Aanhangsel van de Handelingen
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2014-2015 | 199 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2014-2015 | 199 |
Heeft u kennisgenomen van de zorgen die de bestuursvoorzitter van Reclassering Nederland heeft geuit over de mogelijke consequenties van de aangekondigde bezuinigingen op het werk van de reclasseringsorganisaties?1
Kunt u cijfermatig diens stelling onderbouwen dat als gevolg van de inwerkingtreding van de Wet Bijzondere Voorwaarden de instroom de laatste twee jaar bij de reclassering is toegenomen?
Het is lastig te onderbouwen welke effecten de inwerkingtreding van de Wet Bijzondere Voorwaarden precies heeft gehad op de instroom bij de reclassering. Dit is mede gelegen in het feit dat de afgelopen jaren ook een aantal andere beleidswijzigingen en veranderingen heeft plaatsgevonden waardoor de reclassering een grotere rol heeft gekregen in de strafrechtsketen. Voorbeelden hiervan zijn, naast het stimuleren van een toename van straffen met bijzondere voorwaarden met het reclasseringstoezicht op de naleving daarvan, de participatie van de reclassering in ZSM en de Veiligheidshuizen, het meer betekenisvol straffen waardoor bijvoorbeeld vaker een taakstraf wordt opgelegd in plaats een geldboete, en het vaker toepassen van een persoonsgerichte aanpak. Mede als gevolg van deze ontwikkelingen is de vraag naar reclasseringsproducten de afgelopen jaren sterk toegenomen.
Klopt het dat in de begroting Veiligheid en Justitie voor 2015 de ureninzet in de subsidieverlening aan de drie reclasseringsorganisaties niet volledig ongemoeid zal blijven?
Ja, dit klopt. Zoals ik in mijn brief van 30 juni heb aangegeven, kan ik de inzet vanaf 2015 bij de verschillende producten niet volledig ongemoeid laten. Concreet houdt dit in dat ik voornemens ben het aantal beschikbare uren voor het reclasseringstoezicht niveau 1 en 2 te verminderen met gemiddeld 6 uren (een urenreductie van gemiddeld ca. 8%). Daarnaast ben ik voornemens het aantal uren, dat thans beschikbaar is voor het reclasseringsadvies gebaseerd op de RISC, met 1 uur te verminderen.
Kunt u meer inzicht verschaffen in de lengte van de wachttijden waarmee de reclasseringsorganisaties op dit moment te maken hebben?
In het artikel staat inderdaad vermeld dat de reclassering op dit moment te maken heeft met wachtlijsten voor de uitvoering van de werkstraffen. Dit is te verklaren doordat de instroom van werkstraffen sinds 2012 is toegenomen. Reclassering Nederland heeft in samenspraak met mij al verschillende maatregelen getroffen om te voorkomen dat de wachttijden onacceptabel hoog oplopen. Zo is onder andere tijdelijk personeel van DJI en Raad voor de Kinderbescherming ingezet om de instroom te verwerken. Daarnaast heeft Reclassering Nederland de capaciteit van projecten tijdelijk verhoogd zodat meer werkstraffen uitgevoerd kunnen worden. Desondanks is de instroom dermate hoog dat wachttijden oplopen. Zo vond de intake voor een werkstraf in 2013 gemiddeld na 65 dagen plaats. Nu, in 2014 is dat gemiddeld 87 dagen.
Kunt u aangeven welke gevolgen extra bezuinigingen op de reclasseringsorganisaties hebben voor de lengte van de bestaande wachttijden?
De neerwaartse bijstelling van de ureninzet op de bovengenoemde producten levert gezamenlijk een bedrag op van ruim € 15 miljoen. In combinatie met de door de reclasseringsorganisaties reeds aangekondigde maatregelen, zal dit naar mijn verwachting voldoende zijn om de stijgende vraag aan reclasseringsproducten (inclusief het stijgend aantal taakstraffen dat het gevolg is van het ingezette beleid) en de door mij opgelegde taakstelling te kunnen opvangen binnen het beschikbare kader. Met deze maatregel verwacht ik het (verder) oplopen van wachtlijsten te voorkomen.
