Vragen van het lid Smaling (SP) aan de Minister van Economische Zaken over het aardbevingengebied (ingezonden 2 april 2015).

Mededeling van Minister Kamp (Economische Zaken) (ontvangen 16 april 2015).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Dorpen vechten voor erkenning aardbevingsschade»?1

Vraag 2

Wat is uw mening over het feit dat in dorpen als Woldendorp, Termunten, Termunterzijl en Borgsweer tientallen schadegevallen zijn die niet worden erkend omdat zij net buiten de zogenaamde contourennota zouden vallen?

Vraag 3

Wat is uw mening over de werkwijze van de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) waarbij op basis van aardbevingen in het verleden en de ervaringen met de afgehandelde schadegevallen, contouren worden vastgesteld waarbij bevingsschade wordt vastgesteld en benoemd2?

Vraag 4

Hoe hard is het feit dat de NAM stelt dat buiten die contouren, de kans op schade aan gebouwen minimaal is (minder dan 0.001%)3? Welke onderzoeken onderschrijven dit?

Vraag 5

Op welke wijze wordt bijgehouden van welke contourenkaart gebruik gemaakt wordt bij welke specifieke schade? Is deze contourenkaart gevoegd bij de schaderapporten? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Op welke wijze vinden mensen gehoor die schade hebben als gevolg van aardbevingen die buiten de marges van de contourenkaart vallen?

Vraag 7

Op welke wijze wordt door de Commissie Bodemdaling, waar de overeenkomst Rijk – NAM onderdeel van uit maakt4, schade aan rijksgebouwen of kunstwerken vastgesteld en afgehandeld? Wordt hierbij ook gebruik gemaakt van de contourenkaart?

Vraag 8

Is het naar uw mening terecht dat indien schade gemeld wordt die buiten de buitenste contour valt, de schademelding wordt gedaan aan de NAM, waarna de NAM nagaat of de NAM verantwoordelijk is voor de schade? Bent u van mening dat hierbij sprake is van een «slager die het eigen vlees keurt»? Zo nee, waarom niet?

Vraag 9

Is het naar uw mening terecht dat, omdat de contouren van de kaart door de NAM worden bepaald, het Centrum Veilig Wonen (CVW) specifieke gevallen buiten deze contouren niet in behandeling kan nemen? Zo ja, waarom?

Vraag 10

Wat is de huidige kennis over de bevingsbestendigheid van de dijken in de provincie Groningen?

Vraag 11

Zijn gebouwen op wierden en (oude) waterstromen gevoeliger voor bevingen dan gemiddeld? Wat is daarover bekend? Wordt daar onderzoek naar gedaan? Leidt dat tot andere afwegingen bij schademeldingen op deze locaties? Zo nee, waarom niet?

Vraag 12

Waardoor is de schade aan de zandsculpturen en de Molen De Wachter5 in Zuidlaren ontstaan? Vindt u het terecht dat de NAM de schade hier niet wenst te vergoeden omdat Zuidlaren buiten de contouren valt? Moet de contourenkaart naar aanleiding van de beving bij Kropswolde worden aangepast? Zo nee, waarom niet?

Vraag 13

Wat is de reikwijdte van uw uitspraak dat ook in Drenthe schade moet worden vergoed wanneer die het gevolg is van bevingen6?

Vraag 14

Hoe duidt u, gezien uw uitspraak genoemd in vraag 13, het feit dat de NAM niet naar alle schademeldingen een expert stuurt?

Vraag 15

Hoe duidt u de uitspraak (genoemd in vraag 13) «We stellen in alle redelijkheid vast of claims valide zijn»? Wat is de definitie van «in alle redelijkheid» en wanneer is een claim wel of niet valide?

Vraag 16

Waarom is het niet aannemelijk, zoals de NAM beweert, dat de schade in Zuidlaren veroorzaakt is door de beving bij Kropswolde? Kunt u een andere oorzaak bedenken van de schade die op het moment van en kort na de beving ontstond? Zo ja, welke? Welke middelen staan tot uw beschikking om de NAM te dwingen deze schade te vergoeden?

