Vragen van het lid Krol (50PLUS) aan de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap over calamiteitenzender NPO1 (ingezonden 6 mei 2015).
Antwoord van Minister Van derSteur (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 26 mei 2015)
Vraag 1
Kunt u zich uw uitspraak herinneren in het vragenuur in de Kamer van dinsdag 28 april
jl.: «Formeel is er één rampenzender in Nederland en dat is de regionale radioomroep»?
Antwoord 1
Aangezien de vragen betrekking hebben op de informatie inzake rampenbestrijding op
de website van de rijksoverheid, beantwoord ik, de Minister van Veiligheid en Justitie,
deze vragen mede namens de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW).
De Staatssecretaris van OCW heeft deze correcte uitspraak inderdaad gedaan.
Vraag 2, 3, 4 en 6
Kunt u aangeven waarom tot voor kort op de website van de overheid – www.rijksoverheid.nl – te lezen was: «Bij een ramp geeft de overheid meer informatie via de rampenzender.
Bij een nationale ramp is de rampenzender Nederland 1 of Radio 1. Bij een ramp in
uw buurt is dit de regionale omroep»?
Kunt u in dit verband toelichten waarom u in antwoord op eerdere vragen op de vraag
of Nederland 1 en Radio 1 fungeren als nationale rampenzender, op 28 april jl. heeft
geantwoord: «NPO 1 en NPO Radio 1 zijn niet wettelijk aangewezen als nationale rampenzender»?1
Kunt u aangeven waarom op rijksoverheid.nl op de pagina «wat moet ik doen als de sirene
gaat?» Nederland 1 nog wél aangegeven staat als rampenzender bij een nationale ramp?
Wat is de aanleiding geweest, om niet langer Nederland 1 en Radio 1 te bestemmen als
calamiteitenzender bij een nationale ramp, maar de regionale omroep?
Antwoord 2, 3, 4 en 6
In de Mediawet 2008 is een bepaling opgenomen, artikel 6.26, die de wettelijke basis
biedt voor de Minister-President om een nadere regeling op te stellen voor omroepen
in buitengewone omstandigheden. Daarin is geregeld dat de Minister-President zendtijd
en faciliteiten van de publieke omroepen kan vorderen in buitengewone omstandigheden.
Dit heeft niet alleen betrekking op NPO1 en NPO Radio1.
De zin «Bij een nationale ramp is de rampenzender Nederland 1 of radio 1» op de website
betrof een te beperkte formulering. De zin is inmiddels gewijzigd in: «In buitengewone
omstandigheden, zoals bij een nationale ramp, kan de Minister-President zendtijd en
faciliteiten vorderen van de publieke omroepen». Deze wijziging is ook doorgevoerd
op de websitepagina «wat moet ik doen als de sirene gaat».
Vraag 5 en 7
Waarom is de tekst, genoemd in vraag 2, onlangs op dezelfde website gewijzigd, zodat
deze thans luidt: «Bij een ramp geeft de overheid meer informatie via de rampenzender.
Uw regionale omroep kan gebruikt worden als rampenzender»?
Wat wordt er bedoeld met het woord «kan» in de nieuwe tekst over de rampenzender?
Antwoord 5 en 7
De termen rampenzender en calamiteitenzender zijn synoniemen. De calamiteitenzender
(radiozender van de regionale omroep) is een onderdeel van een pakket aan middelen
– zoals de website www.crisis.nl, het publieksinformatienummer 0800-1351, NL-Alert en sociale media – dat het bevoegd
gezag kan inzetten tijdens een noodsituatie. De inzet daarvan is een lokaal bestuurlijke
afweging. De veiligheidsregio’s maken zelf afspraken met de regionale omroepen over
hun inzet als calamiteitenzender. Daartoe stelt het Ministerie van Veiligheid en Justitie
sinds januari 2010 een modelconvenant ter beschikking.
Door de toevoeging van het woord «kan» in de tekst van de website is aangescherpt
dat de inzet van de calamiteitenzender een lokaal bestuurlijke afweging betreft.
Vraag 8
Is deze belangrijke beleidswijziging ten aanzien van de verstrekking van essentiële
informatie over calamiteiten nog op andere wijze gecommuniceerd dan op deze plek,
via deze website? Zo ja, waar? Zo niet, waarom heeft u gemeend dat communicatie via
de website van de overheid voldoende is om deze uiterst belangrijke beleidswijziging
wereldkundig te maken?
Antwoord 8
Het betreft geen beleidswijziging, maar een aanscherping van de formulering.
Vraag 9
Deelt u de mening dat de website van rijksoverheid.nl, de antwoorden op de genoemde
eerdere vragen en de door u afgelopen dinsdag in de Kamer gegeven antwoorden niet
hebben geleid tot volstrekte duidelijkheid over de vraag of NPO1 nu wél of niet een
calamiteitenzender is?
Antwoord 9
Nee. Zie mijn antwoord op de vragen 2, 3, 4 en 6.
Vraag 10
Wilt deze vragen, gezien het belang van een optimale verstrekking van informatie bij
rampen, binnen één week beantwoorden?
Antwoord 10
Vanwege de benodigde interdepartementale afstemming was het niet mogelijk de vragen
binnen één week te beantwoorden.
X Noot
1Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2014–2015, nr. 2116