Vragen van de leden Van Klaveren en Bontes (beiden Groep Bontes/Van Klaveren) aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over een oplossing voor de massale toestroom van asielzoekers (ingezonden 18 september 2014).

Antwoord van Staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 10 oktober 2014).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Teeven zoekt dringend en overal opvangplekken»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

In hoeverre erkent u inmiddels dat het Nederlandse asielsysteem niet toereikend is voor de aanhoudende massale instroom van asielzoekers en drastisch moet worden herzien?

Antwoord 2

Hoewel duidelijk is dat de huidige hoge asielinstroom de betrokken organisaties en partijen in en bij de vreemdelingenketen voor belangrijke uitdagingen stelt, deel ik niet het oordeel dat het Nederlandse asielsysteem niet toereikend is.

Dat neemt niet weg dat, zeker in Europees verband, verbeteringen mogelijk en nodig zijn.

Er wordt in Europees verband samengewerkt om te zorgen dat asielzoekers in alle landen dezelfde kansen en voorzieningen hebben, zodat sommige landen, zoals Nederland, niet disproportioneel belast worden. Ook is er nadrukkelijk aandacht voor de versterking van bescherming en opvang in de regio.

Het kabinet is alert op tekenen van fraude, misbruik en mensensmokkel. De maatregelen die zijn ingezet toen de Eritrese instroom piekte, worden, waar toepasbaar op andere nationaliteiten, opnieuw toegepast. Het Kabinet staat er evenwel voor dat personen die bescherming nodig hebben, deze bescherming ook daadwerkelijk krijgen.

Vraag 3

Kunt u aangeven welke mogelijkheden u ziet teneinde asielzoekers die in Nederland aan de deur kloppen, op te vangen in andere landen, zoals andere landen ook bijvoorbeeld hun gevangenen in Nederland onderbrengen?

Antwoord 3

Asielzoekers, waarvoor Nederland verantwoordelijkheid draagt, opvangen in andere landen is in acute noodsituaties voorstelbaar. Dat zou aan de orde kunnen zijn wanneer het voor een korte periode niet mogelijk is om voldoende verantwoorde opvangplekken binnen Nederland te vinden. Als algemeen uitgangspunt acht ik het opvangen in andere landen echter niet opportuun of wenselijk. Het feitelijk vormgeven van de asielprocedure terwijl de asielzoeker zich buiten Nederland bevindt, zal logistiek lastiger zijn. Ook het garanderen van de benodigde basisvoorzieningen, waaronder medische zorg, inclusief de bijbehorende informatie-uitwisseling, zou in die situatie een grote inspanning vergen, waarbij ook heldere afspraken nodig zijn over ieders verantwoordelijkheid.

Vraag 4

Wat is de reden dat u weigert in EU-verband met de vuist op tafel te slaan teneinde een Nederlandse opt-out af te dwingen op het gebied van immigratie en asiel?

Antwoord 4

Deze vraag is recent al door dezelfde vraagstellers gesteld. Het antwoord op die vraag is ongewijzigd2. Nog los van de feitelijke mogelijkheden daartoe en de overige consequenties daarvan, zie ik daartoe op grond van de inhoud van het migratiedossier geen aanleiding. Het migratiedossier, en ook het terugkeerdossier daarbinnen, is bij uitstek een dossier dat niet goed binnen de eigen landsgrenzen kan worden opgelost of vormgegeven. Juist een gezamenlijke Europese inzet is essentieel om tot (deel) oplossingen te komen.


X Noot
2

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2013–2014, nr. 2977

Naar boven