Vragen van het lid Van Raak (SP) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de nauwe banden op Curaçao tussen het bestuur en de (illegale) gokindustrie (ingezonden 17 maart 2015).

Antwoord van Minister Plasterk (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 27 maart 2015).

Vraag 1 t/m 11

Waarom meent u dat de mogelijke invloed van de (illegale) gokindustrie op het bestuur een «autonome aangelegenheid» is van het land Curaçao?1 Welke verantwoordelijkheid ziet u hier voor de Rijksministerraad om goed bestuur te verzekeren op Curaçao? Op welke wijze hebt u in dit verband de regering van Curaçao aangesproken op haar verantwoordelijkheid voor goed bestuur?

Welke (strafrechtelijke) onderzoeken lopen op dit moment naar of zijn in het verleden gedaan naar Francesco Corallo, Rodolfo «Rudy» Pizziolo, Jacobo «Cocochi» Prins, Robbie dos Santos en George Jamaloodin?2

Hoeveel en welke bedrijven en organisaties voor Sports Betting zijn vanuit Curaçao actief vanuit de speciale economische freezones («e-zones») op het eiland? Welke bedragen gaan er in deze bedrijven om, welke winsten worden hier gemaakt, onder wiens toezicht en verantwoordelijkheid vallen deze bedrijven en organisaties en welke belastingen worden over de omzetten en winsten geheven?

Welke politici (ministers en volksvertegenwoordigers) die sinds 10 oktober 2010 zitting hebben of hebben gehad in de regering of in het parlement van Curaçao hebben gewerkt voor of hebben betaalde opdrachten uitgevoerd voor één van de bedrijven op het eiland die actief zijn in de casino- en/of loterijwereld, of hebben een positie gehad in het toezicht op de casino’s en loterijen (zoals in de Gaming Control Board en de Fundashon Wega Number Korsou)?

Welke politici en politieke partijen op Curaçao hebben de afgelopen vijf jaar geld ontvangen van bedrijven of ondernemers in de (illegale) gokindustrie (de casino’s en loterijen), welke bedragen zijn hiermee gemoeid en hoe is het toezicht op de besteding van deze bedragen verlopen?

Klopt het dat de politieke partij MFK van Gerrit Schotte een eigen loterij voert als partijfinanciering en/of fundraising? Welke bedragen gaan hierin om, welke belastingen worden hierover geheven en welke regels voor partijfinanciering zijn hiervoor van toepassing?

Welke directe of indirecte geldelijke belangen heeft de huidige Minister van Economische Zaken van Curaçao in de verschillende (illegale) loterijen, waaronder ook de sms- loterijen en de online casino’s die opereren vanuit de zogenoemde «e-zones»?

Klopt het dat de regering van Curaçao voornemens is de illegale sms-loterijen van UTS en Robbie’s Lottery te legaliseren? Wat is daarover uw oordeel?

Wat zijn de huidige omzetten en opbrengsten uit de illegale sms-loterijen voor overheidsbedrijf UTS en/of aanverwante bedrijven?

Welke zijn de relaties tussen de (sms)loterijen op Curaçao en het accountancybureau KPMG, bijvoorbeeld via het overheidstelecombedrijf UTS en/of aanverwante bedrijven? Welke activiteiten voert KPMG uit voor UTS en de verschillende (illegale) loterijen en hoe vindt toezicht plaats op deze activiteiten? Waarom worden de audits, jaarverslagen en rekeningen binnen dit overheidsbedrijf geheim gehouden?

Hoe verklaart u de opvallende jaarlijkse omzetten van bijna een miljard gulden in de Curaçaose casino’s en loterijen?

Antwoord 1 t/m 11

Zoals ik ook in mijn antwoord op de eerdere vragen van het lid Van Raak heb gesteld (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2014–2015, nr. 1428) betreft de rechtshandhaving een autonome aangelegenheid van het land Curaçao ex artikel 3 van het Statuut van het Koninkrijk der Nederlanden. Het toezicht op loterijen en casino’s maakt daarvan deel uit.

De aandacht die de aanpak van witwassen in de jaarplannen van het Openbaar Ministerie van Curaçao krijgt, alsmede de prioriteitstelling die het Parket van de Procureur-Generaal van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba geeft aan de opsporing van het internationale witwassen van geld, ondersteunt mijn beeld dat de regering van Curaçao in deze zijn verantwoordelijkheid neemt.

Vraag 12

Bent u bereid deze vragen te beantwoorden vóór het Algemeen overleg voorzien op 31 maart a.s. over de staat van het bestuur op Aruba, Curaçao en Sint Maarten?

Antwoord 12

Ja


X Noot
1

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2014–2015, nr. 1428

Naar boven