Vragen van de leden Kerstens en Bouwmeester (beiden PvdA) aan de ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht «Zorgdirecteuren weigeren hulp aan loonsverlaging» (ingezonden 8 mei 2015)

Antwoord van Minister Schippers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 29 mei 2015)

Vraag 1

Kent u het artikel «Zorgdirecteuren weigeren hulp aan loonsverlaging.»1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Is het waar dat branche-organisatie van zorgdirecteuren NVZD weigert mee te werken aan het tot stand komen van een ministeriële regeling voor de zorgsector?

Antwoord 2

In de afgelopen periode heeft op verschillende momenten overleg plaatsgevonden tussen de NVZD (vertegenwoordiger van de werknemers), de Nederlandse Vereniging van Toezichthouders (NVTZ, de werkgevers) en het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) over het aanpassen van de «Regeling bezoldigingsmaxima topfunctionarissen zorg- en welzijnssector» aan de normverlaging uit de «Wet verlaging bezoldigingsmaximum WNT». De NVZD heeft inmiddels aangegeven geen actieve rol meer voor zichzelf te zien bij de totstandkoming van deze aangepaste ministeriële regeling.

Vraag 3

Bent u ook van mening dat «niemand boven de wet staat»?

Antwoord 3

Een ieder dient zicht te houden aan de geldende regelgeving.

Vraag 4

Wat vindt u van de opstelling van de NVZD om een democratisch aangenomen wet naast zich neer te leggen, en te weigeren in overleg te treden over de door u vast te stellen «staffel» in het kader van de Wet Normering Topinkomens, zoals die op 1 januari jl. van kracht is geworden?

Antwoord 4

Gezien het belang dat ik hecht aan een zo breed mogelijk gedragen regeling betreur ik het standpunt van de NVZD.

Vraag 5

Op welke wijze gaat u de door de opstelling van de NVZD ontstane impasse doorbreken? Bent u bereid de hierboven bedoelde staffel desnoods eenzijdig vast te stellen, nu de NVZD afziet van het recht daarover mee te praten? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5

Het hierboven genoemde overleg over het aanpassen van de regeling wordt voortgezet door de NVTZ en het Ministerie van VWS. Om die reden is eenzijdige aanpassing van de regeling op dit moment niet aan de orde.

Vraag 6

Kunt u de Kamer verzekeren dat deze onacceptabele opstelling van de NVZD op geen enkele wijze in het voordeel van de (salarissen van) zorgdirecteuren uitpakt?

Antwoord 6

Het standpunt van de NVZD leidt er toe dat de NVZD geen invloed uitoefent op de totstandkoming van de nieuwe regeling.

Vraag 7

Komt het streven om de staffels in de zorgsector (en bij woningcorporaties) voor 1 juni a.s. te publiceren (zoals in een eerder algemeen overleg door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aangegeven) door de actie van de NVZD in gevaar? Op welke datum worden bedoelde staffels openbaar gemaakt?

Antwoord 7

Tijdens het Algemeen Overleg over de WNT van 5 februari jongstleden heeft de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties toegezegd uw Kamer voor de zomer te informeren over de stand van zaken op het gebied van sectorale regelingen. Conform artikel 2.7 van de WNT zal ik de ministeriële regeling voor de sector zorg en welzijn met ingangsdatum 1 januari 2016 in november 2015 bekendmaken in de Staatscourant. Ik verwacht hiervoor in september 2015 een voorstel te ontvangen van de NVTZ. Dit komt overeen met het tijdpad dat door de Staatssecretaris van VWS in het dertigledendebat van 4 februari jl. over topinkomens in de ouderenzorg is gemeld.

Naar boven