Vragen van het lid Vermeij (PvdA) aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
over het stopzetten van het uitbetalen van een aanvulling op het pensioen door het
Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP) (ingezonden 25 februari 2015).
Antwoord van Staatssecretaris Klijnsma (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen
1 april 2015).
Vraag 1
Bent u ervan op de hoogte dat het ABP is gestopt met het uitbetalen van een aanvulling
op het pensioen, welke was gekoppeld aan het recht op AOW-partnertoeslag?1
Antwoord 1
Ja. ABP heeft echter op 16 maart jl. op de website gemeld dat de aanvulling gehandhaafd
blijft. Deelnemers van wie de aanvulling was vervallen per 2015, worden hier persoonlijk
over geïnformeerd.
Vraag 2
Kunt u toelichten hoe de aanvullende regeling in elkaar stak en wanneer iemand recht
had op de aanvulling?
Antwoord 2
De aanvullende regeling is vastgelegd in artikel 7 bijlage K en Overgangsbepaling
B, onderdeel B, bij artikel 17.6.3 van het Pensioenreglement van ABP. De regeling
geeft vanaf het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd recht op een aanvulling als
in verband met het inkomen van de echtgenoot geen of maar gedeeltelijk recht bestaat
op AOW-partnertoeslag.
Vraag 3
Klopt het dat deze aanvulling in 1996 bij de privatisering van het ABP is geïntroduceerd?
Zo ja, op welke manier is toen rekening gehouden met het sluiten van de AOW-partnertoeslag
voor nieuwe instroom per 1 januari 2015?
Antwoord 3
De aanvullende regeling is als zodanig bij de privatisering van ABP per 1 januari
1996 geïntroduceerd als onderdeel van het Pensioenreglement. Daarvoor vloeide de aanvulling
voort uit de ABP-wet.
Bij ABP is destijds rekening gehouden met het besluit van de overheid van eind 1995,
dat met ingang van 1 januari 2015 geen nieuwe instroom mogelijk is in de AOW-partnertoeslag.
De voorziening voor de aanvullende regeling is destijds neerwaarts bijgesteld.
Vraag 4
Op welke manier zijn de deelnemers van het ABP op de hoogte gesteld dat zij, indien
zij geen AOW-partnertoeslag ontvingen vanwege eigen inkomsten van de jongere partner,
een aanvulling ter compensatie ontvingen? Hoe heeft het ABP over deze aanvulling gecommuniceerd
de afgelopen jaren?
Antwoord 4
De deelnemers van het ABP worden via het UPO geïnformeerd dat zij mogelijk in aanmerking
komen voor een of meerdere aanvullingen als zij de AOW-gerechtigde leeftijd bereiken.
In het UPO wordt voor meer informatie ook verwezen naar de website van ABP.
Een half jaar voor het bereiken van de leeftijd van 65 jaar (tot 2015) c.q. de AOW-gerechtigde
leeftijd (vanaf 2015) wordt de deelnemer geïnformeerd over zijn pensioen en over mogelijke
aanvullingen. Na retourontvangst van het aanvraagformulier wordt het recht op aanvullingen
beoordeeld en ontvangt de deelnemer (doorgaans circa drie maanden voor pensioeningang)
gerichte informatie over het soort aanvulling waar hij recht op heeft alsmede de hoogte
hiervan.
Indien de aanvulling eenmaal is toegekend en wordt uitbetaald dan ziet de gepensioneerde
het totale bedrag van de aanvulling(en) terug op de betaalspecificatie die hij jaarlijks
in januari en telkens wanneer een wijziging in de bruto of netto uitkering plaatsvindt,
ontvangt. Verder kan de gepensioneerde het bedrag van de aanvulling inclusief een
toelichting waarom hij de betreffende aanvulling ontvangt, raadplegen via de website
(MijnABP).
Vraag 5
Deelt u de mening dat het ABP op een veel te laat tijdstip richting de betrokken deelnemers
over het stopzetten van de aanvulling heeft gecommuniceerd? Zo ja, bent u bereid hier
het ABP op aan te spreken?
Antwoord 5
Zoals ik op 24 februari jl. in de beantwoording van de mondelinge vragen van het lid
Krol (50PLUS) over dit onderwerp heb aangegeven, vind ik het erg vervelend voor de
betrokkenen dat zij op een laat moment zijn geïnformeerd over het stopzetten van de
aanvullende regeling. Inmiddels heeft, zoals verwoord in het antwoord bij vraag 1,
ABP op de website gemeld dat de aanvulling gehandhaafd blijft. Deelnemers van wie
de aanvulling was vervallen per 2015, worden hier persoonlijk over geïnformeerd.