Vragen van het lid Smaling (SP) aan de Minister van Infrastructuur en Milieu over
de verantwoordelijkheid bij bodemonderzoek door de overheid (ingezonden 11 maart 2015).
Mededeling van Staatssecretaris Mansveld (Infrastructuur en Milieu) (ontvangen 27 maart
2015).
Vraag 1
Bent u bekend met de casus van een geval van schade door een te late melding door
de provincie Noord-Holland van een bodemonderzoek vanwege de aanwezigheid van bodemverontreiniging
in Bovenkarspel?1
Vraag 2
Bent u bekend met het feit dat al in 2001 zowel de betrokken provincie als gemeente
bekend waren met de uitkomst van het onderzoek op het bronperceel van de vervuiling
maar hebben nagelaten om de omgeving in 2001 op de hoogte te brengen van deze situatie?
Vraag 3
Bent u bekend met het feit dat zowel de betrokken provincie als gemeente daarnaast
hebben nagelaten het noodzakelijk geachte bodemonderzoek op de omliggende percelen
met vereiste spoed aan te vangen, maar hiermee hebben gewacht tot 2008, waardoor na
jaren procederen de eigenaar inmiddels financieel aan het eind van zijn Latijn is,
alle bestuurslagen het hoofd erover breken en iedereen snakt naar een oplossing?
Vraag 4
Bent u bekend met het feit dat vanwege genoemde vervuiling – die in de jaren zeventig
is veroorzaakt door lekkage bij een tankstation, waarvan de grond in 1991 is gesaneerd
en waarvan in 2001 bleek dat het grondwater is vervuild – inmiddels het reeds verkochte
woonhuis op het betreffende perceel terug moest worden genomen en vervolgens onverkoopbaar
is gebleken, waarbij geen van de bestuurslagen zich aansprakelijk voelt voor de geleden
schade?
Vraag 5
Is in onderhavig geval naar uw mening sprake van nalatigheid van de provincie Noord-Holland
als bevoegd gezag en de gemeente Stede Broec als uitvoerend gezag omdat beide bestuursorganen
de wettelijke informatieplicht en zorgplicht in 2001 en de jaren erna hebben geschonden?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 6
Deelt u de mening dat de Wet Bodemsanering geen duidelijkheid verschaft over de bestaande
verantwoordelijkheidsverdeling waarbij het Rijk systeemverantwoordelijkheid heeft,
de provincie bevoegd gezag is en de gemeente uitvoerend gezag is?
Vraag 7
Indien zowel u als de provincie Noord-Holland niet bevoegd zijn om schade te vergoeden,
wie is dan wel bevoegd om (vervolg-) schade te vergoeden?
Vraag 8
Bent u bereid in onderhavig geval samen met de gemeente Stede Broec en de provincie
Noord-Holland om de tafel te gaan zitten en te komen tot een oplossing voor de ontstane
schade waarmee een persoonlijk faillissement voorkomen kan worden? Indien u daartoe
niet bereid bent, kunt u dan aangeven op welke wijze u verwacht dat deze zaak zich
zal ontwikkelen?
Vraag 9
Bent u, zijnde systeemverantwoordelijke, bereid om genoemd voorbeeld aan te grijpen
en eventueel samen met de Vereniging Nederlandse Gemeenten en het Interprovinciaal
Overleg te bezien hoe de uitvoeringspraktijk rond de toepassing van de Wet milieubeheer
kan worden verbeterd? Zo nee, waarom niet?
Vraag 10
Kunt u uiteenzetten welke informatieplicht(en) er op het bevoegd gezag casu quo het
uitvoerend gezag rust(en), en ook op welke (natuurlijke en rechts-) personen die plicht(en)
gericht is (zijn), in het geval dat er vele jaren, tot tientallen jaren, na een milieucalamiteit
alsnog grondwater- of bodemverontreiniging wordt vermoed of geconstateerd in een bewoond
gebied door het bevoegd gezag casu quo het uitvoerend gezag?
Vraag 11
Kunt u aangeven welke waarborgen er in het systeem zitten om erop toe te zien dat
de bevolking goed en afdoende is of wordt geïnformeerd over mogelijke gevallen van
vervuiling in bewoonde gebieden?
Vraag 12
Bent u van mening dat aan die normen is voldaan in deze specifieke casus? Kunt u uw
antwoord toelichten?
Vraag 13
Kunt u uitleggen wat het concreet voor burgers betekent wanneer een grondwatervervuiling
casu quo bodemverontreiniging de gestelde norm overschrijdt waardoor voor een woning
of perceel gebruiksbeperkingen worden opgelegd en deze daardoor dus niet meer voor
«normaal gebruik» geschikt is?
Mededeling
Op 11 maart 2015 heeft Kamerlid Smaling (SP) vragen gesteld over de verantwoordelijkheid
bij bodemonderzoek door de overheid. Voor een goede beantwoording van de vragen is
nader overleg nodig met de provincie Noord-Holland en de gemeente Stede Broec. Dit
vergt extra tijd, waardoor helaas de beantwoording langer duurt dan de daartoe gestelde
termijn van drie weken. Uw Kamer ontvangt de antwoorden voor het meireces.
X Noot
1Noord Hollands Dagblad: 13 oktober 2014 «Grondwatervervuiling Broekerhavenweg heikel
probleem voor overheden», 13 oktober 2014 «Rijk bemoeit zich met vervuiling», 15 oktober
014 «Hulp nodig voor vuile grond», 17 februari 2015 «noodkreet Jos Dekker: overheid
in gebreke», 26 februari 2015 «ODS: kom in actie voor Dekker»