Vragen van het lid Van der Staaij (SGP) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het dwingen van vrouwen om een abortus te doen plegen (ingezonden 30 maart 2015).

Antwoord van Minister Schippers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 6 mei 2015) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2014–2015, nr. 1961

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht «Mam... ze is zwanger»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2 en 3

Is het op enigerlei wijze onder druk zetten van een vrouw om een abortus te doen plegen in Nederland toegestaan?

Deelt u de mening dat onder druk zetten van een zwangere vrouw om een abortus te doen plegen zeer ongewenst is, en met alle mogelijke middelen tegengegaan moet worden?

Antwoord 2 en 3

Het uitgangspunt van de Wet afbreking zwangerschap is dat een ongewenst zwangere vrouw in vrijheid en goed geïnformeerd tot haar beslissing komt. Het is ongewenst als zwangere vrouwen onder druk gezet worden om een abortus te laten uitvoeren. Wanneer het niet de wil is van de ongewenst zwangere om een abortus te laten uitvoeren, dan dient de behandeling niet plaats te vinden.

Vraag 4, 5 en 6

Op welke wijze is het in Nederland strafbaar gesteld om een zwangere vrouw aan te zetten tot het laten weghalen van haar ongeboren kind? Welke strafbepalingen zijn hierop van toepassing?

Kan er in een dergelijk geval sprake zijn van medeplichtigheid bij of het medeplegen van een abortus door degene die een ander door woorden of gedrag onder druk zet om een abortus te ondergaan?

In hoeverre maakt het voor de strafbaarheid uit of er sprake is van een gezagsrelatie tussen degene die aanzet tot een abortus en de zwangere vrouw? Geldt een dergelijke omstandigheid als een strafverzwarende omstandigheid?

Antwoord 4, 5 en 6

Het Nederlandse wetboek van strafrecht kent geen specifiek op deze situatie toegesneden bepaling. De strafbepaling in de Wet afbreking zwangerschap en artikel 296 van het Wetboek van Strafrecht zien op het handelen van degene die de zwangerschap feitelijk afbreekt. Het proberen te overtuigen of overreden van een vrouw om abortus te ondergaan, levert geen strafbaar feit. Daarvan kan slechts sprake zijn indien er sprake is van strafbare dwang. Bij het ontbreken van een strafbaar feit, kan ook geen sprake van medeplichtigheid zijn.

Of sprake is van een bepaalde (gezags)relatie tussen de dader en het slachtoffer is doorgaans een factor die de rechter kan meewegen in de straftoemeting. Voor enkele delicten is verhouding ouder tot kind als strafverzwarende omstandigheid in het Wetboek van Strafrecht opgenomen. Zo kan in geval van (zware) mishandeling de straf met een derde worden verhoogd als de schuldige het misdrijf begaat tegen zijn kind.

Vraag 7

Hoe gaat het Openbaar Ministerie om met gevallen waarin sprake is, of lijkt te zijn, van abortus onder druk, dreiging of dwang door de partner, ouders of omgeving van vrouwen die zwanger zijn?

Antwoord 7

Zie mijn antwoord op de vragen 4 tot en met 6. Het Openbaar Ministerie zal aan de hand van een aangifte moeten bepalen of er sprake is geweest van een strafbaar feit. Voor zover bekend heeft het OM nog nooit een dergelijke aangifte ontvangen.

Vraag 8

Deelt u de mening dat het onderkennen dat er sprake is van druk om een abortus te ondergaan een belangrijke taak is voor artsen, verloskundigen, maatschappelijk werkers of abortusklinieken die zwangere vrouwen begeleiden en dat in een dergelijk geval nooit tot een abortus overgegaan mag worden?

Antwoord 8

Een arts moet zich ervan vergewissen dat een ongewenste zwangere vrouw goed geïnformeerd en in vrijheid haar besluit heeft genomen en dat de vrouw ervaart dat zij zich in een noodsituatie bevindt. Indien de arts twijfelt of de beslissing vrijwillig en goed geïnformeerd is genomen zal de behandeling op dat moment niet uitgevoerd worden.

Vraag 9

Bent u bereid maatregelen te nemen om via voorlichting, het bieden van alternatieven of op een andere wijze te bevorderen dat tot het uiterste wordt voorkomen dat er in Nederland sprake is van gedwongen abortussen?

Antwoord 9

Ik ben niet voornemens om extra maatregelen in dit kader te nemen. Het Nederlands genootschap van abortusartsen heeft een richtlijn uitgebracht over het begeleiden van vrouwen die een abortus overwegen. Deze richtlijn ziet onder andere op het gesprek dat de arts met de vrouw voert over haar beweegredenen. Ook in deze richtlijn wordt benadrukt dat de arts zich ervan moet vergewissen dat de vrouw het besluit vrijwillig en zorgvuldig genomen heeft.

Vraag 10

Vindt er vanuit de overheid specifieke voorlichting plaats richting ouders om hun kinderen te steunen bij een onbedoelde zwangerschap?

Antwoord 10

De voorlichting is primair gericht op de zwangere vrouw. Dit betekent niet dat ouders van zwangere kinderen hier geen rol in spelen. Indien de zwangere vrouw dit wenst, kunnen ouders of andere belangrijke mensen in de omgeving betrokken worden bij adviesgesprekken. Dit komt ook terug in de eerder genoemde richtlijn van het Nederlands genootschap van abortusartsen.


X Noot
1

«Mam... ze is zwanger.», www.telegraaf.nl, 25 maart 2015.

Naar boven