Kunt u aangeven of deze subsidievermindering als gevolg heeft dat vanaf 2015 minder intensief toezicht wordt gehouden dan volgens het risicoprofiel van cliënten eigenlijk nodig zou zijn?
Welke veiligheidsrisico’s brengt minder intensief toezicht met zich mee voor de samenleving in het kader van de resocialisatie en de begeleiding van ex-gedetineerden en veroordeelden?
Er bestaan drie niveaus van toezicht, met een oplopende intensiteit van controle en begeleidingsinzet. De reclassering bepaalt op grond van de diagnose hoe zwaar het toezicht ingezet moet worden. Dit recidiverisico wordt onder andere vastgesteld met behulp van het diagnose-instrument RISc. Hoe hoger het risico, des te intensiever het toezicht.
Deze neerwaartse bijstelling van de uren voor onder andere het toezicht wordt niet beoogd om een onder toezicht gestelde te plaatsen in een ander niveau dan volgens het risicoprofiel geïndiceerd is (in de zin van afschalen naar een lager niveau). Het heeft wel als gevolg dat de reclasseringsorganisaties binnen een toezicht minder activiteiten kunnen verrichten dan thans het geval is. Het toezicht van de reclassering zal echter nog steeds de eerdergenoemde effectieve elementen voor een toezichtprogramma bevatten. Ik verwacht derhalve dat de toezichten, ongeacht een bijstelling van de beschikbare uren, nog op een aanvaardbaar niveau kunnen worden uitgevoerd en dat daarmee het risico voor de veiligheid van de samenleving in het kader van resocialisatie en begeleiding van ex-gedetineerden en veroordeelden niet zal wijzigen.
Welke gevolgen hebben de extra bezuinigingen op de reclasseringsorganisaties voor de samenwerking met ketenpartners alsmede op de doorloop en werkdruk in de strafrechtketen?
Zoals blijkt uit mijn antwoord op vraag 3, ben ik voornemens om het aantal beschikbare uren bij de producten toezicht en advies te verminderen. Dit om de stijgende vraag naar reclasseringsproducten en de door mij opgelegde taakstelling te kunnen opvangen binnen het beschikbare kader. Voor zover hier effecten van uitgaan waar de vraag op doelt, zal naar mijn verwachting juist sprake zijn van het voorkomen van het (verder) oplopen van wachtlijsten en dus versnelling van de doorloop.
Welke mogelijkheden overweegt u voor de begroting van Veiligheid en Justitie voor 2015 nog meer teneinde het dreigende tekort van zes miljoen euro op te vangen voor de reclassering?2
Naar mijn verwachting zal de neerwaartse bijstelling van de ureninzet op de producten toezicht en advies in combinatie met de door de reclasseringsorganisaties zelf aangekondigde maatregelen voldoende zijn om de stijgende vraag naar reclasseringsproducten en de door mij opgelegde taakstelling te kunnen opvangen binnen het beschikbare kader.
Wat is de stand van zaken met betrekking tot de aanvraag van de stichting «Info-Excellente» als erkende reclasseringsorganisatie?3
Wat is de stand van zaken met betrekking tot uw voornemen alternatieven te onderzoeken voor het huidige systeem van verwerving van reclasseringsproducten?4
Een definitieve beoordeling van de aanvraag van Info-Excellente zal plaatsvinden in het licht van de uitkomsten van de verkenning naar het stelsel van de volwassenenreclassering die op dit moment wordt uitgevoerd, waarbij ook alternatieven voor het huidige systeem in ogenschouw worden genomen. Ik zal de Tweede Kamer hier vóór de begrotingsbehandeling nader over informeren.
Zijn de (extra) aankondigde bezuinigingen vanaf 2015 op de bestaande reclasseringsorganisaties van invloed op dit proces teneinde een alternatief systeem te onderzoeken voor reclasseringsproducten?
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20142015-199.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.