Vragen van het lid Van Oosten (VVD) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over de aanwezigheid van verdachten van zware geweldsdelicten bij rechterlijke uitspraken (ingezonden 7 april 2015).

Mededeling van Minister Van der Steur (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 30 april 2015).

Vraag 1

Bent u bekend met de recente uitspraak van de rechtbank Assen waar een tweetal criminelen forse gevangenisstraffen zijn opgelegd?1

Vraag 2

Wat vindt u van het feit dat een verdachte niet zelf bij het uitspreken van een uitspraak in de rechtbank aanwezig hoeft te zijn?

Vraag 3

In hoeverre past aanwezigheid bij het uitspreken van de uitspraak van zware geweldsdelicten bij het nemen van verantwoordelijkheid voor begane daden en het gevoel van rechtvaardigheid richting slachtoffers? Behoort een verdachte bovendien niet juist ook de argumentatie van de rechter te horen ten aanzien van de op te leggen straf?

Vraag 4

In hoeverre bestaat bovendien het risico dat langs deze weg het spreekrecht van slachtoffers effectief wordt aangetast doordat een verdachte afwezig is?

Vraag 5

Welke mogelijkheden ziet u om aanwezigheid van een verdachte van zware geweldsdelicten bij de uitspraak te bevorderen, juist ook met het oog op het nemen van verantwoordelijkheid voor begane daden en respect richting de slachtoffers? Bent u bereid deze mogelijkheden nader te verkennen en waar mogelijk te benutten?

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Van Oosten (VVD) van uw Kamer aan de Minister van Veiligheid en Justitie over de aanwezigheid van verdachten van zware geweldsdelicten bij rechterlijke uitspraken (ingezonden 7 april 2015) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


X Noot
1

Vonnis Rechtbank Noord-Nederland d.d. 2 april 2015, ECLI:NL:RBNNE:2015:1606 (http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbnne:2015:1606)

Naar boven