Vragen van het lid Klever (PVV) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over haperende apparatuur van Gelderse ambulances (ingezonden 20 april 2015).

Antwoord van Minister Schippers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 27 mei 2015). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2014–2015, nr. 2108.

Vraag 1

Wat is uw reactie op het bericht «Haperende apparatuur Gelderse ambulances vervangen»?1

Antwoord 1

De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) heeft mij geïnformeerd dat zij een melding over deze casuïstiek behandelt. Ik kan daarom niet inhoudelijk op de casus ingaan.

Vraag 2

Vindt u het acceptabel dat ambulances al twee jaar met haperende apparatuur rondrijden?

Antwoord 2

Bij de Regionale Ambulance Voorziening (RAV) Gelderland-Zuid zijn intern meldingen gedaan van problemen die zich voordeden bij het gebruik van de monitoren. De fabrikant is hiervan op de hoogte. RAV Gelderland-Zuid en de fabrikant hebben de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) geïnformeerd. Op dit moment behandelt de IGZ de melding over deze casuïstiek. Daarbij heeft de IGZ bij de Europese lidstaten en de FDA de vraag uitgezet of zij bekend zijn met vergelijkbare signalen over het product.

Vraag 3

Vindt u dat de directeur van de veiligheidsregio Gelderland-Zuid verantwoordelijk gehandeld heeft?

Antwoord 3

De verantwoordelijkheid voor veiligheid van de monitoren en het verantwoorde gebruik daarvan ligt bij zowel de ambulancezorgaanbieder als de fabrikant. Het is aan de ambulancezorgaanbieder om verantwoorde zorg te leveren. Daarnaast moet de fabrikant een veilig product leveren en de prestaties van het product na het op de markt brengen volgen. Beide partijen worden op hun verantwoordelijkheden aangesproken door de inspectie. De vraag of er verantwoordelijk is gehandeld door beide partijen kan niet beantwoord worden zolang de melding in behandeling is bij de IGZ. RAV Gelderland Zuid en de fabrikant zijn met elkaar in contact om de problemen zo spoedig mogelijk op te lossen. De IGZ houdt de voortgang nauwlettend in de gaten en zal indien noodzakelijk passende maatregelen nemen.

Vraag 4

Deelt u de mening dat haperende apparatuur de patiëntveiligheid onnodig in gevaar brengt en dat storingen direct opgelost moeten worden en niet pas na ernstige incidenten?

Antwoord 4

Zoals in vraag 3 aangegeven zijn de ambulancezorgaanbieder en de fabrikant verantwoordelijk voor de veiligheid. Op dit moment behandelt de IGZ de meldingen over deze casuïstiek en ik kan dan ook nog geen uitspraken doen over deze specifiek casus.

Vraag 5

Bent u bereid nader te onderzoeken of de patiëntveiligheid in gevaar is of is geweest door haperende apparatuur in ambulances, niet alleen in de Gelderse veiligheidsregio maar in alle veiligheidsregio’s?

Antwoord 5

Deze vraagstelling is onderdeel van de behandeling van de meldingen door IGZ.

Naar boven