Vragen van het lid Tellegen (VVD) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over het bericht «Schietende agent moet niet berecht worden als burger» (ingezonden 6 maart 2015).

Mededeling van Minister Van der Steur (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 1 april 2015).

Vraag 1

Bent u bekend met bericht: «Schietende agent moet niet berecht worden als burger»?1

Vraag 2

Bestaat er voor de wet een onderscheid tussen een agent die uit veiligheidsoverwegingen geweld gebruikt en gewelddadig gedrag door criminelen?

Vraag 3

Is het in de huidige praktijk zo dat agenten die in een noodsituatie hun wapen gebruiken meteen worden aangemerkt als verdachte als er gewonden of doden vallen, zoals aangegeven wordt door de korpschef van de nationale politie?

Vraag 4

Gaat in de onafhankelijke toetsing door de rechter de vraag of voldaan is aan de geweldsinstructie vooraf aan de vraag of sprake is van het delict doodslag?

Vraag 5

Welke waarborgen bestaan er op dit moment om te voorkomen dat politieagenten als criminelen worden behandeld bij de rechtbank?

Vraag 6

In hoeverre worden politieagenten begeleid tijdens de juridische procedure na een schietincident, gezien de grote effecten die de juridische nasleep kan hebben op de betrokken agent?

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Tellegen (VVD) van uw Kamer aan de Minister van Veiligheid en Justitie over het bericht «Schietende agent moet niet berecht worden als burger» (ingezonden 6 maart 2015) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.

Naar boven