Vragen van het lid De Roon (PVV) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Defensie over Iraanse dreiging voor scheepvaart in de Straat van Hormuz (ingezonden 6 mei 2015).

Antwoord van Minister Koenders (Buitenlandse Zaken) en de Minister van Defensie (ontvangen 1 juni 2015)

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Navy to escort U.S. commercial ships near Iran»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Bent u het met de Amerikaanse regering eens dat het enteren en opbrengen van koopvaardijschepen door de Iraanse Revolutionaire Garde een daad van agressie is? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 2

De Amerikaanse regering heeft serieuze zorgen geuit over het incident op 28 april jl., waarbij een koopvaardijschip onder de vlag van de Marshall Islands in de Straat van Hormuz door de Iraanse Revolutionaire Garde is onderschept en voor een periode van 9 dagen is vastgehouden wegens een commercieel geschil tussen een Iraans bedrijf en de Deense chartermaatschappij van het schip. Het desbetreffende schip maakte gebruik van het recht van doortocht dat geldt in de Straat van Hormuz en heeft niet in strijd gehandeld met Iraanse wetgeving. Het aanhouden van het schip door de Iraanse autoriteiten kan daarom niet als rechtmatig worden beschouwd. Nederland deelt de zorgen hierover van de VS.

Vraag 3

Hoe beoordeelt u de huidige veiligheidssituatie voor schepen die onder Nederlandse vlag of met Nederlandse bemanning door de Straat van Hormuz varen?

Antwoord 3

De vorige Iraanse regering heeft zorgwekkende uitspraken gedaan aangaande de vrije scheepvaart door de Straat van Hormuz. Sinds het aantreden van de regering-Rouhani is geen sprake meer geweest van dergelijke uitspraken. Volgens de Iraanse autoriteiten hebben specifieke, commerciële geschillen geleid tot enkele voorvallen met koopvaardijschepen. Op basis van de huidige situatie is het kabinet van mening dat er geen sprake is van een potentiële dreiging vanuit Iran tegen schepen die onder Nederlandse vlag of met Nederlandse bemanning door de Straat van Hormuz varen.

Vraag 4

Hebben zich in de afgelopen periode in de internationale wateren bij Iran incidenten voorgedaan waarbij Nederlandse schepen of Nederlandse bemanningsleden betrokken waren?

Antwoord 4

Nee.

Vraag 5

Hebben Nederlandse reders bij de regering aangegeven dat zij bezorgd zijn over de veiligheid van hun schepen in deze wateren? Zo ja, hebben zij gevraagd om informatie daarover en/of bescherming? Wat is daarbij de inzet van de regering?

Antwoord 5

Nee. Er zijn geen verzoeken ontvangen van reders om toelichting of bescherming.

Naar boven