsverlof op termijn naar zes maanden en uiteindelijk naar één jaar ruimte biedt aan vaders en moeders om de zorg van de baby's op zich te nemen en dat dat beter is voor de ontwikkeling van baby's?

Antwoord 3

Het ouderschapsverlof bedraagt 26 maal de wekelijkse arbeidsarbeidsduur voor beide ouders. Dit ouderschapsverlof kan worden opgenomen tot het achtste jaar van het kind. Als ouders dat wenselijk vinden kunnen zij – na ommekomst van het bevallingsverlof en partnerverlof – door het opnemen van ouderschapsverlof gedurende het gehele eerste levensjaar van hun kind de verzorging op zich nemen. Dit beperkt wel de mogelijkheden voor ouders om op een later moment ouderschapsverlof op te nemen. Het is aan ouders zelf om de afweging te maken op welk moment zij door opname van ouderschapsverlof voor hun kinderen willen zorgen.

Welk opvangarrangement het beste is voor de ontwikkeling van het kind verschilt per kind en per situatie. Voor een goede ontwikkeling van de baby zijn, zowel thuis als in de kinderopvang, verschillende aspecten van groot belang. Denk hierbij aan adequate verzorging, individuele en wederzijdse interactie tussen volwassene en baby, extra bescherming bij prikkelbaar temperament, het stimuleren van de brede ontwikkeling en het reduceren van stress vanwege honger, pijn, angst of schrik4. Pedagogisch medewerkers in de dagopvang en gastouders in de gastouderopvang kunnen, net als ouders thuis, voor deze aspecten zorgen en de ontwikkeling van de baby stimuleren. Vanuit het project Het Nieuwe Toezicht in de kinderopvang wordt momenteel verkend op welke wijze de kwaliteitseisen beter kunnen aansluiten bij de verschillende leeftijdsgroepen, waarbij specifiek wordt gekeken hoe de ontwikkeling van een baby in de kinderopvang nog beter gestimuleerd kan worden. Zo wordt gestreefd naar verdere kennisverwerving bij beroepskrachten over de ontwikkeling van de baby. Daarnaast wordt geborgd dat beroepskrachten voldoende tijd en aandacht hebben voor de ontwikkeling en verzorging van de baby in een stabiele opvangomgeving.

Vraag 5

Bent u van mening dat een eventuele uitbreiding van het ouderschapsverlof en/of invoering van babyverlof voor vaders en moeders ten goede moet komen aan beide ouders?

Antwoord 5

Het ouderschapsverlof is gekoppeld aan de arbeidsovereenkomst en geldt voor beide ouders voor een periode van 26 maal de wekelijkse arbeidsduur. Een uitbreiding van het ouderschapsverlof of invoering van babyverlof wordt thans niet overwogen.


X Noot
1

Brandpunt, KRO, uitzending 5 mei 2015, geraadpleegd op http://brandpunt.kro.nl/seizoenen/2015/afleveringen/05-05-2015/fragmenten/rust-rond-de-wieg

X Noot
2

ILO, Maternity and paternity at work: law and practice around the World (2014) en Social protection for maternity: key policy, trends and statistics ( 2015).

X Noot
3

Brief van de regering, 28 april 2015. Zaaknummer: 2015Z07854. Kamerstukdossier: 31 322, nr. 274.

X Noot
4

NJI, 2009. De opvang van baby’s in het eerste levensjaar. Aandachtspunten voor kinderdagverblijven, overheid en werkgevers.

Naar boven