Vragen van het lid Helder (PVV) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over bange agenten die terreurverdachten met een meldplicht weren uit politiebureaus uit angst voor aanslagen (ingezonden 20 februari 2015).

Antwoord van Minister Blok (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 17 maart 2015).

Vraag 1

Kent u het bericht: «Bange agenten houden politiebureau op slot»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2 en 3

Klopt het dat terreurverdachten met een meldplicht zich via de intercom moeten melden omdat de politie na de aanslagen in Parijs ook bang is doelwit te worden?

Klopt het dat de politie de verdachten heeft ingedeeld in categorieën? Klopt het voorts dat degene die als gevaarlijk wordt beschouwd het bureau niet meer in komt en dat verdachten in een tussencategorie eerst gefouilleerd worden?

Antwoord 2 en 3

Voor zover kon worden nagegaan is een dergelijke afspraak, om zich via de intercom te melden, slechts op één politiebureau gemaakt ten aanzien van één persoon met een meldplicht. Er is geen sprake van een algemeen beleid bij de politie om tot een categorisering te komen van personen met een meldplicht met daaraan gekoppelde nadere regels. Personen die zich moeten melden doen dat gewoon in het bureau.

Vraag 4 en 5

Als de politie bepaalde personen dusdanig gevaarlijk acht, wat doen deze verdachten dan überhaupt buiten de gevangenis?

Deelt u de mening dat de bange politie deze terreurverdachten kan weren, maar de bange samenleving dat niet kan en dat de rechter dat niet doet namens hen?

Antwoord 4 en 5

Bij de beoordeling of verdachten van (terroristische) misdrijven hun berechting in vrijheid, al dan niet met beperkende voorwaarden zoals een meldplicht, of in hechtenis moeten afwachten betrekt de rechter onder andere de dreiging die betrokkene vormt voor zijn omgeving. Zoals uiteengezet in antwoord op vragen 2 en 3 is het geen beleid dat de politie in het kader van de uitvoering van de meldplicht nog een eigen beoordeling maakt van de dreiging die verdachten vormen.

Vraag 6 en 7

Bent u, nu nota bene de politie bang is en deze verdachten als een gevaar beschouwt, eindelijk bereid administratieve detentie in te voeren en het belang van een veilige samenleving boven dat van terreurverdachten te stellen? Zo nee, waarom niet?

Deelt u de mening dat Nederland deze gasten vooral moet laten gaan om er vervolgens voor te zorgen dat zij nooit meer een voet op Nederlandse bodem zetten? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 6 en 7

In de voorgaande antwoorden heb ik toegelicht dat het slechts om één geval gaat. Dit vormt voor mij dan ook geen aanleiding om het standpunt van mijn ambtsvoorganger over administratieve detentie en het beleid ten aanzien van jihadgangers te herzien.

Naar boven