Vragen van het lid Hachchi (D66) aan de Minister van Defensie over het bericht dat
Defensie laks zou zijn met geheimen (ingezonden 29 april 2015).
Antwoord van Minister Hennis-Plasschaert (Defensie) (ontvangen 26 mei 2015)
Vraag 1
Wat is uw reactie op het artikel «Defensie laks met geheimen»?1
Antwoord 1
Het artikel suggereert dat de beveiliging van militaire gegevens en materieel binnen
het Ministerie van Defensie ver onder de maat zou zijn. De krant baseert zich daarbij
op een artikel over de bevordering van veiligheidsbewustzijn in het personeelsblad
van het Commando Diensten Centra (CDC). Het artikel wordt op meerdere punten onjuist
geciteerd en ook worden de begrippen bedrijfsveiligheid (safety) en beveiliging (security)
door elkaar gehaald. Ik herken mij daarom niet in het beeld dat wordt schetst.
Vraag 2
Kunt u reageren op het rapport van onderzoeksbureau van Lloyd’s?
Antwoord 2
Het onderzoek van Lloyd’s is op verzoek van het CDC medio 2014 uitgevoerd en is een
intern hulpmiddel van het veiligheids- en milieumanagementsysteem van het CDC om de
bedrijfsvoering op dit gebied te verbeteren. Het rapport geeft inzicht in de verbeteringen
die nodig zijn om op termijn eventueel een ISO-certificatie te behalen. Het certificeren
is geen doel op zich maar het geeft wel op een transparante wijze aan, welke verbeteringen
nog mogelijk zijn. De uitwerking van de aanbevelingen vindt de komende periode plaats.
Vraag 3
Hoe is dit rapport onder de aandacht gekomen bij De Telegraaf en kan dit rapport dan
ook naar de Kamer gestuurd worden?
Antwoord 3
Het artikel is geschreven naar aanleiding van een artikel in het personeelsblad «De
Pijler» van CDC van 22 april jl. Het doel van het artikel is de bevordering van het
veiligheidsbewustzijn van het CDC-personeel. In dit artikel wordt verwezen naar het
rapport van Lloyd’s. Het ligt niet voor de hand om dit rapport naar de Tweede Kamer
te sturen. Het is een intern rapport, een hulpmiddel van het veiligheids- en milieumanagementsysteem
dat is gericht op verbetering van de interne bedrijfsvoering van het CDC. Het rapport
gaat niet in op de defensieorganisatie in zijn geheel.
Vraag 4, 5, 6 en 7
Klopt het dat er nog geen structurele oplossingen zijn, behoudens een nieuwsbrief,
om het uitlekken van gevoelige informatie te beperken? Zo ja, binnen welke termijn
verwacht u maatregelen te treffen om dat te verwezenlijken? Zo nee, wat voor maatregelen
zijn er getroffen om het uitlekken van gevoelige informatie te beperken?
Hoe bent u van plan om er voor te zorgen dat betrokkenen essentiële kennis over wet-
en regelgeving op het gebied van geheimhouding gaan ontwikkelen?
Bent u het met Patrick Bennink en David Knibbe eens dat er beter en meer toezicht
door de commandanten moet plaatsvinden? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
Acht u een nieuwsbrief voldoende om het veiligheidsdenken bij de Defensiemedewerkers
tussen de oren te krijgen en te houden? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet en wat
voor maatregelen stelt u dan voor?
Antwoord 4, 5, 6 en 7
Zowel bedrijfsveiligheid (safety) als beveiliging (security) hebben de volle aandacht
binnen Defensie. Er is echter een groot verschil tussen beide.
Wat security betreft zijn er duidelijke kaders (voorschriften en regels) voor de fysieke,
personele en informatiebeveiliging vastgesteld. Het doel van die kaders is onder meer
om het uitlekken van gevoelige informatie te voorkomen. Die kaders zijn opgesteld
in samenwerking met de defensieonderdelen, zodat ze goed uitvoerbaar zijn. De kaders
zijn niet alleen gebaseerd op de Nederlandse wet- en regelgeving, maar ook op de regels
van Navo en EU over beveiliging. Toezicht binnen Defensie op de naleving van de beveiligingskaders
geschiedt zowel door de commandanten (eerstelijns toezicht), de Beveiligingsautoriteit
(tweedelijns toezicht) als de Auditdienst Rijk (derdelijns toezicht). Er is geen aanleiding
om de kaders of het toezicht aan te passen.
Daarbij is het belangrijk om aandacht te blijven besteden aan het beveiligingsbewustzijn
van de defensiemedewerkers en de commandanten, zowel centraal als decentraal. Voorlichting
en communicatie zijn daarbij een belangrijk instrument. In dat kader juich ik artikelen
in de personeelsbladen hierover, zoals bij CDC is gebeurd, toe. Ook oefeningen, voorlichtingsbijeenkomsten
en publicaties (waaronder nieuwsbrieven) dragen hieraan bij.
Een ander goed voorbeeld is het zogenaamde Digitaal Rijbewijs, dat vorig jaar bij
Defensie is ontwikkeld. Dit is een e-learning tool waarmee de defensiemedewerkers
onder andere worden geïnformeerd over de risico’s bij het werken met vertrouwelijke
gegevens op de defensienetwerken.