Vraag 17

Hoeveel gedupeerden hebben inmiddels de Technische Commissie Bodembeweging (TCBB) ingeschakeld voor een onafhankelijk oordeel? In hoeveel gevallen heeft de TCBB hierbij in het voordeel van degene die schade claimt geoordeeld?

Vraag 18

Wat vindt u van het feit dat er huizen gesloopt worden, de bewoners wel de waarde van het huis vergoed krijgen en voorrang krijgen bij nieuwbouw of verhuizen, maar dat de emotionele gevolgen van de verkoop van bijvoorbeeld je ouderlijk huis nergens erkend worden, laat staan gecompenseerd?7

Vraag 19

Bieden de gestelde vragen voldoende casuïstiek om «omkering van bewijslast» in de Mijnbouwwet op te nemen? Zo ja, kunt u dan alsnog het gebied dat forse schade ondervindt als gevolg van veranderend mijnbeheer in 1994 in Zuid-Limburg8 de helpende hand bieden?

Vraag 20

Maakt u zich net zoveel zorgen over de veiligheid in en rond het ChemiePark Delfzijl als de burgemeester van Delfzijl9, zeker nu zich dinsdag 24 maart jl. een beving voordeed bij Appingedam? Zo ja, waarom duurt het dan zo lang voordat deze regio inzicht krijgt in de risico’s en de wijze waarop men eventueel moet reageren op een noodsituatie?

Vraag 21

Welke brandbare en anderszins gevaarlijke stoffen zijn aanwezig of worden gemaakt op het ChemiePark Delfzijl? Kunt u de bedrijven categoriseren naar gevaar voor de omgeving in geval een aardbeving zich in de regio voordoet en deze bedrijven treft?

Vraag 22

Op welke wijze is de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) betrokken bij het ChemiePark Delfzijl bij het in kaart brengen van de risico’s van een eventuele beving? Brengt zij ook advies uit over de wijze waarop gehandeld moet worden bij een noodsituatie?

Vraag 23

Op welke wijze wordt de Omgevingsdienst Groningen betrokken bij de veiligheid rond Chemiepark Delfzijl? Hoe frequent krijgen zij een update van wijzigingen? Is deze Omgevingsdienst voldoende op sterkte?

Vraag 24

Is er een nul-situatie in kaart gebracht van alle aanwezige verzekeringspolissen en eigendomssituaties binnen Chemiepark Delfzijl, zodat een onduidelijke situatie10 als rond de brand bij Chemiepack Moerdijk wordt voorkomen? Zo nee, bent u bereid dit zo spoedig mogelijk op te pakken?

Vraag 25

Deelt u de zorgen van de voorzitter van de Dialoogtafel dat het herstel van 3000 huizen zoals door u voorzien voor 2015, niet van de grond komt11?

Vraag 26

Bent u van plan te wachten met versterkingen tot het najaar omdat pas dan de nieuwe Nieuwe Praktijk Richtlijnen (NPR-normen) definitief zijn?

Vraag 27

Waarom is de terminologie «preventief versterken» vervangen door «bouwkundig versterken» en is die daarna weer vervangen door «veilig wonen»? Waarin zit hem het verschil en waarom is het zinvol deze terminologie steeds aan te passen?

Vraag 28

Bent u, op basis van het in voorgaande vragen gestelde, inmiddels van mening dat de studie van Ortec Finance waaruit zou blijken dat er geen sprake is van waardedaling12, broddelwerk is? Hoeveel tijd is er inmiddels verspild omdat u door deze studie op het verkeerde been bent gezet? Wat is daardoor de extra schade die voorkomen had kunnen worden door sneller op verlaging van de gaswinning, preventief versterken, herstel en uitkoop/sloop in te zetten?

Vraag 29

Wordt er door schade-experts inmiddels naar schade aan funderingen gekeken? Gebeurt dit op een systematische manier? Heeft het CVW dit standaard opgenomen in hun schadevaststelling? Zo nee, waarom niet?

