Vragen van de leden Oskam en Omtzigt (beiden CDA) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over de voortvluchtige vrouwenhandelaar Saban B (ingezonden 11 september 2014).

Antwoord van Minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 7 oktober 2014)

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht dat Saban B. een ogenschijnlijk zorgeloos leven lijkt te leiden in Turkije?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2 en 5

Kunt u aangeven of het daadwerkelijk Saban B. is die op de betreffende foto’s op Facebook te zien is?

Wat is de stand van zaken in het huidige opsporingsonderzoek naar Saban B., hoe wordt concreet vorm gegeven aan de opsporing en hoe verloopt de samenwerking met Turkije in dit proces?

Antwoord 2 en 5

Het is de politie en het Openbaar Ministerie (OM) bekend dat betrokkene zich in Turkije bevindt. Zoals ik in mijn antwoord op vragen 3 en 6 nader toelicht, is Turkije verzocht de tenuitvoerlegging van het onherroepelijke Nederlandse vonnis tegen betrokkene over te nemen en is daar regelmatig contact over met de Turkse autoriteit. Aangezien Turkije geen eigen onderdanen uitlevert, is het gezien de huidige omstandigheden aan de Turkse autoriteiten om handelingen te verrichten met het oog op de opsporing van betrokkene. Verder staat hij internationaal gesignaleerd. Dat betekent dat hij kan worden aangehouden zodra hij Turkije verlaat.

Vraag 3 en 6

Kunt u bevestigen dat Turkije en Nederland hebben afgesproken samen te werken zodra hij definitief veroordeeld zou zijn?2

Op welk moment heeft de Nederlandse regering, na het definitief worden van de straf van Saban B. in september 2012, Turkije een formeel verzoek gedaan om tenuitvoerlegging en wat was de reactie en actie van de Turkse regering daarop?

Antwoord 3 en 6

Na het arrest van de Hoge Raad van 11 september 2012, waarmee het arrest van het gerechtshof van 20 december 2010 werd bevestigd, heeft het OM samen met de Turkse autoriteiten alle stukken voorbereid die nodig zijn voor overdracht van de tenuitvoerlegging van het onherroepelijke vonnis aan Turkije. De afdeling Internationale Overdracht Strafvonnissen van de Dienst Justitiële Inrichtingen heeft, na vertaling het strafdossier, vervolgens bij brief van 25 april 2013 de Nederlandse Minister van Buitenlandse Zaken verzocht het verzoek van het OM tot overname door te geleiden naar Turkije.

De zaak heeft de aandacht van de Nederlandse autoriteiten en is geregeld onderwerp van gesprek tussen de Nederlandse ambassade in Ankara en de betrokken Turkse autoriteiten. Naast de ambassade houden ook het OM en mijn departement hierover contact met de Turkse autoriteiten. De gesprekken zijn er op gericht om te zorgen dat, binnen de gestelde juridische kaders, het recht zijn loop krijgt. Ik kan in het belang van de zaak op dit moment geen nadere mededelingen doen.

Vraag 4

Deelt u de mening dat, nu Saban B. in september 2012 definitief is veroordeeld tot 7 jaar en 9 maanden cel, hij deze straf zo snel mogelijk ook daadwerkelijk dient uit te zitten?3

Antwoord 4

Ja. Ik verwijs verder naar mijn antwoorden op vragen 3 en 6.


X Noot
2

Parliamentary Assembly of the Council of Europa, Anwer to written question no. 587 (Doc. 12331)

X Noot
3

Hoge Raad, 12 september 2012 (ECLI:NL:HR:2012:BX4101)

Naar boven