Vragen van de leden VanDekken, Wolbert en Leenders (allen PvdA) aan de Staatssecretaris
van Economische Zaken en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het
bericht dat de ingrijpende gevolgen van Q-koorts onderschat worden (ingezonden 22 april
2015).
Antwoord van Minister Schippers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 2 juni
2015). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2014–2015, nr. 2262
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het item in Nieuwsuur over Q-koorts1 en het bericht «Ingrijpende gevolgen van Q-koorts onderschat»2?
Vraag 2
Kunt u reageren op de conclusie van de directeur van stichting Q-support: «Men denkt:
die epidemie was in 2009, dat is toch voorbij, maar de patiënt van nu wordt over het
hoofd gezien»?
Antwoord 2
Voor mensen die chronische Q-koorts hebben of Q-koorts vermoeidheidssyndroom, is Q-koorts
natuurlijk alles behalve voorbij. Ik roep huisartsen en specialisten op om bij onbegrepen
chronische klachten ook op Q-koorts te onderzoeken. Niet alleen in Noord-Brabant maar
in heel Nederland.
Vraag 3
Bent u bereid om extra stappen te zetten om te zorgen dat ook voor de huidige problemen
oog is, zoals (maar niet beperkt tot) nascholing van huisartsen en specialisten die
er toe leidt dat Q-koorts eerder wordt gediagnosticeerd? Zo ja, welke stappen en op
welke termijn? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Zoönosen, waaronder ook Q-koorts, maakt onderdeel uit van het reguliere nascholingsaanbod
voor huisartsen en specialisten en ook in de opleiding wordt aandacht besteed aan
zoönosen, tegenwoordig meer dan vroeger.
De publiciteit in de afgelopen periode helpt mee om Q-koorts weer op het netvlies
van artsen en specialisten te krijgen. Om ook op de langere termijn zorg te dragen
voor een betere herkenning van Q-koorts en hulpverlening voor de Q-koortspatient ontwikkelt
Q-support met het Brabants Kennisnetwerk zoönosen een specifiek nascholingsaanbod.
Ik ga er verder van uit dat Q-support door haar activiteiten het thema Q-koorts en
de gevolgen daarvan voldoende op de kaart zal zetten.
Vraag 4
Bent u bereid om met de sector te overleggen over extra financiële middelen voor onder
andere compensatie voor de groep chronische patiënten? Zo ja, op welke termijn? Zo
nee, waarom niet?
Antwoord 4
Ik zie geen rol voor de overheid bij gesprekken rond financiële middelen uit de sector
ter compensatie voor patiënten.
Het kabinet ziet ook geen aanleiding voor individuele financiële compensatie door
de overheid en heeft in plaats daarvan, in overleg met uw Kamer, besloten tot de oprichting
van de Stichting Q-support om Q-koorts patiënten te helpen. Tijdens mijn recente gesprek
met de Stichting Q-uestion, de patiëntenvereniging voor patiënten met Q-koorts, gaf
zij aan dat er wellicht redenen zijn om dit standpunt te heroverwegen. Zij doen ons
de argumenten daaromtrent nog toekomen. Ik zal uiteraard zorgvuldig bezien of er inderdaad
meer of andere inzichten zijn die het standpunt kunnen wijzigen.
Vraag 5
Deelt u de mening dat de hulpverlening tijdens de Q-koorts epidemie te lang op zich
heeft laten wachten? Deelt u de mening dat dit in de toekomst niet zo mag zijn? Zo
nee, waarom niet?
Antwoord 5
Ik zie dat er veel behoefte is aan de hulp die nu door Q-support wordt geboden. We
moeten kijken of delen van deze hulp in de toekomst ook binnen het reguliere zorgaanbod
ingepast kunnen worden.
Vraag 6
Bent u bereid een algemeen hulpfonds voor zoönosen-uitbraken op te zetten, vergelijkbaar
met Q-support voor de Q-koortsuitbraak, om daarmee te voorkomen dat bij toekomstige
uitbraken van zoönosen slachtoffers opnieuw lang moeten wachten op hulp? Zo ja, op
welke termijn gaat u dit doen en kunt u de Kamer van de ontwikkelingen hierin op de
hoogte houden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Ik heb geen aanleiding om aan te nemen dat een met Q-support vergelijkbare ondersteuning
voor patiënten van toekomstige zoönoseuitbraken aan de orde zal zijn. Ik kan me zeker
voorstellen dat uit de acties van Q-support ook voor andere patiënten binnen de reguliere
zorg lering kan worden getrokken en ik heb ook begrepen dat Q-support het boven water
krijgen van dergelijke algemene lessen als een van haar taken ziet. De lessen die
geleerd kunnen worden uit het werk van Q-support zullen breder ingezet worden. Herkenning
van en hulpverlening aan patiënten met minder bekende klachten is immers altijd van
groot belang bij zoönosen maar ook bij andere (infectie)ziekten.
X Noot
1Nieuwsuur, 18 april 2015