Vraag 30

Bent u op de hoogte dat uit het gebied veel klachten komen dat CVW en NAM nog altijd veel barrières opwerpen voordat een contra-expertise kan worden aangevraagd en uitgevoerd en bent u het eens met deze klachten? Zo ja, wat kan daar op korte termijn aan veranderen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 31

Waarom gebruiken KNMI, TNO en NAM verschillende modellen en methodieken om aardbevingen en schade aan gebouwen met elkaar in verband te brengen? Is dat het gevolg van het feit dat er nog te weinig kennis is? Als dat zo is, is dat vervolgens geen grond om veel sterker dan nu het voorzorgsprincipe te hanteren? Zo nee, waarom niet?

Vraag 32

Is bij alle tot nu bekende schadegevallen duidelijk op welke rekenmodellen de toegekende schade gebaseerd is? Is dit op een toegankelijke wijze na te gaan? Zo nee, waarom niet?

Vraag 33

Wat is de reden dat na jarenlange moeizame onderhandelingen door de eigenaren een contract met geheimhoudingsplicht is getekend13?

Vraag 34

Vindt u het niet wrang dat uitgerekend het symbool voor de onmacht van de NAM om complexe schadegevallen in het gebied op te lossen14 omkleed is met geheimhouding?

Vraag 35

Hoe duidt u het feit dat het aantal klachten over de schadeafhandeling of hoogte van de schadevergoeding sinds de aanstelling van de ombudsman gaswinning verdubbeld is15?

Vraag 36

Bent u bekend met het feit dat de Dialoogtafel bij schadeslachtoffers niet transparant overkomt, waarbij zelfs gesteld wordt dat de verkeerde zaken voor elkaar worden gemaakt en onderlinge afspraken worden gemaakt? Is het voorstel om een fonds op te richten om achterstallig onderhoud uit te betalen, maar bij verkoop16 terug te vorderen bijvoorbeeld wel rechtmatig?

Vraag 37

Hoe beoordeelt u het VU-onderzoek waaruit blijkt dat elke aardbeving tot een schade17 leidt van gemiddeld 3.000 euro per woning?

Vraag 38

Kent u het werk van Marcel Bakker, student aan de Rijksuniversiteit Groningen18? Bent u bereid zijn suggesties over te nemen om bij onderzoek naar de waardedaling van huizen een extra factor mee te nemen, namelijk de ratio tussen woningen die te koop worden gezet en huizen die echt worden verkocht, door tevens te kijken naar het aantal leegstaande huizen en het aantal gedwongen verkopen in Groningen?

Vraag 39

Hoe staat u tegenover het Deltaplan dat door enkele ondernemers kort geleden werd gepubliceerd19?

Vraag 40

Hoe staat u tegenover het idee van deze ondernemers om hier 100.000 werkloze bouwvakkers voor in te zetten20?

Vraag 41

Wat vindt u van het feit dat Groningen op de zesde plaats van rijkste regio’s in Europa21 staat, maar de inwoners daar niets van merken?22

Vraag 42

Is het volgens u waar dat het aardbevingsbestendig maken van huizen in Noord-Groningen in de praktijk uitdraait op vervangende nieuwbouw?

Vraag 43

Welk beeld heeft u bij de praktische consequenties van het versterken en herstellen van vele tienduizenden huizen de komende jaren? Komen er wisselwoningen en noodwoningen? Zo ja, waar zijn die voorzien?

Vraag 44

Hoe kijkt u aan tegen het dreigende tekort aan ingenieurs23 en ander kader dat nodig is om het gaswinningsgebied bevingsbestendig te maken? Is het een optie specialisten uit het buitenland aan te trekken zolang in Nederland niet voorzien kan worden in de behoefte?

Vraag 45

Kunnen bewoners van de gemeenten Hoogezand-Sappemeer en Menterwolde inmiddels bevingssubsidie aanvragen24 via de website van Samenwerkingsverband Noord Nederland (SNN)? Zo nee, welke stappen worden gezet om dit snel mogelijk te maken?

