Vragen van het lid Bergkamp (D66) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht dat voor driekwart van de jongeren een burn-out dreigt (ingezonden 16 september 2014).

Antwoord van Staatssecretaris Van Rijn (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 14 oktober 2014).

Vraag 1

Wat is uw reactie op het bericht «Burn-out dreigt voor driekwart tieners»?1

Antwoord 1

Het AD geeft aan dat uit het aangehaalde onderzoek naar voren komt dat tieners grote druk voelen om te presteren; 76% ervaart volgens het onderzoek de druk als te hoog en een derde van de onderzochte tieners kampt dagelijks met stress door school of studie. De onderzoekers stellen dat de stress soms zo toeneemt dat de jongeren kans lopen op een burn-out. Dit is een zorgelijk maatschappelijk signaal. Hoeveel jongeren daadwerkelijk een burn-out krijgen komt in het artikel niet naar voren.

Vraag 2

Heeft u voldoende inzicht in de oorzaken van burn-out bij jongeren, en de redenen waarom zij steeds vaker getroffen lijken te worden door een burn-out? Zo nee, bent u bereid onderzoek in te stellen naar de ontwikkeling en oorzaken van burn-out onder jongeren?

Antwoord 2

Burn-out is geen klinische diagnose uit de DSM-5, zoals bijvoorbeeld depressie en angststoornissen dit wel zijn. Omdat een exacte definiëring ontbreekt is niet goed aan te geven wanneer iemand een burn-out heeft en zijn er geen trendcijfers bekend over burn-out.

Het geheel aan klachten dat genoemd wordt als het gaat om een burn-out valt grotendeels samen met de klachten die vallen onder de noemer psychosociale problemen. Uit de HBSC-studie 2013 blijkt wel dat psychosociale problemen onder Nederlandse jongeren in het voortgezet onderwijs zijn toegenomen ten opzichte van 2009. Dit geldt voor alle opleidingsniveaus. Over de oorzaken en verklaringen hiervan is weinig bekend. Er kunnen diverse oorzaken aan ten grondslag liggen, zoals perfectionisme, cultuur van «niks willen missen», werkdruk op school, opvoedingsstijl ouders, financiële crisis en een negatief toekomstperspectief. De HBSC-studie 2014 toont ten opzichte van 2009 geen significante toename aan van werkdruk op school. De HBSC-studie is een internationale studie naar psychisch welbevinden, gezondheid en risicogedragingen in relatie tot de dagelijkse leefomgeving van schoolgaande kinderen in de leeftijd van 11, 13 en 15 jaar. Nederland neemt ook deel aan deze studie.

Ik vind het belangrijk om een beter beeld te krijgen van de psychosociale gezondheid van jongeren en de ontwikkelingen daarin. Er zijn meerdere organisaties die hierover informatie verzamelen. Momenteel zetten we vanuit VWS in op meer samenhang in de gegevensverzameling, waardoor er meer inzicht komt in de diverse gezondheidsaspecten, waaronder ook psychosociale gezondheid. Op die manier krijgen we een beter beeld en kunnen we de ontwikkelingen in de tijd beter volgen en zo nodig actie ondernemen.

Vraag 3

Op welke wijze houdt u in uw beleid rekening met het voorkomen en behandelen van burn-outs onder jongeren?

Antwoord 3

Zoals bij vraag 2 al is aangegeven ontbreekt een exacte definiëring van burn-out, waardoor niet goed is aan te geven wanneer iemand een burn-out heeft. Het beleid is daarom niet specifiek gericht op het voorkomen en behandelen van burn-outs bij jongeren, maar wel op het vroegtijdig signaleren van psychosociale problemen. Dit is één van de taken van de jeugdgezondheidszorg (JGZ). De JGZ werkt nauw samen met het onderwijs, zodat problemen eerder gesignaleerd en geduid kunnen worden. Als hier aanleiding voor is wordt samen met de jongere gekeken wat er precies aan de hand is en wat de oorzaak daarvan is. Vervolgens wordt passende ondersteuning aangeboden of toegeleid naar passende hulp.

(zie ook het antwoord bij vraag 5)

Vraag 4

Zijn er op dit moment voldoende behandelmogelijkheden voor jongeren die getroffen worden door een burn-out? Zo ja, kunt u daarbij een overzicht geven van bewezen effectieve (preventieve) interventies aangaande jongeren met een burn-out?

Antwoord 4

De databank effectieve interventies van het NJi bevat geen bewezen effectieve interventies specifiek gericht op de behandeling van een burn-out bij jongeren. Er is immers geen eenduidige definiëring van een burn-out. Er zijn wel effectieve interventies gericht op verschillende psychosociale problemen, zoals angsten, depressie en druk gedrag (zie: www.effectievejeugdinterventies.nl). Het ZonMw-programma Effectief werken in de jeugdsector biedt de mogelijkheid voor de (door-)ontwikkeling van interventies en instrumenten op dit gebied.

Vraag 5

Bent u bereid te onderzoeken of het van toegevoegde waarde is om het thema «burn-out onder jongeren» op te nemen in het Nationaal Programma Preventie?

Antwoord 5

Het thema «burn-out onder jongeren» wordt niet expliciet genoemd in het Nationaal Programma Preventie «Alles is gezondheid...», maar de problematiek die hiermee samenhangt krijgt zeker wel aandacht; onder meer bij de Gezonde School aanpak en het Extra contactmoment voor adolescenten. Ook wordt in «Alles is gezondheid...» ingezet op het versterken van de verbinding tussen de JGZ en het onderwijs in het algemeen. Door een goede samenwerking (ook met de ouders) kunnen problemen eerder gesignaleerd worden, zodat zo nodig tijdig passende ondersteuning of hulp ingezet kan worden.


X Noot
1

«Burn-out dreigt voor driekwart tieners», www.ad.nl, 11 september 2014

Naar boven