Vragen van de leden Helder en De Graaf (beiden PVV) aan de Ministers van Veiligheid en Justitie en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de uitspraak van een lid uit een coalitiefractie dat de korpschef van de Nationale Politie er goed aan doet sollicitanten te checken op PVV-achtige opvattingen (ingezonden 21 april 2015).

Antwoord van Minister Van der Steur (Veiligheid en Justitie), mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 21 mei 2015) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2014–2015, nr. 2243

Vraag 1

Kent u het bericht «Politie, bestrijd het sluipend gif van discriminatie»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Deelt u de mening van de heer Marcouch, Tweede Kamerlid voor de PvdA, dat de korpschef van de nationale politie er goed aan doet sollicitanten te checken op PVV-achtige opvattingen, dat deze opvattingen destructief zijn en voor het politiewerk ronduit fataal? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2

Het selecteren van sollicitanten op politieke opvattingen is niet toegestaan op grond van artikel 1 van de Grondwet, artikel 14 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en andere verdragen. De politieke gezindheid van een sollicitant speelt dan ook geen rol in het selectieproces.

Vraag 3

Deelt u de mening dat ook PVV-stemmers bij de politie horen aangezien de PVV een groot deel van de Nederlandse bevolking vertegenwoordigt? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

Er is geen verband tussen iemands politieke gezindheid en zijn of haar geschiktheid voor een functie bij de politie. Het gaat erom dat politiemedewerkers de kernwaarden van de politie uitdragen en beschikken over de kennis en competenties die aan hun functie gekoppeld zijn.

Vraag 4, 5 en 6

Zo ja, constateert u ook dat PvdA-Kamerlid Marcouch blijkbaar niet veel heeft met democratie en mensen die er andere opvattingen op nahouden dan zijn opvattingen? Zo nee, waarom niet?

Deelt u de mening dat PvdA-Kamerlid Marcouch nu zelf doet waar hij anderen van beschuldigt, namelijk een hele groep uitsluiten? Zo nee, waarom niet?

Bent u bereid afstand te nemen van deze opmerking van PvdA-kamerlid Marcouch? Zo nee, waarom niet?

Antwoorden 4, 5 en 6

In mijn antwoorden op bovenstaande vragen heb ik mijn inhoudelijke reactie gegeven. Ik onthoud mij van een oordeel over de meningen van individuele Kamerleden.

Naar boven