Vragen van het lid Koolmees (D66) aan de Minister van Financiën over banken die dienstverlening weigeren aan coffeeshops (ingezonden 1 mei 2015).

Mededeling van Minister Dijsselbloem (Financiën) (ontvangen 2 juni 2015).

Vraag 1

Herinnert u zich de brief over betaalfaciliteiten voor coffeeshops en andere integriteitgevoelige sectoren d.d. 18 januari 2010?1

Vraag 2

Deelt u de mening dat het wenselijk is dat coffeeshops die zich aan de gedoogcriteria houden niet van iedere vorm van bancaire dienstverlening worden uitgesloten? Deelt u de mening dat zoveel mogelijk voorkomen dient te worden dat coffeeshops ondergronds moeten gaan bankieren, doordat ze worden uitgesloten van deelname aan het reguliere betalingsverkeer?

Vraag 3

Is het u bekend dat banken nog steeds betaalfaciliteiten weigeren aan coffeeshops zonder heldere opgaaf van redenen?2

Vraag 4

In hoeverre hebben banken daadwerkelijk hun acceptatiebeleid aangepast naar aanleiding van de guidance die door De Nederlandsche Bank is opgesteld over mitigerende maatregelen die banken kunnen nemen om de (witwas)risico's gerelateerd aan coffeeshops en andere integriteitgevoelige sectoren te kunnen beheersen?

Vraag 5

Bent u bereid om op korte termijn opnieuw in overleg te treden met de Nederlandse Vereniging van Banken om te zoeken naar een beter evenwicht tussen het uitgangspunt van contractvrijheid en de maatschappelijke verantwoordelijkheid van banken om te voorkomen dat coffeeshops van het reguliere betalingsverkeer worden uitgesloten?

Mededeling

Via deze weg wil ik u informeren dat de door het lid Koolmees (D66) gestelde vragen van 1-5-2015 over het acceptatiebeleid van banken ten aanzien van coffeeshops niet binnen de gestelde termijn kunnen worden beantwoord. De bijbehorende casus is recentelijk op het departement ontvangen. Om deze casus goed bij de beantwoording te kunnen betrekken wordt nadere afstemming met de Nederlandse Vereniging van Banken door mij wenselijk geacht. Ik hoop de beantwoording hierna zo spoedig mogelijk aan uw Kamer te doen toekomen.


X Noot
1

Kamerstuk 27 863, nr. 35

X Noot
2

Casus ondershands aan het departement gezonden.

Naar boven