Vragen van de leden Van Dekken en Wolbert (beiden PvdA) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Staatssecretaris van Economische Zaken over de uitbraak van vogelgriep in Barneveld (ingezonden 13 maart 2015).

Antwoord van Staatssecretaris Dijksma (Economische Zaken) (ontvangen 22 april 2015).

Vraag 1

Bent u op de hoogte van de recente uitbraak van vogelgriep in Barneveld?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Hoeveel dieren zullen er preventief geruimd moeten worden op boerderijen in de omgeving van dit besmette bedrijf?

Antwoord 2

Er zijn geen dieren preventief geruimd op bedrijven rondom het besmette bedrijf.

Vraag 3

Zullen de adviezen van de dierenbescherming op het gebied van ruimen worden meegenomen bij het ruimen van de dieren?2

Antwoord 3

De Dierenbescherming vraagt in haar plan aandacht voor het humaan ruimen van dieren en voor de mogelijkheid van vaccinatie bij preventie en bestrijding.

In de dierziektebestrijding wordt voortdurend rekening gehouden met het dierenwelzijn, ook bij het doden van dieren. Ik blijf echter altijd zoeken naar verbeteringen.

De door de Dierenbescherming voorgestelde verbetering om te vaccineren als alternatief voor ruimen is om twee redenen nog niet uitvoerbaar:

Voor de bestrijding van vogelgriep zijn goed werkend vaccins nog niet beschikbaar. Deze moeten geschikt zijn voor toepassing op grote schaal en bescherming bieden tegen verschillende subtypes van het vogelgriepvirus.

Het grootschalig preventief vaccineren van Nederlands pluimvee tegen vogelgriep zal leiden tot veel en langdurige exportbeperkingen. Ondanks de vooruitgang en inspanningen om vaccinatie ook in de internationale handel geaccepteerd te krijgen, is vaccinatie nog geen goed alternatief.

Vraag 4

Gaat u, indien een vervoersverbod ingezet wordt, de broedmachines laten stopzetten om daarmee nodeloos dierenleed te voorkomen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

Zoals ook aangegeven in de beantwoording van vragen van het lid Thieme hierover en tijdens het AO over dierziekten en antibioticumgebruik van 10 december jl. moet de sector voorbereid zijn op maatregelen als een vervoersverbod, bijvoorbeeld door het mogelijk maken van een grotere buffercapaciteit. De broederij is primair verantwoordelijk voor het welzijn van de eendagskuikens. Ook de Welzijnscommissie Vogelgriepuitbraak 2014 benadrukt de rol van de pluimveehouder voor het minimaliseren van de impact op dierenwelzijn.

Vraag 5

Bent u bereid deze nieuwe uitbraak mee te nemen bij de besluitvorming over de invoering van de Wet dieraantallen en volksgezondheid en de Brabantwet? Zo ja, op welke manier? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Bent u bereid deze nieuwe uitbraak mee te nemen bij de verzoeken vanuit Gelderland om de Brabantwet ook in Gelderland te doen gelden?

Antwoord 5 en 6

Het wetsvoorstel dieraantallen en volksgezondheid is een aanvullend instrument wanneer sprake is van een relatie tussen dieraantallen in een gebied of op een bedrijf en de risico’s voor de gezondheid van mensen. De wijziging van de Crisis- en Herstelwet maakt het alleen voor provinciale staten van Noord-Brabant mogelijk om gebruik te maken van de experimenteerbepaling. Omdat de uitbraak in Barneveld geen directe consequenties heeft voor de volksgezondheid, is het niet nodig om deze te betrekken bij de genoemde besluitvorming, dan wel bij een eventueel verzoek van Gelderland om gebruik te maken van de Crisis- en Herstelwet.


X Noot
2

Diervriendelijker aanpak vogelgriep: Geef ze een griepprik en een betere uitloop

Naar boven