Vraag 46

Waarom worden door het KNMI de data van de accelerometers in Groningen structureel niet publieksvriendelijk naar buiten gebracht?

Vraag 47

Worden de gebieden rond Borgsweer en bij de gasopslag bij Grijpskerk gemeten vanwege diverse trillingen en het door onbekende oorzaak ontstaan van scheuren in woningen? Zo ja, waar zijn hier voor burgers toegankelijke waarden over te vinden? Zo nee, waarom wordt hier niet gemeten?

Vraag 48

Heeft u gereageerd op de oproep van enkele hoogleraren en andere betrokkenen uit Groningen in het Dagblad van het Noorden25? Zo ja, kunt u die reactie naar de Kamer sturen? Zo nee, kunt u dat alsnog doen?

Vraag 49

Reageert u nog op het SP-plan26 «Schouders onder Groningen», zoals door u toegezegd tijdens het hoofdlijnendebat over het rapport van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid op 12 februari jl.?

Vraag 50

Gaat u over tot het aanstellen van iemand die de wederopbouw van het aardbevingsgebied ter hand neemt? Zo ja, is dit een open procedure of draagt u zelf iemand voor? Bent u van mening dat het cruciaal is dat deze «bevingscommissaris» groot gezag en vertrouwen in Groningen geniet? Hoe gaat u dat borgen?

Mededeling

Onlangs heb ik een viertal sets Kamervragen van leden van uw Kamer ontvangen over de aardbevingsproblematiek in Groningen:

  • Vragen van de leden Jan Vos, van Dekken en Nijboer over waardedaling van woningen door aardbevingen (ingezonden op 24 maart 2015, kenmerk 2015Z05215);

  • Vragen van de leden Jan Vos, van Dekken en Nijboer over het herstel van aardbevingsschade in Groningen (ingezonden op 26 maart 2015, kenmerk 2015Z05422);

  • Vragen van het lid Smaling over het aardbevingsgebied (ingezonden op 2 april 2015, kenmerk 2015Z05935);

  • Vragen van de leden Jan Vos, van Dekken en Nijboer over de impact van aardbevingsschade (ingezonden op 2 april 2015, kenmerk 2015Z05936).

Omwille van de efficiëntie zal ik deze vragen gelijktijdig beantwoorden. Ik verwacht uw Kamer de beantwoording eind april te kunnen toesturen. Daarnaast zal ik uw Kamer eind april informeren over de stand van zaken met betrekking tot waardedaling en bouwkundige versterking van woningen in Groningen.


X Noot
1

RTV Noord, 12 maart 2015: http://www.rtvnoord.nl/artikel/artikel.asp?p=146388

X Noot
4

In 1983 is ook tussen Rijk en de NAM een overeenkomst gesloten.

De overeenkomst Rijk-NAM heeft alleen betrekking op eigendommen van de rijksoverheid en die van haar rechtsopvolgers (zoals waterschappen Noorderzijlvest en Hunze en Aa’s Groningen Seaports). Bij schade door bodemdaling als gevolg van bevingsschade

X Noot
5

NAM vergoedt schade zandsculpturen niet

DVHN | Gepubliceerd op 23 februari 2015, 20:32 Laatst bijgewerkt op 04 maart 2015, 11:57

X Noot
10

www.pelsrijcken.nl/media/281821/pelsrijcken_edwardbrans_chemie-pack.pdf (lessons learned) en fd.nl/ondernemen/.../schikking-chemie-pack-voor-4-2-mln-met-overhed

X Noot
13

http://www.dvhn.nl/nieuws/'Steigerhuis' in Stedum gaat tegen de vlakte

X Noot
14

http://www.dvhn.nl/nieuws/'Steigerhuis' in Stedum gaat tegen de vlakte

X Noot
15

Klachten over de afhandeling van aardbevingsschade in Groningen, jaarrapportage 2014, onafhankelijke raadsman

Naar boven